“Reorganiseren, maar onze structuur blijft overeind”
Voorlopig staat KBC nog op eigen benen. Voorlopig. Een vierde bedelronde bij de overheid zal niet meer lukken, zonder verwatering voor de referentieaandeelhouders. Voorzitter Jan Huyghebaert beseft dat KBC voor strategische keuzes staat.
Ik moet mij dezer dagen in duizend stukjes hakken”, zegt Jan Huyghebaert, de voorzitter van de raad van bestuur van KBC die de communicatie tijdelijk voor zijn rekening neemt zolang André Bergen herstelt van een medische ingreep. Vrijdagmorgen kreeg Trends een van de duizend stukjes, en het stukje daarvoor was gereserveerd door twee zakenbankiers. “Ze hebben op eigen initiatief onze situatie doorgelicht en kwamen met allerlei interessante scenario’s en oplossingen aandraven”, zegt Huyghebaert. “We hebben veel bevriende huizen op dat vlak. Maar we leggen eerst ons oor te luisteren bij onze natuurlijke raadgevers: het directiecomité, de raad van bestuur en de aandeelhouders. Die oefening is bezig. Maar als het vertrouwen weer hersteld is, denken wij in België en in onze kernlanden weer een heel mooi project te kunnen waarmaken.”
Welke gevolgen heeft de derde reddingsoperatie voor de strategie van KBC?
JAN HUYGHEBAERT (KBC). “We zullen ons nog meer concentreren op onze kernactiviteiten in België en in de kernlanden van Centraal-Europa. We nemen afscheid van een aantal activiteiten die wij vroeger als niche beschouwden, zoals activiteiten van de afdeling ‘financial products’ die de CDO’s fabriceerde. In Centraal- en Oost-Europa zullen we waarschijnlijk iets minder doen dan nu. Maar de basis van dat verhaal blijft positief. Er komt een postcrisisperiode en Centraal-Europa blijft ook dan een interessante regio.
“We trekken geen overhaaste conclusies. Mochten we beslissen onderdelen te verkopen, dan moeten we toch minimaal een jaar wachten – tot de crisis wat luwt. En als iets geen kernactiviteit maar rendabel is, en je denkt dat je dat nog rendabeler kunt maken binnen twee of drie jaar, dan zou je wel gek zijn als je het nu op het verkooplijstje zou zetten. We moeten daarbij ook heel goed de personeelsbelangen in de gaten houden. Als je operaties die nochtans behoorlijk draaien, niet als kernactiviteit bestempelt en dus afstoot, dan is dat heel demotiverend voor de betrokken personeelsleden. Dus dat kun je pas doen op het ogenblik dat je een oplossing hebt voor die mensen.”
De voorkeur is nog altijd een standalone-scenario voor de groep?
HUYGHEBAERT. “Dat geniet uiteraard onze voorkeur. Maar in het verleden werkten we om kosten te besparen al samen met andere banken voor een aantal ondersteunende activiteiten, zoals in het betalingsverkeer. Sommige van die projecten zijn niet zo verschrikkelijk goed gelukt, maar misschien moeten we de draad weer oppikken. Dat zullen we bekijken, maar we behouden de structuur van de groep.”
En als er nog een lijk uit de kast valt: wat dan?
HUYGHEBAERT. “Je mag niet vragen aan iemand die net uit het ziekenhuis komt en herstellende is, wat hij zal doen als hij opnieuw in het ziekenhuis zou belanden.”
Verzilvert u liever de controlepremie, en verkoopt u de groep, dan de referentieaandeelhouders de meerderheid te laten verliezen door een instap van de overheid?
HUYGEBAERT. “Dat is iets wat onze aandeelhouders zelf moeten afwegen. Je moet je ook afvragen of die controlepremie echt de moeite is. En al onze aandeelhouders werken op de zeer lange termijn. KBC is voor hen een patrimonium voor de kinderen en kleinkinderen. Maar het kan natuurlijk dat er enkele mensen zijn die er bij gelegenheid wensen uit te stappen. Maar goed, we proberen in de eerste plaats om ons eigen verhaal beter op orde te brengen.”
Serveert u het slechte nieuws stukje per stukje, om zo telkens een oplossing te krijgen die gunstig is voor KBC en zijn aandeelhouders?
HUYGHEBAERT. “Dat is een diabolische redenering. Voor de eerste reddingsoperatie hebben we heel lang geaarzeld om de steun van de overheid in te roepen. ‘ No way!’, dat was onze eerste gedachte. We zouden de verliezen zelf doorslikken en de markt trotseren. Zo rotsvast overtuigd waren wij ervan dat we zelf onze problemen konden oplossen. We hebben daar onder elkaar echt langdurig en hard over gediscussieerd.”
Er worden hier en daar vragen gesteld over de positie van André Bergen. Staat die hier ter discussie?
HUYGHEBAERT. “Wij hebben met André Bergen nog altijd de beste relaties. Hij is herstellende, en we hopen dat hij snel terugkomt. Zijn vertrek is niet aan de orde.”
De CDO-portefeuille van 14 miljard euro die verzekerd was bij MBIA: dat kwam als een verrassing. Had KBC niet vroeger moeten communiceren?
JAN HUYGHEBAERT. “Die portefeuille is er al lang, en hij was bekend. Hij staat in allerlei soorten rapporten. Er staat natuurlijk niet bij: ‘Opgepast, hier is een grote CDO-portefeuille!’ We hebben ons altijd op de inhoud van de portefeuille geconcentreerd. We gingen ervan uit dat de portefeuille door een AAA-instelling verzekerd was, en dat we bijgevolg alleen een tegenpartijrisico hadden op MBIA. Als instelling kun je moeilijk naar de markt gaan en zeggen: het zou kunnen dat er binnenkort een probleem opduikt. Dan hadden we de jongste maanden elke week drie winstwaarschuwingen moeten uitsturen. Bovendien lijden we nog altijd geen enkele euro cashverlies op die portefeuille. Hoe moet je die activa dan waarderen? Dat blijft tot op de dag van vandaag een abstracte oefening die enorm veel tijd vraagt omdat een wijziging van bijvoorbeeld de economische vooruitzichten tot totaal verschillende waarderingen kan leiden. Alleen de geschiedenis zal uitwijzen of we nu te veel of te weinig afschrijven op onze CDO’s.”
Maar toch: had u de beleggers niet moeten waarschuwen dat er een nieuwe miljardenafschrijving zat aan te komen?
HUYGHEBAERT. “Dat was voor ons heel moeilijk. Pas de eerste dagen van mei werd stilaan duidelijk hoeveel we zouden moeten afschrijven. We konden voordien toch niet aan de markt communiceren dat we een probleem hadden, maar dat we niet goed wisten hoe groot het probleem zou zijn? Toen de omvang duidelijk werd, hebben we de CBFA gevraagd om van ons recht gebruik te maken om de markt niet te informeren, omdat die informatie KBC anders zware schade zou toebrengen. We konden de afschrijvingen maar bekendmaken als we tegelijk ook de markt konden geruststellen met een waarborgregeling die een bodem legde onder verdere verliezen. Midden april was door de overheid een kader gecreëerd om die oplossing mogelijk te maken. Intussen had het terugkerende optimisme in de markt ook het aandeel van KBC omhoog gestuwd. Dat heeft een aantal mensen een beetje op het verkeerde been gezet. We zaten dus in de wat benepen situatie dat ons aandeel aantrok, en dat we eigenlijk geen winstwaarschuwing konden uitsturen zolang er geen definitief akkoord was. Maar die situatie konden we moeilijk vermijden.”
De Vlaamse regering voelt zich ook bedrogen. Zij dacht dat na de tweede reddingsoperatie de zaak onder controle was.
HUYGHEBAERT. “Ik zal proberen om dat uit te praten met de Vlaamse regering. We hebben er geen van beide belang bij om de problematiek ten top te drijven. Wij hebben in elk geval getracht om in die moeilijke periode te communiceren. Uiteraard altijd post factum. Hadden zij toen al bestuurders bij KBC aangewezen, dan was de communicatie nog vlotter verlopen.”
Kan de markt er nu gerust in zijn dat er geen andere verrassingen meer uit de bus vallen bij KBC?
HUYGHEBAERT. “Ja, de situatie is onder controle, tenzij de financiële wereld nog verder zou instorten. Maar dat is niet de hypothese waar men momenteel van uitgaat.” (T)
Door Daan Killemaes en Celine De Coster
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier