An Goovaerts
Schieten op de boodschapper
De OESO maakt een onheilspellende analyse over de evolutie van de loonkosten in ons land. De overheersende reactie: de OESO overdrijft.
Minister van staat Frank Vandenbroucke (sp.a) maakt een onheilspellende analyse over de financiering van onze welvaartstaat. De overheersende vraag: is dit nu wel of niet de politieke comeback van Vandenbroucke?
Vicepremier Laurette Onkelinx (PS) zegt in De Standaard dat het tijd is voor hervormingen. De overheersende reactie: applaus. Want een PS’er die durft te zeggen dat er hervormingen moeten komen, staat bijna gelijk aan het achtste wereldwonder.
Vorige week werd nog maar eens pijnlijk duidelijk waarom België er niet in slaagt maatschappelijke hervormingen aan te gaan. Worden er pijnlijke, maar noodzakelijke analyses gemaakt, dan wordt de boodschapper afgeschoten. Of wordt er eenvoudigweg niet over de boodschap gesproken. Of alleen sloganesk. Zoals de analyse van Vandenbroucke werd herleid tot de enge discussie over het al dan niet verhogen van de prijs van dienstencheques.
Worden evidente zaken gedebiteerd, dan wordt er tevreden gereageerd. Wie iets zegt, is belangrijker dan wat er wordt gezegd.
Dit jaar gaan er volgens het federaal Planbureau 46.100 jobs verloren. De federale en regionale overheden proberen zoveel mogelijk de schade te beperken. Zelfs al moeten ze daarvoor in elkaars haren en wetten vliegen. De overheid moet ingrijpen, maar moet weten dat zij zelf amper nieuwe jobs kan creëren in de privémarkt. Dat ze dat toch probeert, kost niet alleen de belastingbetaler veel geld, het verstoort ook de markt. Volgens de arbeidsmarktspecialist Joep Konings zou 60 tot 70 procent van de jobs die gecreëerd worden door het doelgroepenbeleid van de federale overheid er sowieso gekomen zijn.
Critici wijzen erop dat de dienstencheques wel massaal worden gebruikt, maar niet massaal nieuwe werkgelegenheid creëren. In 2008 berekende Idea Consult al dat meer dan de helft van de werknemers met dienstencheques voordien een contract van onbepaalde duur had.
Ondertussen slaagt een groeiend leger werklozen er niet in de openstaande vacatures in te vullen. De redenen daarvoor zijn bekend, ook al mogen sommige ervan niet hardop aangehaald worden wegens niet-politiek correct. Maar dat een deel van de Belgische werklozen simpelweg werkonwillig is en geen zin heeft om aan de slag te gaan, is een feit. Dat ze door het Belgische systeem van werkloosheidsuitkeringen hierin financieel slagen, is bedenkelijk. Doordat het verschil tussen een werkloosheidsuitkering – al dan niet aangevuld met arbeid in het zwart – en het minimumloon vaak zo laag is, is de incentive om aan de slag te gaan vaak even laag. Een sluitende oplossing voor de arbeidsmarkt komt er nooit als ook niet aan deze problemen wordt gewerkt.
De politiek correcte analyses heten dat er een mismatch is tussen vraag en aanbod van arbeid. De competenties die werkgevers vragen, sluiten niet aan bij de kwaliteiten die werknemers hebben. Terecht wordt er dus veel gekeken naar ons onderwijssysteem. Is dat wel aangepast aan de economische realiteit? Maken jongeren wel goede studiekeuzes en zoniet, hoe kan je dat proces beter begeleiden? Die vragen moeten worden beantwoord voor de tewerkstelling van morgen.
De werkzoekenden van vandaag hebben daar geen boodschap aan. Opleiding is het buzzword voor hen. Over de nood aan opleidingen, binnen en buiten de bedrijven, zijn de jongste maanden al handboeken vol geschreven. Niet alleen voor wie werkloos is, maar even goed voor alle tijdelijke werklozen die thuis op nieuws wachten. Een gecoördineerde actie blijft uit.
Een mismatch bestaat tussen wat de overheid wil bereiken en effectief bereikt op de arbeidsmarkt. Wat ze wil, is de werkgelegenheid stimuleren. Door haar lastenbeleid maakt ze arbeid te duur. Door de installatie van duizend en één banenplannen die hun doel voorbijschieten, wentelt ze een enorme prijs af op de belastingbetaler. Door het voeren van doelgroepenbeleid gaat ze voorbij aan de crisis die elk soort werknemer op straat zet, ook geschoolde mensen en een hele groep Belgen tussen de 25 en 50 jaar. Mensen die in bijna geen enkele doelgroep vallen.
Wat de overheid moet doen, is nochtans geweten: een klare lastenverlaging uitwerken, het flankerend beleid richten op toekomstgerichte sectoren en continue herscholing en opleiding aanmoedigen. En een einde maken aan tal van misbruiken. Slaagt ze daarin dan zal dat de staat geld opbrengen in plaats van geld te kosten. En zullen nieuwe belastingen misschien niet nodig zijn.
Want door al dat applaus voor Onkelinx hebben sommigen blijkbaar haar boodschap niet goed begrepen: geen fundamentele hervormingen zonder hogere belastingen voor het gros van de Belgen. De boodschap is meestal belangrijker dan de boodschapper.
Trends-hoofdredacteur An Goovaerts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier