Regering versterkt controle

Deze maand buigt het parlement zich over het nieuwe wetsontwerp op het consumentenkrediet. In het najaar volgt de versterking van het publieke toezicht op de financiële sector. Zo hoopt de regering branden in de toekomst te vermijden.

Onder druk van Economische Inspectie en Justitie stelde Citibank vorige maand 4100 beleggers met een obligatieproduct van Lehman Brothers een minnelijke schikking voor. Niet minder dan 97 % van de klanten aanvaardde het voorstel. In ruil voor de stopzetting van de gerechtelijke procedure kregen zij 65 % van de nominale waarde op hun rekening gestort. Wie drie jaar wil wachten, mag zelfs rekenen op een teruggave van 75,9 % bruto. Ook Deutsche Bank werkte een procedure uit, waarbij de gedupeerden hun stukken kunnen verkopen tegen marktkoers (gemiddeld 30 %). De financiële instelling betaalt bij de vereffening van de obligaties zelfs het eventuele verschil terug. Ook behouden de cliënten het recht om bij de rechtbank een schadevergoeding te eisen.

Het proces tegen Citibank startte eind 2009. Deze maand beslist het parket of Deutsche Bank ook gedagvaard wordt. “De huidige compromisvoorstellen zijn een stap in de goede richting, maar nog geen eindpunt”, zegt Vincent Van Quickenborne (Open Vld), de federale minister van Economie. “Onmiddellijk na de kredietcrisis heeft de regering een aantal wetgevende initiatieven genomen om de consumenten in de toekomst beter te beschermen tegen misbruiken in de financiële sector. Die maatregelen nemen echter de nodige tijd in beslag. Je moet namelijk rekening houden met de internationale context. Daarom hebben wij in eerste instantie de controles van de Economische Inspectie opgevoerd. Die aanpak wierp snel vruchten af. Denk maar aan onze acties tegen ING, Axa en Keytrade, die allemaal hun reclamecampagnes aanpasten. Ondanks de dreigbrief van Yves Delacollette, de voormalige topman van Deutsche Bank, heeft zijn opvolger het geweer van schouder veranderd. In plaats van de confrontatie kiest het nieuwe management voor de strategie van de samenwerking. Dat lijkt mij verstandig.”

Dat het Van Quickenborne menens is, bewijst zijn beslissing om gedurende twee maanden de kredietvergunning van het postorderbedrijf Neckermann in te trekken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat die onderneming zich niet hield aan de wettelijke maximumtarieven voor de jaarlijkse kostenpercentages. Ook verplichtte de minister eind vorig jaar de multimediaketen Mediamarkt tot het stopzetten van haar ‘1 euro’-campagne. Om van die voorwaarde te kunnen genieten, moest de consument een betaalkaart met consumentenkrediet nemen. Dat vond de Economische Inspectie te misleidend. Onder druk van Van Quickenborne paste zelfs Febelfin – de beroepsfederatie van de financiële sector – haar gedragscode over reclame voor niet-gereglementeerde spaarrekeningen aan.

Naast de versterkte controle op het terrein zelf, bereidde de regering op drie terreinen nieuwe maatregelen voor: betalingen (SEPA, single euro payments area), kredieten (consumentenkredieten en hypothecaire leningen) en de hervorming van het publieke toezicht op de financiële sector (Twin Peaks) met de daaraan gekoppelde consumentenbescherming.

Strijd op drie fronten

In december 2009 voerde de regering de eengemaakte betaalruimte in met de Europese overschrijving, domiciliëring en kaarten. Voortaan kunnen de consumenten hun betaalkaarten overal in Europa even gemakkelijk en aan dezelfde prijs als in België gebruiken. “Zo zal de concurrentie – lees: lagere kosten – versterkt worden”, maakt Van Quickenborne zich sterk. “Voortaan liggen de valutadagen vast. Ook hebben de klanten nu recht op terugbetaling bij foute transacties door de bank of bij kaartfraude. Voorts volstaat één handtekening om van bank te veranderen. Dat leidt allemaal tot een verbetering van de dienstverlening.”

Daarnaast keurde de ministerraad op 26 februari 2010 het nieuwe wetsontwerp op het consumentenkrediet goed. “Op het vlak van publiciteit schroeven we de vijzen aan”, zegt Van Quickenborne. “Vanaf de zomer zal er geen reclame voor hergroepering van leningen of snelkredieten meer gemaakt mogen worden. De techniek van kredietgroepering op zichzelf blijft mogelijk, mits aan de nodige voorwaarden voldaan is. Ook zal op elke advertentie de mededeling moeten staan dat geld lenen geld kost. Gratis bestaat namelijk niet. Met het oog op een verhoging van de transparantie moeten de kredietverleners uniforme informatiefiches opstellen, waarin zowel het jaarlijkse kostenpercentage als de maandelijkse afbetalingssom staan. Verder krijgt de consument twee weken de tijd om toch nog af te zien van het krediet en zijn cash uitbetalingen niet meer mogelijk. We willen dezelfde weg volgen met de woonkredieten. Hoewel daar de kans op een impulsaankoop heel wat lager ligt, moet het huidige systeem strenger worden. Zo komt er een wettelijk statuut voor de tussenpersoon en worden de onduidelijkheden over advertenties voor hypothecaire leningen weggewerkt.”

