Red de pensioensolidariteit
De actie ‘Red de solidariteit’, een oproep om de band tussen rijke en arme regio’s in België te behouden, heeft al 80.000 handtekeningen opgeleverd. Wanneer wordt er een petitie gelanceerd om de pensioensolidariteit te redden? Ons wettelijk pensioenstelsel dreigt stilaan het omgekeerde te bereiken dan wat aanvankelijk bedoeld werd. Niet dat er sprake zou zijn van een gebrek aan solidariteit. Het tegenovergestelde is het geval: een steeds grotere groep Belgen draagt in verhouding te veel bij aan het wettelijk pensioenstelsel.
Door plafonnering van de lonen die in rekening worden genomen voor de berekening van het werknemerspensioen en door niet-plafonnering van de bijdragen, zijn er steeds meer mensen in de privésector die meer in het pensioenstelsel steken dan ze eruit halen. Dat hoeft geen drama te zijn, omdat de solidariteit moet blijven bestaan. Armere gepensioneerden kunnen rekenen op de bijdragen van de rijken. Maar de groep die meer bijdraagt dan ze ooit zal ontvangen, wordt steeds omvangrijker. Tegen 2050 gaat het om 56 % van de bedienden en 15 % van de arbeiders. Vroeger waren het vooral hogere inkomens die tegen het loonplafond botsten. Nu zijn het steeds meer middeninkomens die dat maximum bereikten. Een gehuwde veertiger die vandaag rond 4000 euro bruto per maand verdient, botst al tegen dat loonplafond, zo berekenden we (zie blz. 34). Die situatie heeft perverse gevolgen. Steeds meer werknemers verlaten het te solidaire pensioenstelsel en worden zelfstandigen of richten een managementvennootschap op. Die groep betaalt niet alleen minder bijdragen, ze zorgt er ook voor dat wie in het systeem blijft, steeds hogere lasten moet dragen.
De beste manier om het evenwicht te herstellen, is de plafonnering van de bijdragen herinvoeren die in de jaren tachtig werd afgeschaft. Dan zou er opnieuw een billijk verband bestaan tussen wat je betaalt aan het systeem en wat je er later voor terugkrijgt. Zo’n herplafonnering zal massa’s kritiek uitlokken. Een klassieke bedenking is dat de rijken daardoor niet méér zullen bijdragen dan minder gegoeden, terwijl ze over een grotere financiële draagkracht beschikken. Die kritiek kan nochtans makkelijk gepareerd worden via progressieve sociale bijdragen, waarbij alle lonen minder met bijdragen worden belast, maar de lagere lonen minder dan de hogere. Een plafonnering is ook een goede zaak voor de werkgelegenheid, omdat ze gekwalificeerd personeel niet langer uit de markt prijzen. Meteen slaan we twee vliegen in één klap: de grijze cellen worden met zo’n maatregel in eigen land gehouden en de pensioensolidariteit wordt tot redelijke proporties herleid. Wel wordt er met de herplafonnering een gat in de sociale zekerheid geslagen. Dus kan die maatregel niet op zich worden doorgevoerd. Een reddingsplan voor de solidariteit moet breder zijn en ook rekening houden met alle elementen die de neutraliteit van het pensioensysteem in gevaar brengen. Zo moet het riante ambtenarenpensioen worden afgebouwd en moeten de ‘gelijkgestelde periodes’ (periodes van werkloosheid bijvoorbeeld) niet steevast worden meegerekend in de bepaling van de loopbaanjaren. Maar eerst moet er werk gemaakt worden van een pensioenmalus, die vervroegde uittreding financieel bestraft. Die bestaat alleen voor zelfstandigen. De malus opnieuw invoeren, zodat een werknemer 5 % van zijn pensioen verliest per jaar dat hij zijn carrière voor zijn 65ste beëindigt, moet de sociale zekerheid meer ademruimte geven.
Door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier