Red het kapitalisme
George Soros, de rijkste en meest gevreesde speculant ter wereld, waarschuwt voor het ongebreidelde kapitalisme. Heeft hij last van valse schaamte of wil hij de liberale democratie redden, zoals hij zelf beweert?
Als geen ander belichaamt George Soros de Amerikaanse Droom. Als telg van joodse ouders zag zijn toekomst er bij zijn geboorte in Boedapest in 1930 niet hoopvol uit. Hij overleefde er de nazi’s. Pas toen de communisten er in 1947 de plak zwaaiden, vluchtte hij naar Groot-Brittannië. De berooide Dzjchdzhe Shorash versierde er een beurs, veranderde zijn naam en studeerde aan de London School of Economics. Aanvankelijk wilde hij furore maken als filosoof, maar daarin faalde hij. Hij toog dan maar aan het werk in de City. In 1956 had hij voldoende succes als jong en briljant belegger om de overstap naar New York te wagen.
De rest leest als een sprookje van Goldfinger in Wall Street. In 1969 startte hij zijn eigen beleggingsvehikel, het Quantum Fund. In 1992 werd hij berucht, toen hij door speculeren tegen het Britse pond de Bank of England op de knieën kreeg, het Europees Monetair Stelsel dooreenschudde en zo’n slordig miljard dollar winst binnenreef. Ondertussen laat hij zich ook graag gelden als filantroop, die vooral in Oost-Europa miljoenen dollars uitdeelt.
MARKTFUNDAMENTALISME.
In De crisis van het mondiale kapitalisme – De ondergang van de vrije wereld ziet Soros het neoliberalisme uitmonden in een globale crisis, waarvan de ouverture bestaat uit de beursmalaise van augustus 1998 en de financiële slapte in onder meer Zuidoost-Azië en Rusland. “Door het marktfundamentalisme is het mondiale kapitalistische stelsel ongezond en onhoudbaar geworden.” Met marktfundamentalisme, een spijkerhard neologisme, verwijst hij naar het teugelloze laisser faire. Zo’n uitspraak verwacht je om de haverklap van Jean-Luc Dehaene, Louis Tobback of, godbetert, Steve Stevaert, maar niet van het vleesgeworden symbool van de hedendaagse monsterspeculant. Soros stelt vele van zijn (heimelijke) bewonderaars gerust: “Ik wil duidelijk stellen dat ik het kapitalisme niet wil afschaffen. Ondanks zijn gebreken is het beter dan de alternatieven. Maar ik wil wel trachten te voorkomen dat het mondiale kapitalistische stelsel zichzelf te gronde richt.”
Het kernprobleem schuilt in de financiële markt. Soros verwerpt het uitgangspunt van de klassieke economen, die vinden dat de markt uiteindelijk steeds weer tendeert naar een evenwichtstoestand. Na elke verstoring volgt een herstel van het evenwicht. Op die golfbeweging gedijt het kapitalisme. Onzin, vindt Soros, die prompt uitpakt met zijn stokpaardje: niet het begrip evenwicht beheerst de financiële en tal van andere sociale en economische verschijnselen, maar de reflexiviteit. Als je je niet bladzijdenlang wil laten onderhouden over dit begrip, moet je Soros’ boek vooral niet ter hand nemen. Even op de tanden bijten. In de fysica bewegen atomen zich zoals ze zich bewegen. Onze mening doet niet ter zake. In de financiële markt gaat het er anders aan toe. Mensen reageren op gebeurtenissen en vormen een mening. Hun mening wordt geuit én heeft een invloed op de koers. Er bestaat een wederkerig verband tussen beslissingen in het heden en gebeurtenissen in de toekomst. Dit verband noemt Soros reflexiviteit.
SOROS ONTMOET MARX.
De financiële alchimist beweert dat hij ook zijn speculaties baseert op zo’n feedbackmechanisme, al blijft hij (te) vaag over de tastbare uitwerking ervan. Het geheim van zijn beleggersrecept laat hij zich niet ontfutselen. Op dit vlak moeten vele lezers zich dan ook bedot voelen, al zullen ze wel likkebaarden van enkele berekeningen die Soros voorschotelt over het volgen van een muntcrisis, zoals zijn dagboek over de cakewalk die de roebel de voorbije maanden maakte. (Het boek is inderdaad markant actueel.)
Het probleem is dat de marktfundamentalisten niet alleen hun ongelijk niet willen inzien. Ze besmetten ook de volledige maatschappij met hun laisser faire-bijziendheid. Uiteindelijk slopen de deregulering en het profijtbeginsel ook de sectoren waar ze niet thuishoren (zoals onderwijs en gezondheidszorg) en waar ze als olifanten in een porseleinwinkel tekeer gaan. Zelfs de normen en waarden worden vervangen door winstmaximalisatie. Marx en Engels maakten de juiste analyse, maar hun medicijn (het communisme) was erger dan de kwaal. Daarom roept Soros op tot een sterke overheid. Omdat dit niet langer kan op een eng nationaal vlak, moet dit op een grotere schaal gebeuren. Hervormde Verenigde Naties zouden veel kunnen realiseren, al blijft Soros hierover alweer te vaag en soms ook tegenstrijdig. Hij spant zich hoe dan ook stevig in om de Open Society, de niet door dogma’s en fundamentalisten aller aard gehinderde open democratische samenleving, te redden. Zowel zijn analyse, pleidooi als zijn kuur zijn hartverwarmend humaan, maar niet altijd even consequent of accuraat uiteengevouwen.
George Soros, De crisis van het mondiale kapitalisme. Contact, 288 blz., 995 fr. ISBN 9025497225.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier