RECHTERS AAN DE MACHT?

U bent zaakvoerder van een diepvriesgroentebedrijf en verwerkt dag en nacht tonnen groenten. De waterzuivering hapert echter af en toe. U wordt gedagvaard voor het lozen van bedrijfsafvalwater. Tot tweemaal toe. En tweemaal veroordeeld tot een geldboete van 24.000 euro. Kruis uw vingers, want met dit voorval opent zich de juridische doos van Pandora.

Als minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) straks haar slag thuishaalt (en de kans is klein dat dit nog gebeurt vóór de kiesdatum van 10 juni), dan mag de rechter u ook een sluiting opleggen, een handelsverbod of het verbod om nog deel te nemen aan overheidsopdrachten. Uw bedrijf komt dan terecht in een centraal strafregister. En op basis hiervan kan de overheid u weigeren nog verdere subsidies toe te kennen.

Kafkaësk? Eigenlijk wel. Zulke draconische maatregelen zijn bedoeld om malafide mensenhandelaars of de Russische maffia van het Antwerpse Falconplein aan te pakken, niet om regulier ondernemerschap te bestraffen. De situatie is ook typisch Belgisch. In dit land heeft de wetgever geoordeeld dat nagenoeg elk misdrijf dat door een bedrijf, een ondernemer of zelfstandige kan worden begaan – sociaal, economisch, financieel of fiscaal – strafrechtelijk moet worden aangepakt.

De kiem van het onheil ligt in de wet van 4 mei 1999 (op 22 juni in het Staatsblad gepubliceerd). Die zorgde voor een heuse kentering in het Belgische recht. De rechter kan sindsdien een bedrijf bestraffen, zonder dat de fout aan een natuurlijke persoon moet worden toegerekend. Het ideale wapen, zo hoopte de overheid, om criminele organisaties waarachter heel wat schimmige figuren actief zijn, aan te pakken.

De wet werd echter een mikmak. Ze was net voor de kiesstrijd goedgekeurd en hing met haken en ogen aan elkaar. Rechters raakten hopeloos verstrikt in de eigen dossiers, de werklast op de parketten stapelde zich op en de juridische zekerheid werd ondermijnd. Een wetswijziging werd acuut. Een kolfje naar de hand van ‘vrouwe Justitia’ Onkelinx.

In haar wetsontwerp bracht de PS-dame de nodige correcties aan. Maar ze deed er nog een schepje bovenop en gaf de rechter meer armslag. Vandaag mag een rechter geen rekening houden met een vorige veroordeling om een rechtspersoon te straffen. Straks zal hij dat wel kunnen. En straks zal hij ook een natuurlijke én rechtspersoon voor hetzelfde misdrijf kunnen vonnissen, zelfs als er geen opzet in het spel is. Nu kan dit alleen als het misdrijf opzettelijk is gepleegd.

België begint – onder het goedkeurende oog van deze regering – steeds meer te lijken op een régime des juges. De kans dat een ondernemer, bestuurder of belastingplichtige met zijn vennootschap voor de strafrechter wordt gedaagd en veroordeeld, is exponentieel toegenomen. Ook op het fiscale vlak is de aansprakelijkheid van bedrijfsleiders danig verzwaard: een gewestelijke directeur van de btw kan nu bewarend beslag leggen, een persoonlijke waarborg eisen of de sluiting vorderen bij niet-betaling van de aanslag (zie blz. 16).

Uiteraard moet een landbouwer die hormonenkoeien in het slachthuis aanbiedt of een ondergrondse mestkelder opzettelijk laat lekken, streng aangepakt worden. Uiteraard moet een bedrijfsleider die de oppervlakte van zijn productiefiliaal verdubbelt zonder milieuvergunningen, hiervoor worden beboet. De grens tussen kwaad opzet en goede trouw begint echter stilaan te vervagen.

Wie onderneemt, wordt al bijna per definitie schuldig geacht. Wat met een pluimveeslachter die een milieuvergunning heeft om te slachten en die verhuist naar nieuwe gebouwen die stedenbouwkundig zijn vergund. Eén ding ontbreekt: hij kan het vlees nog niet naar de koelinstallatie (die deels is ondergebracht in niet-vergunde gebouwen) brengen. Is hij in de ogen van de rechter te kwader trouw als hij zijn activiteit toch voortzet?

Alles hangt af van de soevereine kijk van de rechter van dienst. Wil die een precedent scheppen of rekening houden met de realiteit? Heeft hij oog voor nuance of kijkt hij naar de letter van de wet? Een ding is zeker: het worden wel érg risicovolle tijden als ondernemers het lot van hun bedrijf moeten laten afhangen van de persoonlijke inschatting van een rechter of – erger nog – de beroepsijver van een fiscale ambtenaar.

Op blz.9 vindt u een recht van antwoord van Forum Ethibel op de Intro die op 25 januari 2007 op deze pagina verscheen.

Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content