RUSLAND RISKEERT EEN FORSE GAS-BOETE

De crisis in Oekraïne maakt één ding duidelijk: Europa moet zo snel mogelijk minder afhankelijk worden van Russisch gas. Dat kan, maar het vraagt tijd, geld en volgehouden politieke wil.

Toen Vladimir Poetin vorig jaar Viktor Janoekovitsj, toen nog president van Oekraïne, onder druk zette om een handelsovereenkomst met de Europese Unie af te wijzen, was goedkoop gas een van de zoethoudertjes. Het overvloedige volume Russisch gas dat Oekraïne elk jaar erdoor jaagt, zou slechts 268,5 dollar per duizend kubieke meter kosten. Voor de 28 miljard kubieke meter die in 2013 afgenomen werd, komt dat neer op 7,5 miljard dollar. Nadat Janoekovitsj aan de kant werd gezet, is dat zoethoudertje een stok achter de deur geworden. Op 1 april zei Alexei Miller, de CEO van de Russische gasreus Gazprom, dat Oekraïne 44 procent meer zou moeten betalen: 385,5 dollar per duizend kubieke meter. Een week later deed Gazprom er nog een schepje bovenop: 485 dollar is nu de nieuwe prijs. Waarop het Oekraiense staatsgasbedrijf Naftogaz prompt zijn betalingen aan Rusland stopzette.

Voor Europa is dat alles onheilspellend nieuws. Oekraïne moet Gazprom nu al 1,7 miljard dollar, volgens Miller. Als Oekraïne blijft weigeren om zijn facturen te betalen — en zonder buitenlandse hulp kan het land die schulden niet delgen — dan kan Gazprom de gaskraan dichtdraaien. Europa betrekt 24 procent van zijn gas uit Rusland; de helft daarvan — 80 miljard kubieke meter per jaar — stroomt door Oekraïne. Toen een ruzie tussen Rusland en Oekraïne er in januari 2009 toe leidde dat de pijpleidingen twee weken lang dichtgingen, zorgde dat stroomafwaarts voor consternatie.

Op korte termijn zou zo’n ingreep vandaag minder schade aanrichten dan vijf jaar geleden. Maar op middellange termijn (verscheidene maanden of een paar jaar) blijft Europa kwetsbaar voor de Russische controle over de gasbevoorrading. Die kwetsbaarheid is een van de redenen waarom Poetin denkt dat Europa niet krachtdadig zal optreden in Oekraïne.

Leidingen trekken alom

Voorlopig zijn de seizoenen Europa gunstig gezind. De regio heeft in de zomermaanden het Russische gas niet echt nodig. Door de zachte winter zijn de opslagtanks ook voller dan gewoonlijk. Richard Mallinson van het adviesbureau Energy Aspects zegt dat de Europese landen 36 miljard m3 gas in voorraad hebben, 15 miljard meer dan vorig jaar rond deze tijd. De totale Europese opslagcapaciteit bedraagt zelfs 75 miljard m3.

Helaas is die voorraad niet goed verdeeld. Sommige Europese landen hebben heel wat voorraad; Letland bijvoorbeeld heeft er voor minstens een jaar. Andere (Moldavië, Macedonië) hebben er geen. Er moet dus een manier gevonden worden om het gas te brengen naar de mensen die het nodig hebben. Het Europese netwerk van pijpleidingen is daarvoor niet erg geschikt. De nationale gasmaatschappijen wilden lang niet weten van grensoverschrijdende interconnectoren. Vrije gasstromen bieden de consumenten een grotere keuze en dus lagere prijzen. Maar de druk van de Europese Unie en de toenemende bezorgdheid over de afhankelijkheid van Russisch gas, maken dat er meer interconnectoren aangelegd worden, inclusief pompen die de stroom in de transitleidingen kunnen omkeren.

Polen is sinds 2011 met Tsjechië verbonden door de kleine Stork-pijplijn. De werken aan een ruimere verbinding met een capaciteit tot 10 miljard m3 worden nog voor 2017 aangevat. Slovakije heeft onlangs een pijpleiding naar Hongarije in gebruik genomen. Duitsland kan nu gas naar Italië, Polen en Tsjechië versassen. Als de politieke wil om elkaar wederzijds te ondersteunen er is, zijn de mogelijkheden groter dan voorheen.

