Richting premium

Zeggen dat de Captur een belangrijk model voor Renault is, is een open deur intrappen. Sinds de lancering van de eerste generatie in 2013 gingen anderhalf miljoen exemplaren op de factuur. In tegenstelling tot de ongeschreven wet op de automarkt, dat een model ieder jaar iets minder goed verkoopt naarmate het ouder wordt, blijft de Captur zijn cijfers aandikken. In 2018 scoorde de Franse SUV alweer iets beter met 282.000 gebouwde en verkochte wagens. Renault ging dan ook niet over een nacht ijs, toen het zich aan het werk zette voor de tweede generatie, die binnenkort in de showroom verschijnt.

Uiterlijk is de Captur wat sportiever en robuuster geworden, met een snoet die doet denken aan de Kadjar en de Koleos, de grotere SUV’s in het gamma. In de lengte groeit hij met 11 centimeter, wat niet alleen de beenruimte voor de passagiers achterin ten goede komt, maar ook de koffer: daar kan 536 liter in. Dat is best knap voor een SUV in het compacte B-segment.

Wie vertrouwd is met de Captur, zal het interieur niet meer herkennen. Het ontwerp is helemaal anders en het hoge centrale multimediascherm is met een diagonaal van 23,6 centimeter het grootste in dit segment. Maar Renault zette vooral een tandje bij voor de gebruikte materialen. Niets van wat je kunt zien of aanraken, is nog van harde plastic. Dat is voor een model in deze klasse toch wel uitzonderlijk. Daar komt bij dat het allemaal in elkaar gezet is met een hoge kwaliteit van afwerking: tijdens de testrit konden we de nieuwe Captur op niet één parasietgeluidje betrappen. Of hoe de nieuwe Captur tegen het premiumsegment aanschurkt.

We reden met de benzinemotor van 1,3 liter, al bekend van andere modellen. In de versie met 130 pk hadden we een handgeschakelde versnellingsbak en ontdekten we een auto met een leuke rijdynamiek. De versie met 155 pk komt alleen met een automatische versnellingsbak. Voor rustig verkeer in en om de stad is dat een perfecte oplossing, maar zodra je wat sportiever gaat rijden, knibbelt de automaat aan het rijplezier omdat hij soms niet snel genoeg reageert. Voor dieselrijders, in 2018 goed voor nog amper 16 procent van de Captur-klanten, is er nog maar één versie: de 1.5 dCi met 115 paarden.