Schoolmeubilair met wereldambitie
Vanerum is het Belgische klaslokaal ontgroeid. Na de VS koopt het familiebedrijf uit Diest ook productiecapaciteit in Frankrijk en Scandinavië. En daar houdt het voor topman Gert Van Erum lang niet op.
Ik zou het bedrijf heel graag nog een stap hoger brengen. Hoe sneller, hoe liever. We kunnen in Europa marktleider worden en misschien uitgroeien tot een van de sterke partijen in de wereld”, zegt de 42-jarige Van Erum. De geschiedenis van zijn bedrijf gaat terug tot in 1968, toen vader Robert begon met de import van schoolmeubilair en -borden. Gert Van Erum kwam in 1996 als twintiger al aan het roer, toen zijn vader gezondheidsproblemen kreeg. Hij bouwde Vanerum uit tot een voorloper in de integratie van audiovisuele technologie, zoals interactieve schermen, in educatief meubilair. De tak technologie vertegenwoordigt met 46 procent zelfs het grootste stuk uit de omzet. “Het toont aan hoe snel het onderwijs verandert en hoeveel belang er wordt gehecht aan een andere leeromgeving”, benadrukt Van Erum (zie kader ‘gedaan met bord en krijt’).
Vanerum, met ruim 60 procent de onbetwiste marktleider in België, zette twee jaar geleden de stap naar de VS via de overname van StelterPartners. Dat werd opgericht door Jim Stelter, een voormalige topman van de Amerikaanse meubelfabrikant Steelcase. Nu heeft Van Erum opnieuw aangeklopt bij Steelcase voor de overname van twee productievestigingen en verkooppunten van Polyvision, een dochterbedrijf van Steelcase, in het Franse Valenciennes en het Deense Odense. Dat laatste moet de sleutel worden tot heel Scandinavië.
“Polyvision wil weg van de productie en commercialisering van schrijfborden om zich te concentreren op technologie en productie van schrijfoppervlaktematerialen van borden”, verklaart Van Erum de overnamekans. Zowel Frankrijk als Scandinavië was een vrijwel blinde vlek op de kaart van Vanerum, dat door de nieuwe overname zijn omzet over 2011 met 15 miljoen euro ziet aandikken tot een kleine 80 miljoen. Het aantal werknemers stijgt tot bijna 400. De overnameprijs wil Van Erum niet kwijt. “We financieren dit wel zelf, met een stukje eigen cashflow en bankschuld.”
De rode draad door de overnames van StelterPartners en de Polyvision-afdelingen is Jim Stelter. Die werd via de overname van StelterPartners, de helft in contanten en de helft in aandelen, ook aandeelhouder bij Vanerum. Gert Van Erum deelt met ruim 70 procent van de aandelen wel nog altijd de lakens uit. In 2009 stapten ook de Antwerpse durfkapitaalgroep Buysse & Partners en de zakenman Luc Busschop in het kapitaal. De eerste werd opgericht door Frank Buysse, ex-Fortis Private Equity en zoon van de Bekaert-voorzitter Paul Buysse. Busschop is lid van de familie achter de kantoormeubelfabrikant Bulo. Buysse & Partners houdt na de instap van Stelter bijna 10 procent van de aandelen over, en Busschop een kleine 15 procent.
De overnames in de VS, Frankrijk en Denemarken hebben de ambitie van Van Erum nog lang niet gestild. In Europa wil hij vooral in Duitsland veel meer aan de slag, mede omdat het de toegangspoort vormt tot de aantrekkelijke Poolse markt. “We hanteren een index met als criterium onder meer het percentage van het bruto nationaal product (bnp) dat naar onderwijs gaat, en Polen is duidelijk een van de landen waar we absoluut aanwezig willen zijn.” Ook het Verenigd Koninkrijk lonkt, omdat er veel en goed wordt geïnvesteerd in onderwijs, zegt Van Erum.
Bovendien werd via het Amerikaanse dochterbedrijf VanerumStelter eerder dit jaar een veelbelovend contract binnengehaald in Abu Dhabi, een mooi visitekaartje voor het hele Midden-Oosten. “We hebben nu in Abu Dhabi nog maar 6 scholen van de 125 beleverd. Het potentieel is er enorm, en dan spreek ik zelfs nog niet over Qatar of Saoedi-Arabië. Alleen al in Saoedi-Arabië wordt de komende drie jaar 200 miljard dollar uitgegeven aan nieuwe onderwijsgebouwen. Dat is bijna tien keer meer dan in de VS.”
Intussen maken België en Luxemburg met 27 procent voorlopig nog het grootste stuk van de omzet uit. Nederland is goed voor 26 procent. De VS vertegenwoordigen 13 procent, maar dat aandeel zal ongetwijfeld snel en sterk stijgen. “Onze groeikansen liggen vooral in de VS. Het potentieel daar is vele malen groter”, bevestigt Van Erum.
De voorbije jaren bedroeg de jaarlijkse omzetstijging in België 6 à 7 procent. In Nederland was dat zowat vier keer meer. Maar vooral Nederland laat het tegenwoordig afweten. “We zijn niet zo recessiegevoelig. We zijn geen Bekaert dat de conjunctuur meteen gaat voelen. Maar we zagen de voorbije twee jaar in Nederland wel een duidelijke groeivertraging in de uitgaven. We zijn daar jarenlang met 30 procent per jaar gegroeid. Dit jaar zijn we met 30 procent achteruitgegaan.” Dat de groepsomzet vorig jaar met 61 miljoen euro lager uitkwam dan de gebudgetteerde 65 à 70 miljoen, was dan ook grotendeels aan de noorderburen te wijten.
Geografisch mag Vanerum dan heel wat ijzers in het vuur hebben, plannen om te diversifiëren naar andere domeinen als bedrijven of winkels heeft zijn CEO niet. Scholen vormen meer dan ooit de corebusiness, zeker nadat schuchtere pogingen om ook de sterk concurrentiële bedrijvenmarkt in te palmen werden gestaakt. “Er is de laatste jaren heel wat gebeurd op die markt en heel wat spelers hebben het moeilijk. De marges zijn er klein. Je voelt dat het een bepaalde specialisatie vergt, die wij niet direct in huis hebben”, zegt Van Erum.
De bikkelharde strijd in de kantoormeubilairmarkt heeft wel een verdere versnippering van de schoolmeubilairmarkt veroorzaakt. “Door de recessie en de crisis in 2008-2009 zijn er veel kantoormeubelmensen die ook iets proberen naar onderwijs toe”, stelt Van Erum. Zelf heeft hij in de lente van vorig jaar de noodlijdende lokale concurrent Belisia overgenomen. Belisia had bescherming gezocht onder de wet op de continuïteit van de onderneming (de opvolger van het gerechtelijk akkoord.). “Het was een koopje”, zegt Van Erum. Hij benadrukt dat Vanerum zelf de technologische componenten van zijn business niet bouwt. “We zijn geen technologiebedrijf.”
Vanerum mag dan wel financieel gezond ogen, voor de uitbreiding in de VS en in Europa en de volgende stappen in het Midden-Oosten, inclusief een eigen assemblageafdeling, zal het uit een ander vaatje moeten tappen. “Hoe sneller we naar het Midden-Oosten kunnen, hoe beter. En als we heel snel willen gaan, zou een kapitaaloperatie het komende jaar moeten gebeuren. We zouden de schulden nog wat kunnen laten oplopen, maar we zijn eigenlijk altijd wat voorzichtig geweest met leverage en dat blijft onze filosofie. Als we de groei willen versnellen, zullen we mikken op durfkapitaal.” Of de raad van bestuur hem volgt, is nog niet zeker. “We hebben hier twee vijfjarenplannen liggen, eentje wat meer conservatief gericht op interne groei en een ander, ambitieuzer, dat gericht is op externe groei. Maar als je het mij vraagt: ik zou ineens willen doorgaan. Binnen vijf jaar kunnen we zeker naar 150 à 200 miljoen euro omzet gaan als we dat willen.”
Of het ook ooit tot een beursgang komt, kan Van Erum niet zeggen. “Ik sluit niets uit, maar het is voorlopig ver van mijn bed. Het is er nu ook niet bepaald het beste klimaat voor.”
BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE MICHEL WIEGANDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier