RECHTERS EN BANKIERS

Le juge Versluys wordt op hoge leeftijd een Europese mediavedette. De Belgische rechtspraak in faillissementen werd waaghalzerig opgerokken door de voorzitter van de handelsrechtbank van Nijvel. Rechter Versluys riep de bankiers uit tot feitelijke bestuurders van de ondernemingen waaraan zij kredieten verstrekken. Gelijklopend besliste de rechtbank van koophandel van Antwerpen in kortgeding dat Kredietbank zonder verwijl haar kredietlijn ten gunste van Van Mierlo-Proost in Turnhout moet heropenen. De Belgische rechters worden bankiers en nemen plaats aan de vergadertafel van het kredietcomité. De rechters-bankiers verhogen het kredietrisico van de financiële instellingen. Zonder ingewikkelde redenering is duidelijk dat de hoeveelheid kredieten zal krimpen en hun prijs zal stijgen.

Wat is de positie van het risico in onze samenleving ? De beheersing, de mathematisering van het risico door de waarschijnlijkheidstheorie en later de computersimulaties, is één van de centrale veroveringen waardoor de moderne tijd zich onderscheidt van het verre verleden. Toen was risico een onheil dat de mensheid gelaten onderging. Het wetenschappelijke risk management met als vaders de wiskundigen de Méré, Pascal en Bernoulli bevrijdde de handel en de industrie van de orakels en de waarzeggers. Het zorgzaam omspringen met risico’s is de kern van het bankiersvak. De Belgische rechters verhogen de risico’s voor de beroepsmensen.

Waar halen de rechters hun nieuwe inzichten ? Uit de internationale en de nationale rechtspraak, en uit een reactionaire visie op het industriebeleid. Eerst de rechtspraak. Luc Versluys en zijn Antwerpse confrater hebben zich laten bezielen door recht dat nog recht moet worden. Een nieuwe wet op het concordaat draait door de lome molens van de parlementaire besluitvorming. Die toekomstige Belgische teksten zijn geïnspireerd door Franse wetten van de jaren tachtig. Kern van de wetgeving van l’Assemblée Nationale was het verwezenlijken van een heropbouwplan ( un plan de redressement) voor een onderneming in moeilijkheden. Voor de Franse wetgever primeren de belangen van de “gemeenschap” van arbeid, kapitaal, klanten, leveranciers en omgeving die de onderneming is, boven de belangen van de aandeelhouders en hun vertegenwoordigers, de bestuurders. Het zijn noch Franse begrippen, noch Franse woorden, maar hier klimt de tegenstelling tussen stakeholders en shareholders naar de oppervlakte. (Ter zijde, het gevolg van de Franse wet is, dat de banken in Frankrijk sneller de kredietkraan dichtdraaien, de nieuwigheid heeft een tegengesteld effect.)

Luc Versluys heeft zich bovendien gespiegeld aan de wetten tegen de koppelbazerij. Artikel 63ter van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen (waarnaar Versluys verwijst) ontstond in 1978 om de koppelbazerij uit te roeien. Artikel 63ter is het wapen om niet alleen de wettig aangestelde bestuurders van een illegaal bedrijf voor de plaatsing van werkkrachten aan te pakken, maar ook de feitelijke bestuurders te vervolgen. Artikel 63ter bestrijdt de Bongiorno’s en consorten van België. In ’82 kreeg artikel 63ter een nieuwe dimensie. Bij het faillissement van Bodart Fittings besliste de Brusselse rechter dat de Belgische regering eigenlijk bestuurder was geworden van deze onderneming, omdat ze haar financiële hulp voortzette op een ogenblik dat het meer dan klaar moest zijn dat de onderneming reddeloos verloren was. Nadien waren er nog faillissementen, waarbij de overheidssteun ertoe leidde dat de staat gepromoveerd werd tot feitelijke bestuurder. Le juge Versluys is een fikse stap verdergegaan door niet de Waalse regering aan te wijzen als feitelijke bestuurder van Forges de Clabecq, maar de twijfelachtige eer te gunnen aan de bankiers van de staalonderneming.

Vervolgens het industriebeleid. Voor tien jaar was de eensgezindheid dat ondernemingen in moeilijkheden kost wat kost gered moesten worden. Dit geloofspunt wankelt. Het inzicht vandaag is dat ondernemingen momenten en constructies in de tijd zijn en geen eeuwig leven verdienen. Alles vloeit. Ondernemingen mogen ter ziele gaan, zonder krokodillentranen of volksrevoluties. Belgische rechters voeren met hun recente uitspraken een achterhaalde oorlog. Zij bemoeilijken de vernieuwende rol van de banken bij de bedrijven. De grenzen tussen kredietverlening en de verstrekking van kapitaal door bankiers worden vager. Waar eindigt hier de rol van de bankier en begint de rol van de rechter ? Voorbeeld. Een bank verschafte kredieten aan een onderneming die in een orkaan belandt. De rechter verplicht de bank het krediet om te zetten in kapitaal. Wat dan ? Precies op een ogenblik dat de roep om de-reglementering, liberalisering, marktwerking algemeen wordt, verzinnen Belgische rechters juridische beschikkingen om de tijdsgeest de nek om te draaien.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content