Reynders kietelt professor Zonnebloem

Europa wil binnen de tien jaar het technologische niveau van Amerika bereiken. Toch kwam de Belgische Hoge Raad voor Financiën met een plan om de fiscale aftrek van researchkosten te schrappen. “Rampzalig,” schreeuwde de sector, die via de lobbygroep BraiN zijn slag voorlopig thuishaalde. Maar voor hoelang nog is alles peis en vree?

Oef, de maidentrip is rond. Het wetenschappelijke overlegplatform BraiN trotseerde voor het eerst het woelige water van de politiek. Tot aan het recente begrotingsconclaaf van de regering- Verhofstadt vreesden de leden van BraiN, een nieuw forum van voorlopig acht researchondernemingen en PricewaterhouseCoopers, dat belangrijke fiscale prikkels voor Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) in België zouden verdwijnen. Dat was immers het advies van de Hoge Raad voor Financiën (HRF). Slachtoffers zouden de verhoogde investeringsaftrek voor O&O en de degressieve afschrijvingen zijn geweest.

“Onderzoeksresultaten en researchcentra zijn vandaag mobieler dan ooit en het O&O-personeel vormt de hoogste kostenpost – tussen de helft en twee derde van de bestedingen. Wie daaraan raakt, veroorzaakt een braindrain of een vermindering van de investeringen voor Onderzoek en Ontwikkeling in België,” zegt Wilfried D’haese, partner en belastingdeskundige van PricewaterhouseCoopers.

Maar zover kwam het niet: het advies van de HRF werd niet gevolgd, premier Guy Verhofstadt (VLD) liet de bui overwaaien. Maar voor hoelang nog is alles peis en vree? BraiN heeft zijn wortels in de Europese top van Lissabon (2000) en de opvolgingstop in Barcelona van vorige maand. In Portugal werd het plan gelanceerd dat de Europese Unie binnen de tien jaar industrieel en technologisch even knap moet worden als de Verenigde Staten. De Verenigde Staten klimmen sneller uit de recessie dan Europa. Zijn de hogere Amerikaanse (privé-)uitgaven voor Onderzoek en Ontwikkeling de verklaring voor die voorsprong? Dat de VS 2,6 à 2,7% van het bruto binnenlands product (BBP) aan O&O besteedt, en België 1,9%, kan een indicatie zijn.

BraiN had in het overleg met minister van Financiën DidierReynders (PRL) drie strijdpunten. Wilfried D’haese: “De eerste en acute bekommernis van BraiN was de fiscale afschaffing van steunmaatregelen voor Onderzoek en Ontwikkeling, voorgesteld door de Hoge Raad voor Financiën, te counteren. De tweede is de administratieve last te verlichten van de huidige steunmaatregelen voor O&O. De derde is de federale en gewestelijke regeringen bewijzen hoe België researchvriendelijker kan worden.”

Pleit BraiN dan voor de grote ondernemingen met kassakoeien die hun fiscale planning willen oppoetsen? Neen, pareert D’haese: “Wij zijn bijvoorbeeld voorstander van de cash opting van het Verenigd Koninkrijk. Een bedrijf kan daar letterlijk zijn overdraagbaar verlies – een typisch kenmerk voor startende onderzoeksbedrijven – tegen cash aan de staat verkopen. Je boekt bijvoorbeeld vijf jaar op rij 1 miljoen pond verlies, en dat overdraagbare verlies ruil je bij de staat tegen 1,25 miljoen cash. Dat zet elke ondernemende assistent van een universiteit die zijn ideeën wil verwezenlijken in een eigen bedrijf toch aan tot dromen?”

Lobbying op technisch niveau

Wilfried D’haese is de spil van BraiN. Wat stimuleert en wat remt O&O, dát zijn de levensvragen van de werkgroep. BraiN brengt onderzoeksondernemingen samen en praat met professoren van de Belgische universiteiten. De namen van de acht partners blijven binnenskamers. Wel weten we dat Alcatel Bell, Ubizen en Tibotec-Virco geen lid zijn.

BraiN is een boreling van een jonge afdeling van PricewaterhouseCoopers: Policy Advisory Services (PAS). “Klassieke lobbying steunt op een relatienetwerk en staat technisch zwak,” zegt PAS-directeur Olivier Boutellis. “Wij kiezen voor een andere aanpak. Met een technicus moet je over technische punten praten, en dus moet je het dossier minstens even goed kennen als hij. PAS onderhandelt op een hoger technisch niveau en in een bredere context.”

Dat lobbying zijn nut heeft, mag blijken uit een bekentenis van Philippe Busquin, de Belgische EU-commissaris voor Onderzoek, in The Wall Street Journal Europe van 2 april. “Het is veeleer een politiek dan een technologisch probleem om Europa sneller vindingrijk te maken.” Hij geeft toe dat de EuropeseUnie ondanks de praatjes een coalitie is van landen die met elkaar handeldrijven én elkaars technologische rivalen blijven. Parijs begluurt Berlijn even achterdochtig als Washington, en betaalt het Franse onderzoek. Als dat geld Europa technologisch vooruithelpt, is dat een onbedoeld nevenverschijnsel. Het Europese onderzoeksgeld vloeit naar honderden kleine tot grote universiteiten, terwijl het in de Verenigde Staten wordt geconcentreerd op academische reuzen als het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Welke Europeaan durft Duits geld over te pompen van de universiteit van München naar Imec in Leuven, een Europees centrum voor uitmuntendheid in de micro-elektronica?

De EU-commissie stopt 3,6 miljard euro in Onderzoek en Ontwikkeling voor informatica. Jacques Van Remortel, onderzoekschef van Alcatel Bell: “Het bedrag is flink gestegen. De som gaat naar meer geïntegreerde projecten en netwerken van uitmuntendheid. Alcatel Bell is in de twee aanwezig. Ik verwacht dat Busquin erin zal slagen om het streefdoel van 3% van het BBP voor Onderzoek en Ontwikkeling dichterbij te brengen.”

Onderzoek als ‘edutainment’

Alcatel Bell aan het Francis Wellensplein in Antwerpen is een bijenkorf vol onderzoek. Ingenieurs, doctorandussen en programmeurs tokkelen op de toetsenborden van de ontwerpcomputers om ADSL, VDSL en GPRS te scheppen. In Leuven krijg je hetzelfde beeld. Ubizen en beveiligingssoftwareschriftuur zijn één begrip. Langs de snelweg in Mechelen vormen de kolven, rubberen slangen, proefkasten bij Tibotec-Virco en zijn buurman Galapagos een jungle van vernuft. Al die hightech is een stukje edutainment, waarbij alle zintuigen geprikkeld worden. Welke wonderen zal de wetenschap in de 21ste eeuw brengen? Is alles wat we hier en nu weten over zwaartekracht, kunstmatige intelligentie, DNA maar een flikkering van wat verder te ontdekken is? En zal België een rol van belang spelen?

Veel zal afhangen van het fiscale beleid in België, al bestaat er discussie over de relatie fiscus en onderzoek. “Toelagen en faveurtjes maken bedrijven ongezond. De hartenkreet van BraiN in deze fase weerspiegelt de situatie van rijpe Belgische ondernemingen met een researchtraditie en met een behoefte aan belastingplanning,” meent Stijn Bijnens van Ubizen. “Voor een jong bedrijf als Ubizen – en wij zijn typisch voor de nieuwe activiteiten in Vlaanderen – liggen de vraagstukken elders. Ik stapel vandaag recupereerbare verliezen op. UCB en Janssen Pharmaceutica hebben misschien problemen met fiscale veranderingen en willen hun cashkoeien optimaal doen opbrengen of hun dividend maximaliseren. Maar wie jong is in de research, boekt uitsluitend verliezen. Mijn favoriete boek is Inside the Tornado, een schets van de wervelwind waarin je belandt als starter in de hightech. Dan heb je geen boodschap aan belastingdiscussies, maar draait alles om marktmacht.”

Paul Stoffels, chief executive officer (CEO) van Tibotec-Virco, herkent dat probleem. Het bedrijf ontwikkelt twee van de beste HIV-aidsmedicamenten ter wereld. “Dat succes is te danken aan de grote beschikbaarheid van knappe wetenschappers in België. Voor een biotechonderneming die van nul start, zoals Tibotec-Virco, is de typische periode tussen vondst en commercialisering zeven tot tien jaar. In die zeven tot tien jaar teken je hoge onderzoeksuitgaven en -verliezen op. Wij hebben tot vandaag geen belangrijke producten op de markt. De significante verliezen die Tibotec-Virco en soortgelijke ondernemingen optekenen, bezorgen ons een belastingkrediet dat goed van pas zal komen in de eerste winstjaren. Op dit ogenblik is een verhoogde investeringsaftrek bij ons zonder belang, maar dat zal veranderen met de tweede generatie van producten.”

Aanval door Hoge Raad voor Financiën

Medio 2001 gooide de Hoge Raad voor Financiën de knuppel in het hoenderhok met een rapport over de hervorming van de vennootschapsbelasting. Daarin werd voorgesteld om de verhoogde investeringsaftrek voor O&O en de degressieve afschrijvingen af te schaffen als compensatie voor de verlaging van de vennootschapsbelasting. “Raak daar niet lichtzinnig aan, want vandaag zit ons fiscale instrumentarium boven het Europese steungemiddelde, en is België redelijk aantrekkelijk voor O&O-investeringen,” waarschuwt Wilfried D’haese. De Belgische O&O-politiek lokt dan ook afgeleide investeringen. “Logisch, een O&O-investeerder is al vertrouwd met het sociaal-economische klimaat,” weet D’haese uit zijn fiscale praktijk. “De concurrentie met bepaalde belastingvoordelen zal nog lang bestaan in Europa. De vennootschapsbelasting zal bijvoorbeeld slechts op het allerlaatste ogenblik worden aangepakt, want zij symboliseert de nationale soevereiniteit.”

Wat de Hoge Raad voor Financiën wilde besparen, is volgens BraiN een valse maatregel. De bedragen die de overheid méér zou innen – 75.000 en 100.000 euro – zou ze meteen weer verliezen door de rem te zetten op Onderzoek en Ontwikkeling. “Zou een multinational zijn Belgische onderzoekscentrum blijven steunen als de investeringsaftrek voor O&O stopgezet zou worden? Denk aan fusies van ondernemingen waarbij een Belgisch en twee of drie buitenlandse laboratoria moeten worden samengevoegd,” zegt D’haese. “Onderschat het belang van de fiscaliteit niet, naast het sociale klimaat, de scholing, de mobiliteit en de talenkennis. Het schrappen van de verhoogde investeringsaftrek – een vermindering van de belastbare basis – leidt tot een langere terugwinperiode. Met een verhoogde investeringsaftrek bespaar je al snel 9% netto tegenover 6% via een kapitaalsubsidie van bijvoorbeeld 10% voor je investering.”

Bovendien lopen de huidige stelsels vrij automatisch, zij het met veel paperasserij. D’haese: “Ik ken bedrijven waar twee mensen permanent de dossiers samenstellen, en bedrijven die zeggen ‘dit is ons te duur, we moeten geen investeringsaftrek voor O&O’. BraiN wil wieden in die papierberg. Als er echter voor elke investering een directe betoelaging zou komen, dan moeten fiscaal individuele dossiers worden opgesteld met individuele goedkeuringen. Die maatregel zou worden ingevoerd op een moment dat de regering de administratie vereenvoudigt. Directe betoelaging oogt optisch goed, maar in de praktijk is het een slechtere en meer ingewikkelde aanpak.”

Prijs én kwaliteit

“Mijn hoofdbedenking bij de teksten van BraiN is dat onderzoeken in België een afweging is tussen de prijs én de kwaliteit van dat onderzoek,” zegt Paul Depuydt, chief financial officer van Alcatel Bell. “Als je die twee samen bekijkt, klaagt Alcatel Bell niet. Onze prijs ligt hoger, onze kwaliteit eveneens. Alcatel Bell toetst niet alleen aan Europese zusterhuizen, maar ook aan de wedden in de VS en Canada – ik denk aan onze Canadese zusteronderneming ex- Newbridge – én Azië. De verhoogde investeringsaftrek is nu buiten gevaar. Zulke stimulansen zijn belangrijk, maar ik hecht ook veel belang aan de enorme spanning tussen bruto- en nettoloon in België. Als ik zie dat op de beroepskosten opnieuw beknibbeld zou worden, dan daalt onze loonaantrekkelijkheid verder vergeleken met Frankrijk en Duitsland. Hoe kun je dan onderzoekers financieel motiveren om in onze labs te werken?”

Maar niet alles draait om geld. “Onderzoekers worden in de eerste plaats voortgedreven door hun research. België en Vlaanderen zijn geen paradijzen voor Onderzoek en Ontwikkeling, maar zeuren hoeft niet,” bezweert Jacques Van Remortel, director Central Research Alcatel Bell. Van Remortel is coördinator van één Belgisch en twee buitenlandse onderzoekscentra. “Wat wij voorleggen aan bijvoorbeeld het Vlaams Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch Onderzoek in de Industrie (IWT) wordt voor 85% aanvaard. Dat is een redelijk constant percentage, en die steun beloopt 3% van ons O&O-budget. Het zijn de bedrijven die goede voorstellen moeten indienen, voorstellen die leiden tot toepassingen, en dán steunt de overheid. Elk product moet in een bedrijfsstrategie passen. Fiscale en subsidiemechanismen kunnen nooit de drijvende kracht zijn om onderzoek al of niet te doen. Als een experiment in de strategie past, is er geld. Het IWT is daarbij heel fair. Het steunt op Vlaams overheidsgeld en nooit werd een project waarvoor wij samenwerken met Luik of Bergen geweigerd.”

“De fiscale voorkeurbehandeling van buitenlandse onderzoekers hebben we niet aangesproken, we vinden uitstekend talent op de thuismarkt,” vertelt Paul Stoffels. “De beste manier om Onderzoek en Ontwikkeling in België te bevorderen, is een combinatie van factoren. Ik denk aan goede universiteiten, het gemakkelijk verstrekken van arbeidsvergunningen aan buitenlandse onderzoekers, de verlaging van de vennootschapsbelasting en vooral de personenbelasting, een besnoeiing van de reglementen en een adequate verdediging van de intellectuele eigendomsrechten.”

Stijn Bijnens zweert bij de Amerikaanse aanpak: “Stel je voor dat de Europese militairen in een vroege fase bij ons beveiligingsprogrammatuur zouden kopen als voorschot op onze ontwikkelkosten. In de VS is dat een stevige hefboom onder de omzet van beginners. Zonder het Department of Defence zouden Intel en Oracle nooit reuzen zijn geworden. De Belgische overheid moet mij haar eerste bestelling nog gunnen. Als, in de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001, het Belgische leger biometrische identificatietechnologie zou kopen bij Keyware, is dat bedrijf uit de problemen. President GeorgeBush verhoogt in de oorlog tegen het terrorisme het defensiebudget, en daaruit vloeit een stroom van nieuwe producten. Nieuwe oorlogen worden gevoerd met bits en bytes.”

Frans Crols [{ssquf}]

fcrols@trends.be

“Wie aan de researchkosten raakt, veroorzaakt een braindrain of een vermindering van de investeringen in België.”

(Wilfried D’haese, PwC)

“Toelagen en ‘faveurtjes’ maken bedrijven ongezond. BraiN weerspiegelt de zorgen van rijpe ondernemingen. Starters hebben andere zorgen.”

(Stijn Bijnens, Ubizen)

“Fiscale stimulansen zijn belangrijk, maar probeer met ons loonbeleid maar eens onderzoekers naar Belgische labs te lokken.”

(Paul Depuydt, Alcatel Bell)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content