Reizen in de eigen bubbel
U doorkruist er heel Europa mee, terwijl u toch in uw eigen bubbel blijft. In tijden van corona lijkt een kampeerwagen of een caravan het beste van twee werelden. Maar hoe autonoom bent u echt met zo’n huis op wieltjes? En waar moet u op letten bij de aankoop?
Jaarlijks worden in Vlaanderen zowat 4500 kampeerwagens en een duizendtal caravans verkocht. Die cijfers stijgen al flink wat jaren met gemiddeld 10 procent per jaar. Toen de coronacrisis toesloeg, zakte de verkoop als een pudding in elkaar. “In april noteerden we ruim 80 procent minder registraties van nieuwe en tweedehandse kampeerwagens”, zegt Frédéric François, de secretaris-generaal van de sectorfederatie Belgian Caravan-Camping and Motorhome Association (BCCMA). “Ook in de eerste helft van mei zat de verkoop nog een stuk onder het niveau van vorig jaar, maar sinds enkele weken loopt zowel de verkoop als de verhuur van kampeerwagens als een trein. Wie in ons land nog zo’n huis op vier wielen wil huren voor de zomer, is er wellicht aan voor de moeite.”
Naar een verklaring voor dat plotse succes is het niet lang zoeken: wie de komende maanden liever niet op het vliegtuig stapt en niet veel voelt voor hotels met veel gemeenschappelijke ruimtes, belandt bijna vanzelf bij een vakantiehuisje, een caravan of een kampeerwagen. Een moderne mobilhome heeft het allemaal: slaapruimte voor vier of vijf personen, een keuken, televisie- en internetfaciliteiten en – last but not least – een douche en een toilet.
Bovendien zijn bijna alle nieuwe kampeerwagens voorzien van airco en bieden ze alle technologische snufjes die een doorsneepersonenwagen ook heeft, gaande van een navigatiesysteem over een achteruitrijcamera tot allerlei veiligheidssystemen. Klinkt goed, maar tegenover al dat moois staat een stevig prijskaartje. Een volledig uitgeruste kampeerwagen voor vier tot vijf personen kost al snel 60.000 euro. Mag het allemaal iets minder ruim en luxueus zijn – al behoort sanitair ook dan nog tot de standaarduitrusting – dan kunt u ook kiezen voor een van – een omgebouwde bestelwagen, zeg maar. Dat model zit al enkele jaren in de lift en is al verkrijgbaar vanaf 45.000 euro.
Wie zo’n kampeerwagen liever eerst huurt om die uit te proberen – wat Frédéric François aanbeveelt – betaalt in het hoogseizoen zowat 1200 euro per week. In het laagseizoen is dat ongeveer de helft. “Afhankelijk van het merk en de uitvoering kunnen kampeerwagens licht van elkaar verschillen, maar allemaal bieden ze voldoende comfort en een grote mate van autonomie”, legt François uit. “Mocht het tijdens de vakantie twee weken lang regenen, dan zal die beperkte ruimte wellicht tot wat frustraties leiden. Maar het voordeel van een kampeerwagen is dat je dan gewoon het mooie weer tegemoet kunt rijden. Het is een stuk aangenamer als je ook een klaptafel en stoeltjes hebt om zo veel mogelijk buiten te eten en te leven.”
Sanitaire autonomie
Vakantiegangers die eerder voor een kampeerwagen of een caravan dan voor een tent opteren, laten zich vooral leiden door de sanitaire autonomie: ze beschikken over een eigen douche en toilet, waardoor ze niet naar de gemeenschappelijke douches en toiletten op overbevolkte campings moeten. Daarbij moeten ze er wel rekening mee houden dat ze ongeveer om de twee dagen de watertank moeten bijvullen en het afvalwater lozen. Daarvoor kunnen ze zowel op een gewone camping als op een kampeerparking terecht. Die parkings bieden alle faciliteiten zonder dat ze er ook moeten overnachten. In theorie kunnen ze perfect twee weken rondreizen zonder op een camping te gaan staan. “Een watertank kan 40 tot 100 liter water bevatten, maar voor een douche ben je meestal niet meer dan 6 liter kwijt”, weet Frédéric François. “Een autonomie van twee à drie dagen is dus gegarandeerd. Voor de elektriciteit ben je afhankelijk van de batterij, die tijdens het rijden opnieuw wordt opgeladen. Verbruik je ‘s avonds veel energie, dan zal je de kampeerwagen iets sneller aan de stroomkabel moeten hangen.”
Vrijheid blijheid dus, al moet dat enigszins worden genuanceerd: wildkamperen met de kampeerwagen is in Europa eerder de uitzondering dan de regel. In België, Frankrijk, Duitsland en Nederland is het verboden, in de Scandinavische landen kan het wel. Een stek op een reguliere camping kost, afhankelijk van de locatie en het comfort, 20 tot 35 euro per nacht.
Rijbewijs en verzekering
Waar moet een neofiet absoluut op letten bij de aankoop van een kampeerwagen? Frédéric François: “Dat hangt af van je situatie. Met hoeveel mensen trek je erop uit? Hoe oud zijn de kinderen? Ga je liever naar het hoge noorden of houd je van de zon? Doorgaans is het ook handig een fiets mee te nemen, en je kunt bijna op elke kampeerwagen een fietsenrek monteren. Hoe dan ook moet je vooraf goed je huiswerk maken. Trek je er jaarlijks hooguit twee of drie weken op uit, dan is het weinig rendabel om te kopen en kun je dus beter huren. Los daarvan is een kampeerwagen een investering op lange termijn. De meeste motorhomes gaan gemakkelijk twaalf tot vijftien jaar mee.” Een kampeerwagen is groter dan een traditionele gezinswagen, maar toch volstaat een rijbewijs B tot een maximaal gewicht van 3500 kilo (inzittenden inbegrepen). De fabrikanten houden daar rekening mee. Binnen die gewichtsklasse is er dan ook een ruim aanbod op de maat van vier tot vijf passagiers. Kiest u voor een groter en zwaarder exemplaar, dan is een rijbewijs C1 nodig. Daarnaast moet u een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afsluiten en zal u jaarlijks enkele honderden euro’s verkeersbelasting moeten betalen. Ook daarvoor is het gewicht van de kampeerwagen bepalend.
1200 euro
per week kost de huur van een kampeerwagen in het hoogseizoen. In het laagseizoen is dat de helft.
Caravan of kampeerwagen?
In comfort is er niet zoveel verschil, maar een caravan is een stuk goedkoper dan een kampeerwagen. Gemiddeld kost een nieuwe caravan niet meer dan 18.000 euro. Maar terwijl u met een kampeerwagen van de ene plaats naar de andere kunt trekken, is een caravan bestemd voor toeristen die wekenlang op dezelfde camping blijven. “Het is een heel andere manier van reizen. Doorgaans is het ook een heel ander publiek”, zegt Frédéric François. “Maar als je deze zomer graag in je bubbel blijft, zijn beide evenwaardige oplossingen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier