(Belga) We moeten in de toekomst zelf kunnen beslissen wanneer we onze werkuren invullen. Dat revolutionaire voorstel van vakbonden en werkgeversorganisaties moet eind dit jaar vertaald zijn in een realistisch plan, dat minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) kan goedkeuren. Dat schrijft De Morgen vandaag.
Een week 45 uur werken, om de week daarna slechts 27 uren te kloppen. Anders werken wanneer het u uitkomt. Hoewel het af en toe al gebeurt, is het in het huidige arbeidsrecht volgens experts illegaal. Nochtans zitten veel werknemers te wachten op een systeem waarbij ze veel flexibeler kunnen omgaan met hun arbeidstijd. De sociale partners wensen daar nu verandering in te brengen. Binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR), een instelling die minister De Coninck adviseert en CAO’s afsluit, zitten zij rond de tafel om werk te maken van een revolutionaire hervorming van het arbeidsrecht. Er lijkt een brede consensus mogelijk over glijdende werktijden. Daardoor zal een werknemer in de private en semi-openbare sector zelf kunnen aanvragen om de ene week langer te werken dan de andere. Het zijn momenteel enkel werkgevers die een dergelijke flexibilisering kunnen vragen. Zowel werkgeversorganisaties als de vakbonden beklemtonen dat de onderhandelingen nog lopende zijn, maar voegen daar aan toe dat er voldoende goodwill aanwezig is en dat zij eind dit jaar willen landen. “We stellen ons positief op en weten dat we dit pad moeten bewandelen”, zegt Jan Vercamst, voorzitter van de liberale vakbond ACLVB. De werkgeversorganisaties reageren ook positief. Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO en ondervoorzitter van de NAR, stelt dat er wel nog wat harde noten te kraken zijn. “Het moet niet zomaar kunnen dat een werknemer ‘s morgens besluit om diezelfde dag twee uur later te beginnen. We moeten het evenwicht tussen rechten en plichten bewaken. Maar voorlopig krijg ik geen alarmerende berichten dat er grote obstakels op de weg liggen.” (Belga)