In het najaar staat de verscherping van het toezicht op de financiële sector op het programma. Nu controleert de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) alleen de banken en verzekeringsmaatschappijen op zich. Daar moet ook het gebruik en de verkoop van de producten bijkomen. Volgens minister van Financiën Didier Reynders (MR) moeten de publieke waakhonden ook kunnen optreden tegen de handel in credit default swaps (CDS’en). Dat zijn polissen waarbij de verzekeringnemer een vergoeding aan de verzekeraar betaalt om dekking te verlenen tegen het risico van niet-terugbetaling. Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft van dit jaar zal ons land pleiten voor de oprichting van een internationale instelling voor de administratieve afhandeling van afgeleide producten (clearinghuis).

Ook plant de regering vanaf 2011 de invoering van het Twin Peaks-model zoals dat in de andere lidstaten bestaat. Daarbij krijgt de centrale bank het toezicht op de financiële instellingen zelf, terwijl de CBFA en de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie zich over de regulering van de markt buigen. Aansluitend op de Europese richtlijnen en internationale afspraken zullen alle betrokken partijen binnen de sector – zowel de banken als de verzekeringsmaatschappijen – aan dezelfde spelregels onderworpen worden. In de schoot van de publieke toezichthouder zal de overheid een autonome sanctiecommissie binnen de CBFA creëren, die zich dient uit te spreken over het opleggen van administratieve geldboetes.

Van Quickenborne: “De kredietcrisis heeft aangetoond dat het noodzakelijk is de transparantie in de financiële sector te verhogen. Wat bescherming van de consumenten betreft, bestaat er tussen de coalitiepartijen het principiële akkoord om de taken te verdelen tussen CBFA (beleggingen en verzekeringen) en de FOD Economie (betaalverkeer en kredieten). Ten tweede gaan we voor alle financiële producten een uniform risicolabel uitwerken, vergelijkbaar met het etiket voor het energieverbruik van wasmachines en droogkasten. Nu al moeten de banken in het raam van de Europese richtlijn over de handel in financiële instrumenten (MiFID) een profiel van hun klanten opstellen. Die verplichting zal uitgebreid worden naar de producten zelf. Desgewenst kan de CBFA een voorafgaande goedkeuring voor reclame op de financiële producten eisen, een vergunning van een beleggingsonderneming intrekken of een verkoopverbod opleggen. Nu lopen we telkens de feiten achterna. Tevens krijgt de publieke waakhond de bevoegdheid om onaangekondigde en anonieme inspecties te organiseren (mystery shopping). We zullen ook een wettelijk statuut voor hypotheekmakelaars en financiële planners invoeren. De financiële sector zal verplicht worden transparant te communiceren over de commissies en andere vergoedingen die ze ontvangt.”

Ten slotte stelt de federale minister van Economie samen met zijn collega Reynders voor het minimumbedrag voor de vrijstelling van de prospectusrichtlijn op Europees vlak op te trekken naar minstens 100.000 euro. Van Quickenborne: “Nu ontsnappen er nog te veel malafide beleggingsadviseurs aan de controle van de overheid. Zij vinden altijd wel een uitweg naar belastingparadijzen.”

Class actions

Eind vorig jaar besliste de regering een voorontwerp van class actions ter advies voor te leggen aan de Orde van Vlaamse Balies, de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de diverse verbruikersorganisaties. In het najaar van 2010 zal het parlement zich over de tekst buigen.

Van Quickenborne: “Na een lange discussie zit iedereen nu min of meer op dezelfde golflengte. Conform de Europese aanbeveling zullen we een collectieve vordering invoeren. Die vorm van groepsactie laat een minnelijke schikking tussen de mogelijke slachtoffers en daders toe. We moeten echter absoluut vermijden dat de rechtsprocedures geïnspireerd kunnen worden door winstbejag van de advocaten, zoals in de Verenigde Staten gebeurt. Daarom verkies ik een combinatie van het Nederlandse en het Canadese systeem, die de verzoeker in staat stelt om in naam van een groep personen zonder voorafgaande volmacht een rechtsvordering in te stellen. De uitspraak van de rechter zal dan gevolg hebben voor alle leden van de groep.”

Indien de betrokken partijen tot een akkoord komen, zal een collectieve schadeloosstelling via een vereenvoudigde procedure mogelijk worden. Principieel voorziet het voorstel voor de gedupeerden de mogelijkheid om niet mee te doen, maar dan moeten ze dat wel voor een bepaalde datum bekendmaken (opt out). Alleen als de magistraat dat systeem onaangepast acht of de betrokken personen in het buitenland verblijven, moeten de slachtoffers binnen een bepaalde termijn expliciet kiezen voor deelname aan de overeengekomen vergoeding voor de massaschade. Bij gebrek aan een overeenkomst kan de zaak nog altijd bij de rechtbank aanhangig gemaakt worden.

Naast een beperking van de gouden handdruk tot één jaar en de spreiding van de bonussen in beursgenoteerde bedrijven over minstens twee jaar, legt de Belgische regering zich hoofdzakelijk toe op de werkwijze van banken en verzekeringsmaatschappijen om het geld van de spaarders in te zetten voor kredieten. Van Quickenborne: “Zo hopen we gedupeerde beleggers in crisistijden bij te staan en faillissementen zoals die van Master Finance en Kobelco in de toekomst te vermijden. De beurscrash was geen gevolg van het liberale marktsysteem, maar een falen van een soms slecht gecontroleerde sector. Door nu de gaten in de dijk systematisch te dichten, trekken we de juiste conclusies uit de kredietcrisis.” (C)

Door Eric Pompen

“De beurscrash was geen gevolg van het liberale marktsysteem, maar een falen van een soms slecht gecontroleerde sector.”

Vincent Van Quickenborne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content