Rooie Zita in de pols
Hij geldt als de belangrijkste Vlaamse realistische striptekenaar. Zijn albums halen niet de megaoplage van Jommeke, Nero of Suske en Wiske, maar met zijn Rooie Zita uit de Bakelandt-reeks heeft Hec(tor) Leemans een eigen succeskanon.
De gemiddelde oplage van de Bakelandt-albums schommelt vandaag rond de 15.000 exemplaren. Veel meer dan de gemiddelde volwassenenstrips, maar minder dan de familiestrips zoals Kiekeboe, Jommeke of Suske en Wiske. Die oplagen gaan tot enkele honderdduizenden.
De 50-jarige Leemans kan niet rekenen op een groot, maar wel op een zeer trouw publiek. Toch is hij niet blind voor de terugval van de Bakelandt-oplage, die enkele jaren geleden nog 30.000 exemplaren per nummer liet optekenen. “We moeten misschien eens nadenken over de formule. Je mag ook niet vergeten dat Bakelandt en de zijnen al een kwarteeuw hun avonturen uit de tijd van Napoleon beleven in Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet. Bakelandt is groot geworden dankzij die twee kranten. Het is een algemeen fenomeen dat strips die dag na dag in een krant verschijnen een vast publiek bereiken en aanspreken.”
Hec Leemans heeft iets met Rooie Zita, de voluptueuze vriendin van Lodewijk Bakelandt. “Zij is ongetwijfeld de populairste stripfiguur. Ik speel met de gedachte haar in een nieuw verhaal in een hedendaags kader te transponeren, maar bij gebrek aan tijd blijft die spin-off in de lade steken.” Rooie Zita is ook de enige figuur die Leemans altijd zelf tekent. “Ze zit als het ware in mijn pols,” aldus de auteur-scenarist die zijn tekenactiviteit ondergebracht heeft in de bvba Scripts & Comics. Hij is de geestelijke vader van Bakelandt, FC De Kampioenen, de Nino-reeks (samen met Dirk Stallaert) en van de pas gepubliceerde (historische) strip rond Keizer Karel. Sinds kort zit Leemans ook op het web ( zita.excelland.com).
“Ik werk met twee assistenten op freelancebasis. Zij doen tekenwerk maar al hun platen passeren nog via mij, zodat ik kan waken over de continue kwaliteit en de goede verhaalboog.”
Vlaanderen neemt volgens Leemans een traditionele plaats in in het trio van striplanden, naast Nederland en Frankrijk. “In Nederland is de stripmarkt op sterven na dood bij gebrek aan structuur. De Franse markt groeit en bloeit maar hun heroic phantasy-strips slaan niet echt aan in Vlaanderen. Die Franse strips vinden ook alleen hun weg via de gespecialiseerde stripwinkels terwijl het gros van de strips in ons land verhandeld wordt via de grootwarenhuizen en krantenwinkels. Met een aantrekkelijke winkelinrichting en een goede locatie hebben de stripwinkels ook bij ons een toekomst.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier