Wolfgang Riepl
Red ons van het PS-socialisme
Betweters van diverse pluimage rolden de voorbije week over elkaar met verklaringen voor de sluiting van Ford Genk. Maar als we nu eens een einde maken aan dat verstikkende overheidsbeslag?
België heet niet toevallig het land van het surrealisme. De sluiting van Ford Genk gaf aanleiding tot weer een flinke aanvulling van het surrealistische rariteitenkabinet.
De krant De Tijd zag achter de sluiting van Ford Genk een Duits manoeuvre. Dat is dan al de derde keer, want ook achter het opdoeken van Volkswagen in Vorst en Opel in Antwerpen schuilde perfide Duitse machtsdrang. Vreemd, want de productie van Genk verschuift naar het Spaanse Valencia.
In het federale parlement kreeg Kamerlid en Ford Genk-werknemer Meryame Kitir (sp.a) een ontroerend applaus na haar alarmkreet, tranen incluis: “Politici, we rekenen op jullie!” Goed voor 3 seconden emotiecultuur. Maar politici zijn vrij machteloos en zeker geen heilsbrengers. Meryame Kitir levert zelf het beste voorbeeld. Ze is Kamerlid sinds 2007, maar heeft zelf ook niets kunnen verhelpen aan de verdwijning van de autoassemblage in België.
De federale minister van Pensioenen, Alexander De Croo (Open Vld), kan voortaan een button dragen met als eretitel ‘harteloze boskabouter’. De barbaar had kritiek geuit bij een brugpensionering van wellicht kerngezonde en technisch zeer bekwame werknemers vanaf hun vijftigste. De Waalse toppolitica Laurette Onkelinx (PS) greep de sluiting van Ford Genk gretig aan als excuus voor een riant stimuleringsprogramma door de overheid. De middelen voor dat PS-manna komen zoals steeds wellicht uit de hemel gevallen.
Rare jongens, die Belgen. In nauwelijks zes jaar zijn drie grote autoassemblagefabrieken verdwenen. De oorzaken van die aftakeling zijn al uitvoerig en tot den treure herhaald. Uiteraard is er de huidige, en misschien nog enkele jaren aanslepende crisis in de verzadigde Europese automarkt. Maar voor België is er meer aan de hand. Elke ondernemer in dit land met activiteiten in het buitenland maakt zijn rekening en ziet veel te hoge brutolonen. Daarnaast zijn in België nog nauwelijks technisch geschoolde mensen te vinden. Industrie heeft een vuil en onaantrekkelijk imago, terwijl iedereen met wat handige handen meteen in diverse bedrijven aan de slag kan. De Belgische concurrentiepositie daalt in sneltreinvaart. En dan hebben we het niet over zijn positie tegenover lagelonenlanden, maar vooral versus de buurlanden. Punt aan de lijn.
In Trends van 1 november tonen Limburgse ondernemers hoe het wel kan. Met voluntarisme – en hopelijk is die instelling niet naïef – blikken zij vooruit. Maar daarvoor zijn aanmoediging van ondernemerschap en een flexibele en geschoolde arbeidsmarkt nodig. Het PS-socialisme en het dito overheidsbeslag tonen nu al ruim een eeuw hoe het niet moet, met de blijvende aftakeling van Charleroi en Luik en enkele Brusselse gemeenten tot gevolg. In die regio’s is het al te laat, want de meerderheid van de kiezers bestaat uit steuntrekkers. Laat aan Limburg die kelk voorbijgaan. Want die tienduizend ontslagen werknemers verdienen beter. Of geeft de sluiting van Ford Genk eindelijk het startschot voor structurele hervormingen door deze ‘marxistische’ regering?
Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier