SCHIPPEREN ROND DE WERKLOOSHEID
Afgelopen week kregen we drie betekenisvolle signalen over de situatie op de arbeidsmarkt. Eén : een studie, uitgevoerd voor de Kamers van Koophandel, stelt minimale loonverschillen vast tussen zowel de diverse regio’s als de verschillende aktiviteitssektoren in Vlaanderen. Twee : minister van Begroting Herman Van Rompuy suggereert om de loonblokkering ook na ’96 vol te houden. En drie : minister van Tewerkstelling Miet Smet wil jongeren, na één jaar stempelen, een job bezorgen. Driemaal slecht nieuws.
Eén. De genoemde studie toont een grote mate van gelijkheid in de loonvergoeding aan. Dit betekent dat werknemers in sektoren met een hoge produktiviteit slechts marginaal meer verdienen dan die in sektoren met een lagere produktiviteit. Velen zullen dit toejuichen maar men verliest daarbij al te gemakkelijk uit het oog dat een te hoge verloning in sektoren met een relatief lage produktiviteit altijd, overal en onvermijdelijk tot werkloosheid moet leiden. Hierdoor ontstaat wel een soort van optische produktiviteitsstijging, die gewoon voortvloeit uit de arbeidsuitstoot (zie ook blz. 25).
Twee. Een moderne ekonomie heeft behoefte aan een gedifferentieerde loonwaaier. Dit is niet alleen noodzakelijk om werkloosheid te voorkomen, maar tevens om op een zo optimaal mogelijke manier te produceren en welvaart te scheppen. Het geeft meteen ook aan waarom een algemene loonblokkering erg voorzichtig gehanteerd dient te worden (hoewel in bepaalde omstandigheden misschien te verantwoorden vanuit puur makro-ekonomisch standpunt). Een dergelijke maatregel kan de expansie van bepaalde sektoren afremmen.
Drie. Met haar jongerenbanenplan levert Miet Smet de klap op de vuurpijl. Voor jongeren die een baan zoeken, moet het wel erg stimulerend werken een federaal minister te horen verkondigen dat zij hen aan een job zal helpen nadat ze eerst een jaar gestempeld hebben. Geen wonder dat over de jeugd dooddoeners de ronde doen zoals “ze wìllen gewoon niet meer werken” : de minister zelf geeft het voorbeeld.
In België blijft het nu al bijna twee decennia lang dansen rond de hete brij van de ware oorzaken van de werkloosheid. Daarin zitten essentieel twee ingrediënten : enerzijds het tema van de loonkosten, anderzijds dat van de institutionele kenmerken van onze arbeidsmarkt. Bij dit laatste gaat het dan zowel over de te enge loonwaaier en een te geringe spanning tussen de werkloosheidsvergoeding en de laagste loonniveaus, als over de gebrekkige organizatie van onze arbeidsbemiddeling en de tekortkomingen in ons onderwijssysteem.
Telkens als dergelijke tema’s in een publiek debat aangekaart worden, liggen ze zogenaamd politiek zeer moeilijk om niet te zeggen onmogelijk. Is het echter niet de rol van politici om zaken die onmogelijk lijken, maar nu eenmaal noodzakelijk zijn, in de sfeer van het mogelijke te brengen ?
J.V.O.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier