Salut Dieu !

Delokalizatie ? Het is niet al goud wat blinkt in Wallonië. Vlaamse ondernemers hebben al een nieuwe term bedacht : relokalizatie, terug naar Vlaanderen.

“Let wel, ik ben hoegenaamd geen Walenhater,” zegt Freddy De Bevere, zaakvoerder van de Oostvlaamse familieonderneming Eldy en aktief in de chemiebranche ( nvdr de namen zijn fiktief, maar het verhaal is echt). “Maar mijn wedervaren in Wallonië was niet bepaald positief.”

Freddy De Bevere speelde een jaar lang met de idee om zijn bedrijf te delokalizeren naar een plaats veertig kilometer verderop, aan de andere kant van de taalgrens. De haperende produktie, het gebrek aan beschikbare industriegrond in eigen streek én de aanlokkelijke investeringsvoorwaarden in Wallonië waren voor de zaakvoerder de belangrijkste beweegredenen. De Bevere was één van de vele Vlaamse investeerders die hun zakelijk geluk in het met Europees manna begiftigde Henegouwen zochten.

Maar na twaalf maanden klapte De Bevere zélf de deur dicht. Hij was ontgoocheld en voelde zich gepakt door de Waalse administratieve molen, die te politiek en te weinig zakelijk draait. “De Walen begrijpen niet dat een ondernemer gewoon wil produceren, verkopen, een markt aanboren en winst maken,” zegt De Bevere. “Ik heb geleerd dat delokalizatie richting Wallonië een erg politiek spelletje is. Toen ik dat door had, besloot ik in Vlaanderen te blijven. Een aller et retour als het ware.”

SEXY.

Toen het bedrijf van Freddy De Bevere, na jaren van groei, ernstig wilde investeren, bleek dat niet te kunnen in eigen streek. De lokale intercommunale bood een stuk grond aan, maar dat perceel voldeed niet, evenmin als de gevraagde prijs. “De banken advizeerden ons om ook Wallonië te overwegen,” zegt De Bevere. Dat was 1994. Het investeringsdossier was in totaal goed voor 100 miljoen frank.

Op zijn zoektocht naar meer geschikte grond en een betere prijs per vierkante meter, kwam de Vlaamse ondernemer in Lessines terecht. Daar zorgde de plaatselijke intercommunale Ideta voor een “koninklijke ontvangst”. Alles bleek mogelijk en de gevraagde prijs per vierkante meter industriegrond was niet te vergelijken met de vraagprijs in Vlaanderen (900 frank). De Bevere opteerde van meet af aan voor de bouw van een nieuwe onderneming met twintig werknemers, “zonder enige verplichting om Walen in dienst te nemen”. Konkreet kreeg Freddy De Bevere een reeks toezeggingen van de Ideta-ambtenaren : 30 % of 30 miljoen frank direkte steun uit het “Europees Fonds”, een “goedkope lening” van 25 miljoen frank bij de Henegouwse investeringsmaatschappij Hoccinvest, met daar bovenop nog eens een lening van 10 miljoen bij de Financière Wallonne pour le PME. Beide Waalse kredietinstellingen garandeerden rentetoelagen van respektievelijk 2 en 4 procent tarieven die ver beneden de in Vlaanderen gehanteerde procenten lagen.

NOPPES.

Alle mooie vooruitzichten ten spijt, zag De Bevere gaandeweg de wolken samenpakken boven zijn projekt in Lessines. Het begon al bij de 2 en 4 % rentetoelagen. Deze bleken finaal nauwelijks voordeel te bieden, ook al omwille van de lage rente in 1994 en 1995. Het beloofde industrieterrein in Lessines bleek bij nader inzien ook niet zomaar te kunnen. Volgens Ideta bood het wat verderop gelegen Ath, gemeente van “Dieu Spitaels”, veel meer mogelijkheden. Maar ook de prijs (450 frank) lag er meteen iets hoger. De Bevere : “Het kan geen toeval zijn dat het industrieterrein in Ath langzaam volloopt, terwijl dat van Lessines blank blijft : je moet als investeerder meestappen in een soort politieke logika. In Ath krijg je wel van alles, maar je moet er ook alles uit handen geven. Het gemeentebestuur duidt aan wie er allemaal op de werf komt. Met dit soort politieke logika wil ik als ondernemer geen uitstaans hebben. Ik wil alleen de investeringsvoorwaarden kennen en weten of ik er al dan niet aan voldoe. In Vlaanderen is dat afgelijnd, in Wallonië komt er achter de hoek van alles bij kijken. Je moet het hoofd in de schoot van de politici leggen.”

De “zachte Waalse druk” om toch Ath boven Lessines te verkiezen, had de potentiële Vlaamse investeerder al argwanend gemaakt. Toen Hoccinvest om onduidelijke redenen zijn eerder gedane beloftes introk (de lening van 25 miljoen werd teruggeschroefd naar 10 miljoen, maar Hoccinvest bleef wel bevoorrecht schuldeiser), groeiden de vragen. Zegt De Bevere vandaag : “Volgens mij is Hoccinvest geen ernstige maatschappij.”

Toch gaf de zakenman zijn Waals dossier niet zomaar op. Hij wendde zich opnieuw in Vlaanderen tot de ASLK om het verschil (15 miljoen) te overbruggen. Maar de nattigheid die De Bevere in Wallonië al had gevoeld, draaide uit op een heuse zondvloed toen hij voor de finalizering van het kontrakt rond de tafel ging zitten met Ideta. Toen De Bevere meldde dat hij zijn financiering (dank zij de beloofde maar toen nog niet getekende inbreng van de ASLK) principieel rond had, stelde Ideta doodleuk dat er uitgerekend de dag voordien een bijkomende voorwaarde was ingevoerd : van de 20 werknemers moesten er 12 worden aangeworven in Wallonië. Freddy De Bevere prevelde nog ietsje in de zin van Salut Dieu en sloot zijn Waals dossier af. De term relokalizatie was geboren.

KC

GUY SPITAELS (BURGEMEESTER ATH) Meer en meer Vlaamse investeerders keren Wallonië opnieuw de rug toe. De politieke druk is er te groot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content