Revolutie in Japan
Premier Junichiro Koizumi dreigt in september zijn job te verliezen. De weg ligt open naar een massale ommekeer in het beleid.
Het komende jaar gaat Japan turbulente tijden tegemoet die richtinggevend zullen zijn voor de rest van het decennium. Meer bepaald kondigt zich het ogenblik van de waarheid aan voor de Japanse eerste minister Junichiro Koizumi en zijn programma van structurele hervormingen. In september zal hij geconfronteerd worden met zijn herverkiezing als leider van de regerende Liberaal-Democratische Partij. Hij dreigt zijn job te verliezen, tenzij hij kan aantonen dat hij echt vooruitgang geboekt heeft met het omturnen van de Japanse economie.
Omdat de economische omstandigheden hem daarbij waarschijnlijk geen ruggensteun zullen geven, ligt de weg open naar ofwel een massale ommekeer in het beleid, ofwel het aantreden van een nieuwe regering met populistische, groeifanatieke inslag. Hoewel daarop aanvankelijk zeer sceptisch zal gereageerd worden, zal een koerswijziging verbazingwekkend succesvol blijken en de basis leggen voor een duurzaam herstel van het vertrouwen.
Strijd tegen belangengroepen
In de lente van 2001 was de binnenlandse en buitenlandse publieke opinie opgetogen over het aantreden van een ongebruikelijke Japanse regeringsleider. Koizumi had charisma, hij was enorm populair bij het brede publiek en had zich blijkbaar voorgenomen om de met belangengroepen doordrongen Japanse staatshuishouding grondig door elkaar te schudden. Hoewel zijn agenda voor structurele hervormingen vrij vaag was, was zowat iedereen van oordeel dat om het even welke verandering noodzakelijkerwijs een verbetering zou zijn.
De paradox die in Koizumi’s project ingebakken zat, was dat hij weliswaar een frisse, populistische stijl aannam, maar dat hij tegelijk ver verwijderd bleef van het traditionele populisme. Zijn belangrijkste prioriteit bestond in het herstel van de begrotingsdiscipline door te sabelen in openbare werken en een geleidelijke verhoging van de belastingen door te voeren. Onder het mom van betere stimulansen zou de last van de inkomensbelasting verschoven worden van de hogere naar de lagere inkomens. Onder het mom van een betere efficiëntie zouden er belastingvoordelen komen voor grote ondernemingen en zou er een zwaardere last gelegd worden op de verlieslatende kleinere ondernemingen die een groot deel van de Japanse actieve bevolking tewerkstellen.
De strijd werd aangegaan met belangengroepen zoals de wegenbouw en de postdiensten. Het was niet toevallig dat het daarbij ging om thuisbases van de oude Tanaka-factie, de bittere rivaal van de meer soberheidsgerichte Fukuda-factie, waarin Koizumi zijn politieke opleiding kreeg. Aan de andere kant werden de problemen die de banksector troffen en die door de meesten beschouwd werden als de belangrijkste smet op de Japanse economie, niet met dezelfde welwillende onachtzaamheid aangepakt. Dat zal in 2003 ten goede veranderen.
Bovendien deden de inefficiënte sectoren van de Japanse economie – zoals de bouw en de distributie – traditioneel dienst als een officieus werkloosheidssysteem. Zonder een omvangrijke herwaardering van het officiële vangnet, zouden structurele hervormingen enkel maar tot gevolg hebben dat de al zwakke vraag nog meer zou worden aangetast. Maar zoals bij het bancaire beleid bleek Koizumi minder happig om hervormingen door te voeren die geld dreigden te kosten dan hervormingen die gericht waren op besparingen.
Populariteit volstaat niet
Koizumi gokte erop dat zijn persoonlijke populariteit, opgepept door een conjunctuurherstel, voldoende zou zijn om hem van een nieuw mandaat te verzekeren. Maar om een redelijk herstel op gang te houden moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn, met name een stevige wereldeconomie en een gunstige wisselkoers. De problemen in de VS en elders maken die combinatie erg onwaarschijnlijk. Bijgevolg zal zich in 2003 een conjunctuurinzinking gaan aftekenen in de industriële sector, die het moet hebben van de export, en zal de binnenlandse vraag verder afzwakken. Koizumi’s tegenstanders zullen ongetwijfeld de gelegenheid te baat nemen om met steeds meer kracht zijn voorstellen tegen te houden.
De nieuwe prioriteit zal het bedwingen van de deflatie zijn, anders zal Japan nooit het schuldenprobleem van zijn openbare en privé-sector van zich kunnen afschudden. Omdat niemand precies weet hoe dat in zijn werk moet gaan, zal het een proces met vallen en opstaan worden. De sleutelelementen zullen zijn: overheven van slechte leningen van de banksector naar de openbare sector, een veel agressiever monetair beleid, een bewust zwak gehouden yen, het toespitsen van belastingvoordelen op de aandelenmarkt eerder dan op de kapitaalinvesteringen van ondernemingen.
Vooral de woningmarkt bevindt zich in een belabberde toestand na twaalf opeenvolgende jaren van prijsdalingen. De bouw van nieuwe woningen staat op het laagste peil sinds achttien jaar en het aandeel van de investeringen voor huisvesting in het BBP bedraagt nog ongeveer de helft van wat het was aan het einde van de jaren zeventig. Het is onwaarschijnlijk dat de Japanse gezinnen hun spaaroverschotten – en die vormen het echte structurele probleem – zullen verminderen vooraleer er een einde komt aan de baissestemming rond de prijzen van de goederen.
Geen sprake van sclerose
Door de versnipperde machtsstructuur in Japan zal er heel wat geduld en gewiekst politiek leiderschap nodig zijn om een samenhangende anti-inflatiestrategie uit te bouwen. Niettemin zijn de risico’s klein en de mogelijke voordelen groot, namelijk dat er een einde komt aan de vicieuze cirkel van stagnatie en financiële zwakte, die stilaan de Japanse economische en sociale welvaart aan het uithollen is.
Japan worstelt nog altijd met deflatie, financiële broosheid en het langzame aanpassingsproces van zijn achterhaald economisch model. Maar de volkswijsheid die wil dat Japan ten onder gaat aan een of andere vorm van sclerose, is onjuist. En dat zal het jaar 2003 aantonen.
Peter Tasker [{ssquf}]
De auteur is partner in de beleggingsfirma Arcus, gespecialiseerd in Japanse effecten, en auteur van ‘Japan in Play’ en ‘Samurai Boogie’.
2003
De volkswijsheid die wil dat Japan ten onder gaat aan een of andere vorm van sclerose, is onjuist. En dat zal het jaar 2003 aantonen.
2003
In 2003 zal zich een conjunctuurinzinking aftekenen in de industriële sector en zal de binnenlandse vraag verder afzwakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier