REDDER VAN HET WAALSE STAAL?
ANTWOORD IN 2002.
De Europese Commissie heeft vorige woensdag het overnameplan goedgekeurd van UGB, de vroegere Usines Gustave Boël, binnenkort Duferco La Louvière.
De Duferco-groep, die het bedrijf van het Nederlandse Hoogovens overkoopt, werkt daarvoor samen met de Société wallonne pour la Sidérurgie ( SWS), het investeringsvehikel van de Waalse overheid voor de staalindustrie. Volgens de Europese Commissie is de inbreng van SWS in UGB geen staatssteun, maar “een kapitaalinbreng die een privé-investeerder in deze marktsituatie ook had kunnen doen.” SWS participeert voor 25% in een kapitaalverhoging van 2,88 miljard frank en bezit nu 46% van UGB. SWS ondersteunt ook een kwart van de totale lening – 1,12 miljard frank – die Duferco afsloot. SWS participeert ook nog altijd in Cockerill, waar het een uitstapregeling op zeven jaar heeft bedongen. Maar daar heeft het overheidsvehikel een vetorecht bij strategische beslissingen. Binnen Duferco niet.
Met de afwikkeling van het UGB-dossier lijkt de redding van het Waalse staal ingeluid. Cockerill en Fafer kunnen verder onder de vleugels van Usinor, het nummer drie van de wereld. Duferco La Louvière en Duferco-Clabecq kunnen samen een performante geïntegreerde staalfabriek in het midden van het land vormen. “Duferco wil in La Louvière investeren in bekledingscapaciteit om het ruwstaal uit Clabecq te verwerken. Daarom zijn de twee bedrijven samen sterker dan alleen,” vindt vakbondsafgevaardigde Marc Jespers van de christelijke CSC in Charleroi. Het systeem-Clabecq is een arm industrieel systeem: de fabriek kan amper de helft van zijn totale productie aan ruwstaal verwerken tot bekleed staal met een hoge toegevoegde waarde. UGB heeft een overcapaciteit op de verwerkingslijn. Samen kunnen de twee bedrijven tot 2,5 miljoen ton bewerkt staal afleveren op een markt die breder is dan de markt die Sidmar en Cockerill vandaag bedienen. Alleen, waarschuwt Michel Capron, onderzoeker van het Waalse staal aan de UCL: “De oven van UGB viel de jongste maanden veel te vaak stil en de kwaliteit van het staal dat Clabecq produceert, blijft ondermaats voor de belangrijkste potentiële afnemer – de autosector.”
De sociale gevolgen van de samensmelting zullen alvast niet min zijn. Het vroegere Forges de Clabecq functioneert vandaag met de helft van het aantal werknemers. De lonen zijn naar beneden gehaald, de drempels – er was bijvoorbeeld een apart statuut voor bijna elke werknemer – gesloopt. Ook bij UGB, dat zijn verkooporganisatie voor Frankrijk, Myriad, in de groep-Hoogovens zag opgaan, moeten de lonen omlaag en zal het arbeidssysteem worden omgegooid. Pijlsnel. Zegt Capron: ” Jean Gandois heeft bij Cockerill tien jaar gewerkt om zijn Horizon 2000-plan verkocht te krijgen. Bij Clabecq is het nieuwe arbeidssysteem op enkele maanden doorgevoerd. UGB moet het net zo snel doen.”
Maar uitgerekend op die sociale reconversie beet Hoogovens zich de tanden stuk. Zelfs in 1998, een absoluut topjaar voor het wereldstaal, boekte Hoogovens nog grote verliezen bij UGB. “Onze cultuur is compatibeler met de Waalse,” meent voorzitter Roberto Grosso van Duferco-Clabecq. “Bovendien hebben we de ervaring van Clabecq.” En garandeert Duferco het behoud van de staalfabriek op langere termijn, een eis waarop Hoogovens afknapte. Duferco belooft het behoud van de elektrische oven en biedt UGB duidelijke toekomstperspectieven in zijn industrieel plan. “Hoogovens wilde een reuzenstap nemen, waarvoor La Louvière niet rijp was,” vermoedt een analist. “Nu beseft iedereen dat er geen andere keuze is.”
De langetermijntoekomst van het Waalse staal blijft echter bedreigd. Nichespeler Fafer, dat 800 ton hoogwaardig roestvrijstaal maakt, kan voortleven zolang zijn gespecialiseerde marktsegment blijft bestaan. Maar Cockerill is in hoge mate afhankelijk van de goodwill van Usinor om te blijven investeren. En Duferco, dat markten ontgint waar alle staalmastodonten op werken, is volledig afhankelijk van de evoluties in de sector, die neigt naar grotere toegevoegde waarde. De krachtenbundeling in La Louvière lijkt daaraan te werken. Maar, waarschuwt Michel Capron: “Duidelijkheid over de toekomst van het staal in Wallonië komt er ten vroegste in 2002, als er over een nieuwe hoogoven of elektrische oven wordt beslist. En daar ligt een probleem: het Waalse staal bestaat niet meer. Wallonië is elke beslissingsmacht kwijt. Onderhandelen in Lugano of Parijs ligt heel wat moeilijker dan even gaan praten met Desy, Gandois of Delaunois.”
FRANK DEMETS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier