Regering zonder staatshervorming is onzin
Guido Muelenaer
L es jeux sont faits. Rien ne va plus. De Vlamingen hebben al hun jetons ingezet op rood, de Walen alles op zwart. In roulette is er dan één winnaar en één verliezer. Politiek is echter geen roulette. En dus zit het spel geblokkeerd.
Yves Leterme (CD&V) heeft blijkbaar niet het talent om Noord en Zuid tot een eenheid te smeden. Herman Van Rompuy was in zijn tussenopdracht op de goede weg, maar werd opzijgezet voor de 800.000 stemmen van keizer Leterme. De koning doet nu verwoede pogingen. Maar ook dat kan weinig zoden aan de dijk brengen. De vorst is in de huidige communautaire discussie geen neutrale derde. Zijn eigenbelang botst met een te verregaande regionalisering. Dat N-VA en FDF niet uitgenodigd worden in Laken is geen fait divers.
Leterme dacht vorige week het licht gezien te hebben, maar Bart De Wever (N-VA) doofde het weer snel. De formateur lanceerde de idee van een regering die zich zou toespitsen op sociaaleconomische thema’s. Het communautaire was dan voor een raad van wijzen. Die lijkt ondertussen ook al een doodgeboren kind, nadat de socialisten hun medewerking weigerden. Uiteraard is voor bedrijven en ondernemende mensen het sociaaleconomische beleid, prioriteit nummer één. Zij hebben nood aan een lastenverlaging, aan een efficiënt werkende arbeidsmarkt en aan een overheid die innovatie kan stimuleren. Maar het is een illusie dat dit kan zonder staatshervorming. De twee zijn onlosmakelijk verbonden.
Zo is een efficiënt werkende arbeidsmarkt alleen maar mogelijk door het verder regionaliseren van het arbeidsmarktbeleid. Maar de grote knoop ligt in de financiering van de federale overheid. Leterme staat voor een huizenhoog probleem: een begroting met overschot afleveren. Tot voor kort heette het dat daarvoor tegen 2011 tien miljard euro bespaard moet worden. Inmiddels heeft de Europese Commissie dat plaatje nog bijgekleurd. Eind 2009 zal de schuld van alle Belgische overheden 79 % van het BBP bedragen. Dat is 7,6 miljard euro meer dan het eerder gestelde doel van 76,6 %. De overheidsschuld daalt immers steeds maar trager. Het ontbreken van besparingsmaatregelen bij gebrek aan een regering is hier mee de oorzaak van. Voeg daar een dalende groei (0,6 % minder in 2008), een stijgende inflatie (+0,4 %) en een stijgende rentevoet bij en je hebt een explosieve cocktail voor de federale begroting.
Tegelijkertijd heeft de Vlaamse overheid geen schulden meer. Eigenlijk weten Kris Peeters & Co niet wat gedaan met het geld. Dat is het gevolg van een financieringswet waarvan in 1989 het basisprincipe was dat geen enkel gewest een kleinere dotatie zou krijgen dan het op dat moment had. Vlaanderen kreeg daardoor meer dan het eigenlijk nodig had. Gekoppeld aan een lichter en efficiënter overheidsapparaat leidde dat tot een gestage schuldafbouw.
Een nieuwe financieringswet is een noodzaak. De gewesten en gemeenschappen worden voor circa 70 % gefinancierd via federale dotaties. Dat leidt tot perverse effecten. Zo zijn Brussel en Wallonië helemaal niet gebaat bij een snellere economische groei. Integendeel, hun verlies aan middelen uit de solidaire pot is dan groter dan de winst uit de hogere groei.
In een nieuwe financieringswet moeten de regio’s meer eigen fiscale bevoegdheden krijgen, zodat ze zowel bevoegd zijn voor inkomsten als uitgaven. Het federale Canada heeft daarvoor een ingenieus systeem uitgewerkt, dat toch nog voor solidariteit zorgt tussen rijke en arme regio’s. Het resultaat zal zijn dat de Vlaamse overheid weer evolueert naar een normaal schuldniveau, de federale overheid opnieuw ademruimte krijgt en Brussel en Wallonië genoodzaakt zullen worden tot efficiënt beleid.
Daarom is een regering die een sociaaleconomisch beleid voert zonder staatshervorming onzin. De vraag is dan ook hoe we dit kunnen bereiken. Hoe kunnen Walen en Vlamingen, die in het politieke roulettespel elk op een andere kleur hebben ingezet, uit hun egelstelling gehaald worden? Het initiatief van Urbain Vandeurzen van Voka is richtinggevend. Voka lanceerde samen met het Waalse UWE en het Brusselse VOB een plan om tegen 2020 een half miljoen jobs te creëren in Vlaanderen, Brussel én Wallonië. Er moeten meer van dit soort bruggen gelegd worden.
Moeten de Vlamingen dan weer eens voor de honderdste keer toegevingen doen? Neen. Maar de Waalse vraag om te bepalen wat federaal moet zijn, mag een antwoord krijgen. Het uitgangspunt daarbij is efficiëntie. Defensie, justitie, buitenlands beleid, pensioenen zijn beleidsdomeinen waarvan redelijkerwijze mag verondersteld worden dat ze op federaal niveau het best renderen. Gezondheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid zijn terreinen die efficiënter op regionaal vlak ontwikkeld worden. Wordt dit een makkelijke discussie? Neen, zeker niet. De schrik voor de macht van de Vlaamse meerderheid, die ontstaan is na de stemming over BHV, begint sommige Walen echter enige appetijt te geven voor meer overdrachten van bevoegdheden. Met een hersteld vertrouwen tussen beide taalgemeenschappen moet het mogelijk zijn.
de auteur is hoofdredacteur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier