Sakkerse Angelsaksen
Als je met Europese beleidsverantwoordelijken over de crisis in de eurozone spreekt, volgt binnen de vijf minuten een klaagzang over de Angelsaksische media, economen en analisten. Uit onwil of uit onbegrip komt er in de Angelsaksische wereld geen positief woord over de lippen of uit de pennen over de euro en zijn toekomst. Vaak volgt zelfs de suggestie dat die Angelsaksen de eurokritiek kunstmatig opvijzelen.
Europese beleidsverantwoordelijken wentelen zich veel liever in het rabiaat pro-Europese, maar inhoudelijk helaas vaak erg dorre betoog van hoogleraren wier leerstoel geheel of gedeeltelijk gefinancierd wordt met Europees belastinggeld. Tegelijk kunnen zij er niet naast kijken dat kritische analyses van de eurocrisis met weinig opwekkende conclusies zeker geen prerogatief van de Angelsaksische media en economen is.
Neem nu Erkki Liikanen, de gouverneur van de Finse centrale bank en lid van de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB), die zeer openlijk waarschuwt dat de eurocrisis uitdijt. In één adem zet Liikanen zich ook af tegen de visie dat meer Europa dé oplossing is. Eerst nationaal orde op zaken stellen en dan voort praten over meer Europa, zegt de Fin.
Een vergelijkbaar betoog komt van Thomas Mayer. Als professor aan de universiteit van Frankfurt en adviseur van de Deutsche Bank behoort Mayer tot het selecte kringetje van Duitse economen naar wie zowel de Bundesbank als de kanselarij in Berlijn luistert. Vorig weekend stond op de website van de Frankfurter Allgemeine Zeitung een scherpe analyse van Mayer onder de veelzeggende titel Im Treibsand.
De eurozone komt volgens Mayer steeds meer in drijfzand terecht omdat het beleid van structurele hervormingen in de crisislanden Griekenland, Spanje en Italië helemaal niet is wat ervan gemaakt wordt. Zo misbruikt de Spaanse regering de Europese verplichting tot structurele hervormingen om allerhande politieke oorlogjes met de regio’s uit te vechten. Het uitblijven van ernstige hervormingen fnuikt de groeiperspectieven en zonder stevige economische groei kan de eurozone het wel schudden.
Al even vinnig kwam enkele weken geleden François Heisbourg uit de hoek. Heisbourg is een oudgediende als adviseur van Franse politici en is onder meer verbonden aan de Fondation pour la Recherche Stratégique in Parijs. In een recent colloquium van het Centre for European Reform voorspelde hij grote problemen met Frankrijk in de eurozone. Verdere besparingen en zware ingrepen van de arbeidsorganisatie volgens het Europese recept zouden Frankrijk snel in een Spaanse situatie brengen. “Maar wij zijn over het algemeen niet zo geduldig als Spanjaarden”, voegde hij daaraan toe.
Ook Jean-Claude Piris, de gewezen directeur-generaal van de juridische diensten van de Raad van de Europese Unie, behoort zeker tot de mensen die je bezwaarlijk van een anti-Europese ideologie kan verdenken. In een recente column voor het Project Syndicate schrijft Piris over het akkoord over de bankenunie: “Al drie jaar bedreigt de eurocrisis niet alleen de eurozone, maar de hele Europese Unie (…) Een oplossing op langere termijn blijft een existentiële noodzaak voor de EU (…) De architectuur van de eurozone met een centralisering van het monetair beleid en nationale verantwoordelijkheid voor budget en economie is onleefbaar op de langere termijn. Hoewel er vooruitgang is, zijn maatregelen onvoldoende. Zij zullen de financiële markten niet kunnen overtuigen.”
Liikanen, Mayer, Heisbourg en Piris zijn geen geïsoleerde gevallen die intra-Europese bedenkingen over de duurzaamheid van het europroject maken. Ondanks de betrekkelijke rust van de voorbije maanden getuigt het van realisme om kritisch te blijven over allerhande uitlatingen van Europese bewindvoerders en hun academische medestanders die het einde van de eurocrisis aankondigen.
Om het met de woorden van een van die sakkerse Angelsaksen, de Berkeley-hoogleraar Barry Eichengreen, te zeggen: “De eurocrisis komt terug. Is het niet voor de Duitse verkiezingen van de herfst van 2013, dan wel erna. Zuid-Europa doet te weinig om zijn competitiviteit te herstellen, Noord-Europa blijft in gebreke in de stimulering van de vraag. Schuldniveaus blijven verpletterend hoog en de Europese economie is nauwelijks in staat tot groei. In het hele continent nemen de politieke tegenstellingen toe. Om al deze redenen is het perspectief van een eurozone collapse helemaal niet van de baan.”
JOHAN VAN OVERTVELDT
Het perspectief van een eurozone collapse is helemaal niet van de baan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier