Rebellen, ruw en reformatie

Gevraagd, een nieuwe generatie. De Antwerpse diamantairs moeten merkbewuster worden, fiscaal oprechter zijn, dialogeren met de niet-gouvernementele organisaties en gevoeliger zijn voor ethische pijnpunten. Peter Meeus, 37, leidt een half jaar de Hoge Raad voor Diamant. De branche begint aan een reformatie. Volgt zoniet een boycot van diamant in navolging van de strijd tegen de pelsen?

H inga Sankoh stopt voor de juwelierswinkel met de aankondiging Achat diamant brut. Spiedend rijdt een politiecombi voorbij. De schaduw van het Centraal Station vult de straat. De diepe zakken van de boernoes lozen een grauwe omslag. Slijt de Afrikaan zijn smokkelwaar? Hinga Sankoh opereert op de vrije markt, 40% van het aanbod ruwe diamant in Antwerpen. De vrije markt betekent los van het diamantkartel van De Beers. Het kartel controleert het ruw van Zuid-Afrika, Botswana en Namibië, Rusland 65% van de wereldproductie. Hinga Sankoh is maar een kleine vis die zijn karaten in de oorlogsgebieden van West-Afrika verzamelt. Het vrije ruw volgt onnaspeurbare kronkelwegen van de mijnen van Sierra Leone, Liberia, Guinea en Angola naar de kopers. Jonas Savimbi van Unita in Angola en onmeedogende krijgsheren met horden die lippen, oren, neuzen en genitaliën afsnijden, financieren hun wapens met het ruw en met olie. Zuid-Afrika’s military intelligence, de Corsicaanse maffia, het Franse oliebedrijf Elf en het huurlingenbedrijf Executive Outcome, dat betaald wordt met mijnconcessies, opereerden in deze business. Zakenlui stropen de regio af om gesmokkelde diamant te kopen, onder meer de Zuid-Afrikaan Fred Rindle, Leonard Minin uit de Oekraïne en de Israëliër Yair Klein.

Antwerpen is traditioneel de belangrijkste handelsplaats ter wereld voor ruw en geslepen goed. Negen op tien van alle ruwe stenen verwisselen van eigenaar aan de Schelde. Peter Meeus (37), de jonge directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant: “De grootste kracht van Antwerpen is zijn handel in ruw. Wij financieren die transacties en we hebben de topslijpers. Er zijn kapers op de kust om de vrije markt in te palmen. Als die wegvalt, zijn we geraakt in ons krachtigste argument voor Antwerpen. Zonder vrij ruw verminderen de kopers.” Antwerpen is het mikpunt van een hetze van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) die de diamantairs beschuldigen van medeplichtigheid in de West-Afrikaanse wapenhandel. In de spits loopt bijvoorbeeld Canada, dat een groeiende producent wordt van ruw en koketteert met zijn ethical and environmental-friendly steentjes. PAC, een Canadese NGO, en zijn studie The Heart of the Matter worden onder meer door de Canadese overheid gefinancierd (zie ook onze rubriek Trend over NGO’s, blz. 118). Canada produceert vandaag 4,5 miljoen karaat per jaar, in 2005 naar schatting 12 miljoen, 8% van de wereldproductie.

Diamant is essentieel voor Antwerpen en Vlaanderen: de omzet bedraagt 730 miljard frank, 12% van het Vlaamse regionale product. Dertigduizend mensen, waaronder drieduizend arbeiders, zijn rechtstreeks of onrechtstreeks in de branche tewerkgesteld. In 1999 steeg de omzet van De Beers met 57% en 2000 wordt eveneens een succesjaar, voorspelt Gary Raiffe, chief executive officer. De verkoop van De Beers is de temperatuurmeter van de sector.

Peter Meeus: “Ik werk twaalf jaar in de diamant en ken de schandalen, maar ook het ongelooflijk goede van deze sector. We zullen zelf oplettender worden voor kwalijke praktijken, maar eisen redelijkheid en feiten in discussies zoals de belasting, de smokkel, de erkenning van diamantairs, de praatjes over Russische onderwereldfiguren in Antwerpen. Ik ken na een behoorlijke carrière in de Antwerpse diamantsector nog altijd maar enkele Russen. De Russische maffia in Antwerpen is een mythe en die wordt gevoed door de laksheid van de overheid tegen malafide juweliers die soms een Georgische achtergrond hebben.”

Bernard Finkelstein toont een groen pillendoosje dat makkelijk zou passen onder de broeksband. De grootvader van Finkelstein was medestichter van de Beurs voor de Diamanthandel, en de Société Diamantaire Ch. Finkelstein dateert van 1896. Bernard Finkelstein behoort tot de diamantaristocratie en presideert de Vereniging van Invoerders van Ruw. Hij handelt in vrij ruw en heeft vandaag geen zicht bij het Central Selling Office van De Beers in Londen. De 160 zichthouders kopen de dozen met ruw die hen gegund worden door De Beers op basis van de marktomstandigheden, hun beroepskennis en hun financiële kracht. “De internationale ruwhandel kan je niet controleren zonder de grenzen in delen van Afrika met internationale troepen hermetisch af te sluiten en De Beers een monopolie te gunnen in Sierra Leone, Guinea en Liberia,” zegt Finkelstein. “Voor hoeveel dollar denk je dat er in dit groene doosje kan? Mijn familie heeft zich gered in de jaren veertig in de Verenigde Staten met diamanten in dergelijke beursjes. Een diamant heeft van nature een hoge waarde voor een kleine hoeveelheid. Dergelijke minuscule goederen waterdicht controleren is hersenschimmig.”

De Verenigde Naties keurden op 12 juni 1998 een embargo tegen de Angolese diamanten van Unita goed. In de hall van de Hoveniersstraat 22, het hoofdkantoor van de Hoge Raad voor Diamant, staat een tafel met pen en papier voor de petitiecampagne “No Diamonds for Arms”. De invoer uit West-Afrika bedraagt hooguit 3% van de Antwerpse import. Peter Meeus: “De HRD erkent het probleem. We werken mee met de Verenigde Naties en de Belgische regering om het te bekampen, maar we weigeren de rol van zondebok die NGO’s als Global Witness en PAC ons opdringen. Een onderdeel van ons engagement is de bewustmakingscampagne. De studie The Heart of the Matter van PAC is oppervlakkig en pamflettair.”

Aan de muur van Mark Van Bockstael, directeur van het Gemmologische Instituut – de wetenschappelijke arm van de HRD -, hangt een kaart van Angola: “De rivieren van Noord-Angola zijn rijke vindplaatsen van alluviale diamant. Noord-Angola is het gebied van Unita. De rivieren vloeien naar het noorden, dus naar West-Kasaï en Tsjikapa in Congo. Deze stenen hebben eenzelfde vingerafdruk als de stenen van Noord-Angola. Hoe kan je dan hun oorsprong bepalen? De studie The Heart of the Matter is voor een groot deel nonsensicaal. Ik spot niet met de problemen van Sierra Leone en zag op CNN de documentaire over de gruwelen in die bendenoorlogen. Maar deze problematiek is niet typerend voor diamantgebieden. Els De Temmerman beschrijft in haar recente boek over Soedan en zijn kindsoldaten gelijkaardige taferelen.”

De diamant van Sierra Leone en Guinea is altijd verkocht langs Monrovia in Liberia. Die stad had de noodzakelijke infrastructuur. Liberia exporteerde traditioneel veel steentjes, ondanks het feit dat zijn diamantproductie nul is, vertelt Bernard Finkelstein: “Wij kopen of verkopen geen wapens, wij kopen en verkopen diamanten in dollars. Wat er nadien met die dollars gebeurt, kunnen of moeten wij niet controleren. Daarvoor bestaan andere verantwoordelijken en instanties. Men mag ons niet in de rol van wereldpolitieman duwen. De Oost-Europese, Franse, Britse en Amerikaanse regeringen en industriëlen willen wapens verkopen. Die regeringen moeten hun uitvoer controleren. De schuld op het kleine België schuiven met zijn voortreffelijke controlesysteem voor de invoer en de uitvoer van diamant is fout en laf.” Uit een lade diept Finkelstein een advies van de Speciale Commissie voor de Diamantsector van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven van 1997 over de “inrichting van een bekwaamheidsproef voor de benoeming van diamantexperts”. Het programma van de proef bestaat uit vier vellen. Finkelstein is geprikkeld: “Ik heb driemaal leden van Global Witness over de vloer gehad. Op de vraag wie zij vertegenwoordigden en wie hen mandaat gegeven had, kreeg ik steeds ontwijkende antwoorden. Als referentie gaven ze de auteur Harold Pinter op. Ze ondervroegen me alsof ik in een getuigenbank zat. Shocking. Op de straat in de diamantwijk zegt men dat de acties van Global Witness en PAC tegen Antwerpen zijn georchestreerd onder meer door de Canadese regering, het Verenigd Koninkrijk en De Beers. Hoe meer De Beers de vrije handel kan beteugelen, hoe beter voor zijn monopolie. Canada is zelf een groeiende producent van ruwe diamant. Het Verenigd Koninkrijk is tegen België sinds de regering- Dehaene weigerde wapens aan de Britten te leveren tijdens de Golfoorlog.”

De Beers zoekt een akkoord met het Amerikaanse ministerie van Justitie om vrije toegang tot de Verenigde Staten te krijgen. Kort na de tweede wereldoorlog werd De Beers veroordeeld om zijn kartelstructuur. Sindsdien krijgen medewerkers van de diamantreus geen visum voor de VS. Discrete gesprekken zijn gestart om het verbod op te heffen en De Beers belooft de volle medewerking om de smokkel in West-Afrika te bevechten. Finkelstein: “België is het enige land ter wereld dat intern zulke scherpe controles uitvoert op de waarde van diamant. Het bepalen van de oorsprong is om commerciële en geologische redenen onuitvoerbaar.” De boycot van de pelshandel is mislukt, die van de diamant heeft zelfs minder kans op slagen, meent Finkelstein: “Diamanten kan je verbergen en trouwens, ze hebben een nog sterkere aantrekkingskracht op vrouwen dan pels.” Peter Meeus: “De oorsprong van een ruwe diamant bepalen is hetzelfde als uitzoeken van welke koe de melk in je glas afkomstig is. De oliebronnen in West-Afrika leveren meer inkomsten op aan de vechtende partijen dan de kleine diamantbranche en toch zijn wij het doelwit. Onze ministeries van Economische Zaken en Financiën volgen elke verzending van diamant. De honderdduizenden containers in de Antwerpse haven worden lukraak getest op hun werkelijke inhoud.” