SCHEEPSWERF EN DERAPAGE
Een van de schitterendste prestaties van de heer Sauwens, gewezen minister voor Monumentenzorg, was de “klassering” van de sedert jaren niet meer bedrijvige Baasroodse scheepswerf Van Praet-Dansaert, thans eigendom van de provincie Oost-Vlaanderen. Zijn voorganger Waltniel had dit geweigerd. Hij wist dat deze bescherming niets te maken had met enig “algemeen belang”, maar integendeel strijdig was met de vitale belangen van de plaatselijke bevolking. Deze wil de werf weg en heeft dat door middel van een duizendtal bezwaarschriften overduidelijk laten blijken, zodat de stad Dendermonde zich genoopt zag verzet aan te tekenen tegen de “klassering” bij de Raad van State, op basis van de wet die de burger tegen willekeur moet beschermen. Het geding is nog steeds hangende.
Uiterst geslaagd was de affiche-campagne die onlangs, op initiatief van de feitelijke vereniging “Dorp aan de Schelde”, heeft plaatsgegrepen. Honderden Baasrodenaren hebben het oranje biljet met de welsprekende tekst “Baasrode wil de werf” achter hun venster gehangen. Men kon er niet naast kijken. De Gentse herauten van de Industriële Archeologie en hun tiental Baasroodse medestanders doen thans wanhopige pogingen om een ietwat aanvaardbare herbestemming te vinden voor de volstrekt waardeloze werf en de lelijke gebouwen die het verkeer in de dorpskom van Baasrode sedert jaren herleiden tot een hel. Hun laatste vondst is (cf. H.L.N., ed. Dender, van 25 maart ll.) : “De scheepswerf Van Praet-Dansaert kan een volwaardig ecomuseum worden.” !
Zij willen de werf en haar gebouwen renoveren en restaureren. Zij willen zelfs de werf tot nieuw leven wekken en hiertoe de dokken heropenen die door de dienst Tijgebonden Waterwegen, om het overstromingsgevaar te weren, met damplanken en een dijk van stenen werden afgegrendeld. De kostprijs van dit alles laat deze zonderlinge archeologen onberoerd. Zij rekenen op de subsidiemechanismen waarmee in een recent verleden regeringen zo roekeloos en spilziek zijn omgesprongen. Alleen over dit aspect van de zaak wil ik het hier nog even hebben. Het gaat immers om een typegeval).
Vóór een paar jaren had de toenmalige minister van Financiën Maystadt het voor de micro van de RTBf over le dérapage des finances des années 70, het slippen van de (staats)financiën in de zeventiger jaren. Ook vandaag geven onze regeerders zonder veel schroom toe dat in de zeventiger jaren de staatskas, die zij ook toen in juiste banen moesten houden, “geslipt” is. Het is een bekentenis die kan tellen. Vandaar de nooit geziene Sinterklaaspolitiek op alle vlakken, de onbetaalbare en nivellerende VSO-luxus, de plethora aan rijksambtenaren, de overbodige, door de gemeenschap betaalde jobs en projecten, de talloze buurt-, welzijns- en andere werkers die het vrijwilligerswerk verdrongen en o.a. de gezinnen afleidden van hun natuurlijke verplichtingen. Vele politici en politicae vergaten ook zichzelf niet. En nog in de negentiger jaren ging de heer Sauwens er prat op het aantal “klasseringen” te hebben vervierdubbeld ! Monumentenzorg werd de speelweide van de Volksunie.
Vandaag wordt de rekening aangeboden. De zak van Sinterklaas is leeg, de uiers van de melkkoe zijn leeggemolken. Het buitenland wijst ons met de vinger. De staatsschuld is opgelopen tot tienduizend miljard.
Laten we bijgevolg kiezen zei ook nog minister Maystadt “voor de korte pijn”. Een mooi eufemisme is dat, voor een aderlating die de meeste burgers, vooral de zorgzamen en sparenden, zullen moeten ondergaan. Arme, arme welvaartsstaat België !
Aloïs Gerlo, Baasrode.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier