Rokken en rozen

Op 4 juni 1998 wordt de tweehonderdste sterfdag van Casanova herdacht. Dit jaar wordt ook de vertaling van het twaalfde en laatste deel van zijn memoires verwacht. Het tiende luik is net uit. Het bevat verrassend veel meer dan zijn legendarisch rokkenjagen.

Geen enkele man kan de memoires van Giacomo Casanova (1725-1798) lezen zonder afgunst. Daaraan schreef Stefan Zweig het succes van het imposante werk toe. De verklaring lijkt vandaag niet meer te volstaan. Casanova mag dan al de verpersoonlijking van de glorieuze rokkenjager zijn en zijn kolossale autobiografie mag dan al uitpuilen van de veroveringen, zijn werk bekoort veeleer als erudiet, historisch fresco over de 18de eeuw. Wie uit is op seksuele schetsen of verleidingstactieken, komt van een koude kermis thuis. Al bij al blijven de beschrijvingen (zeer) braaf. Casanova mag niet verward worden met zijn libertijnse tijdgenoot markies de Sade, die alle handelingen nauwgezet en gedetailleerd beschrijft, tot de meest ontluisterende en pijnlijke sadistische taferelen toe. In dat opzicht verhoudt Casanova zich als een grand seigneur tegenover de ontspoorde markies. Het versieren pakt de in het Frans schrijvende Venetiaan aan door zich goed in te leven in de wereld van de vrouwen. Verder staat hij klassiek klaar met rozen. Vele van zijn vrouwen heeft hij overigens gewoon overtuigd met geld of cadeaus.

In 1991 startte uitgeverij Athenaeum/Polak & Van Gennep een literaire marathon: de vertaling van de integrale memoires, die pas na Casanova’s dood verschenen als Histoire de ma vie. Theo Kars baseerde zijn vertaling niet op een bekende gekuiste versie, maar op de nog nauwelijks vindbare Brockhaus-editie met de ongecensureerde tekst. Nog dit jaar zou de herculesarbeid afgesloten worden. Onlangs verscheen Het duel, deel tien van de twaalf. Het volgt op het scharnierdeel Het keerpunt, één van de boeiendste luiken. Daarin troggelt Casanova de puissant rijke markiezin d’Urfé gigantisch veel geld af door in te spelen op haar waanidee dat ze als man herboren kon worden.

Meteen zien we de oplichter Casanova aan het werk. Na zijn ophefmakende ontsnapping uit een Venetiaanse gevangenis (waar hij opgesloten zat omwille van zijn atheïsme), maakte hij gebruik van zijn creativiteit en charmes om de rijken en machtigen geld afhandig te maken. Stelen vond hij onduldbaar, oplichten daarentegen een geniale sport. De armen liet hij met rust. Knoop daar echter geen politieke betekenis aan vast. Ondanks zijn excentrieke libertijnse leven bleef de aristocraat Casanova een verstokte aanhanger van een hardvochtig ancien régime. De Franse revolutie verafschuwde hij, net als boeren en armen. Zelf zat hij geregeld financieel aan de grond, maar steeds weer vond hij een slachtoffer of een beschermheer, zij het in Wenen, Parijs of Bohemen. Athenaeum/Polak & Van Gennep, 900 tot 999 fr. per deel.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content