Estland, Letland en Litouwen hebben alleen met Rusland een gasverbinding. De werken aan een interconnector tussen Polen en Litouwen kunnen in 2018 beginnen. Tot die tijd bieden de overvloedige reserves in Letland toch enige zekerheid tegen een hardhandige aanpak. Ook Bulgarije kampt met een specifiek probleem. Het betrekt bijna al zijn gas via een Russische pijpleiding die door Oekraïne komt en het beschikt slechts over een beperkte opslagcapaciteit (minder dan twee maanden verbruik). Het land rept zich nu om een interconnector te bouwen naar Servië en naar een geplande lng-terminal in Griekenland.

Hulp is in aantocht

Pijpleidingen zijn echter alleen maar een oplossing zolang er gasstromen zijn om ze te vullen. Als het gas niet langer door Oekraïne komt, van waar kan het dan wel komen?

Een van de antwoorden op die vraag is, verwonderlijk genoeg, Rusland. Ook als Rusland de pijpleiding door Oekraïne afsluit met als voornaamste bedoeling dat land zelf te treffen, dan nog zal het waarschijnlijk langs andere kanalen gas blijven uitvoeren. Een daarvan, de redelijk nieuwe Nord Stream-pijplijn op de bodem van de Oostzee, werd aangelegd met dat in het achterhoofd. Ze werd gepland om gas rechtstreeks van Rusland naar Duitsland te brengen en geeft Rusland dus de mogelijkheid om zijn naaste buren af te sluiten en toch zijn belangrijkste markt te blijven bevoorraden.

Duitsland kan dat gas echter ook zuid- en oostwaarts sturen, vooral omdat nu slechts 30 miljard van de jaarcapaciteit van 55 miljard m3 van Nord Stream gebruikt wordt. De overige 25 miljard m3 kan een flinke brok van het tekort opvangen als de aanvoer door Oekraïne stilgelegd wordt.

Meer vervangingsgas vinden, kan echter een moeilijke zaak worden. Misschien kan 10 miljard m3 betrokken worden uit Noorwegen, maar dat is het zowat. In Nederland wil de publieke opinie dat het land minder, niet meer gas oppompt. De bevolking maakt zich zorgen over de koolstofemissie en kleine aardschokken die in verband gebracht worden met de uitputting van het reusachtige Groningse gasveld. Ook de Britse gasvelden raken uitgeput. Noord-Afrika is, door terroristische dreiging en andere strubbelingen, een onbetrouwbare leverancier gebleken.

Wat met gas dat van verder moet komen? Europa kan veel meer lng invoeren. In 2013 bedroeg de invoer van lng 45,7 miljard m3 en dat was veel minder dan de piek van 86,5 miljard m3 in 2011. Het probleem is dat die aanvoer niet elastisch is. De landen die lng exporteren, kunnen gewoon niet meer produceren. Installaties die het gas vloeibaar maken, kosten miljarden. Gewoonlijk draaien die dus al op volle kracht. Analisten schatten dat Europa misschien nog 10 miljard m3 lng kan vinden, maar daar zou het dubbel zoveel voor moeten betalen als voor het gas dat uit de Russische pijpleidingen komt.

Minder afhankelijk

Als dat allemaal bij elkaar geteld wordt, komen we op ongeveer 50 miljard m3. Dat betekent dat Europa nog altijd 30 miljard m3 te weinig heeft, mocht de aanvoer door Oekraïne volledig afgesloten worden. Om dat te overbruggen, moet wellicht 50 miljard dollar meer aan gas uitgegeven worden. Als aanzienlijke hoeveelheden lng aangevoerd worden tegen Aziatische prijzen, dan zullen andere verkopers, die niet gebonden zijn aan langetermijncontracten, de prijzen eveneens verhogen. Een barre winter kan het alleen maar erger maken. Maar met 117 gigawatt (GW) aan windcapaciteit kan winderig weer een zegen zijn.

Maar het ziet ernaar uit dat de Europese leiders liever Oekraïne zullen helpen om zijn rekeningen te betalen. Dat is trouwens een van de redenen waarom de prijzen voor gas nauwelijks bewogen zijn sinds de crisis begon.

Op langere termijn zal Europa ook trachten minder afhankelijk te worden van Rusland. Dat wordt echter een zware uitdaging, nu de huidige trends wijzen op een toename van de vraag naar gas in de komende tien jaar. Volgens de consultant AT Kearney zal de import stijgen van 327 miljard m3 nu tot 413 miljard m3 in 2020.

Schaliegas is geen wondermiddel

In maart gaven de regeringsleiders de Europese Commissie de opdracht om in juni een plan voor de afbouw van de energieafhankelijkheid voor te leggen. Waarschijnlijk wordt daarin aangedrongen op meer opslagcapaciteit en meer en grotere interconnectoren, naast grotere strategische gasreserves en meer energie-efficiëntie.

Ook nieuwe pijpleidingen — naar niet-Russische producenten — worden wellicht een deel van de oplossing. Zo bijvoorbeeld de trans-Adriatische pijpleiding, die tegen 2018 gepland is en per jaar 10 tot 20 miljard m3 gas vanuit de Kaukasus, over Turkije, naar Europa moet brengen. Nog meer gas kan langs dezelfde weg vanuit Iran aangevoerd worden zodra de sancties versoepeld worden.

Europa kan ook zijn schaliegasreserves aanspreken, al zijn die niet het wondermiddel dat de enthousiastelingen ervan maken. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de EU schat het onconventionele gas dat technisch gezien ontginbaar is op 11.700 miljard m3, een kwart van de Amerikaanse reserves. Maar de wet, de publieke opinie en het gebrek aan boor- en opsporingsinstallaties maken het moeilijker om het Europese schaliegas boven te halen. De energieconsultant IHS verwacht dat de Europese schaliegasproductie tegen 2020 slechts 4 miljard m3 zal bedragen.

Misschien kan import van Amerikaans schaliegas soelaas brengen? Dat idee gaat voorbij aan een aantal praktische moeilijkheden. Om te beginnen, zijn er nauwelijks exportinstallaties. IHS verwacht dat de totale Amerikaanse lng-uitvoer tegen het einde van het volgende decennium 66 miljard m3 is. Dat is veel, maar niet enorm veel voor wie weet dat het Internationaal Energieagentschap de wereldmarkt tegen dan op 540 miljard m3 schat. Een significant deel van dat gas zal bovendien naar Azië gaan.

Hernieuwbaar dan maar

Europa gebruikt 31 procent van zijn gas om elektriciteit op te wekken. Als het dat kan verminderen, wordt het alweer een beetje minder afhankelijk van Russisch gas. De overschakeling naar hernieuwbare energie in Europa zorgt daar al deels voor, maar gas is vooralsnog nodig als back-up. Betere interne stroomverbindingen kunnen een oplossing bieden, maar net als voor gasinterconnectoren is daarvoor een pan-Europees initiatief nodig. En wil dat op grote schaal werken, dan moet een nieuwe prijsstrategie ontwikkeld worden om de eigenaars van centrales die op fossiele brandstoffen draaien te compenseren zodra de hernieuwbare energie vanuit het buitenland begint binnen te komen.

Interconnectoren kunnen ook behulpzaam zijn bij de vervanging van een hernieuwbare energiebron door een andere. Net als installaties op gas, kunnen waterkrachtcentrales snel opgestart worden als de wind het laat afweten. Maar ook die zijn niet gelijkmatig verdeeld: Zweden en vooral Noorwegen beschikken over veel waterkracht, Duitsland en de Benelux veel minder. Er zijn plannen voor de bouw van vijf nieuwe interconnectoren tussen Noorwegen en de EU tegen 2020. Noorwegen kan nog meer waterkracht leveren als er een markt voor is. Met betere interconnectoren kan ook heel wat meer zonne-energie uit het zuiden aangevoerd worden, misschien zelfs uit Noord-Afrika.

Ten dode opgeschreven

Hoewel politieke wil, geld en veel tijd nodig zullen zijn om Europa’s afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, wijzigt alleen al een beweging in die richting het machtsevenwicht. Want ze zou een fundamentele waarheid aan het licht brengen: namelijk dat het Kremlin zijn Europese klanten minstens even hard nodig heeft als zij de Russische import.

In theorie is de Russische gasexport naar Europa een wapen dat in de andere richting wijst. Als Rusland verder doordringt in Oekraïne, of zijn kans waagt in Moldavië, Georgië of de Baltische Staten, en Europa heeft daartegen een krachtige reactie in petto, dan kan de export volledig stilvallen en dat zou de EU enorm schaden. Maar tenzij Rusland een onmiddellijke, permanente en totale overwinning behaalt, is het dan als gasleverancier ten dode opgeschreven. China maakt zich al zorgen over de afhankelijkheid van Rusland als leverancier. Zelfs met zijn deviezenreserves van 475 miljard dollar kan het Kremlin zijn gammele en weinig concurrentiële economie niet draaiende houden zonder zijn belangrijkste exportinkomsten.

THE ECONOMIST

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content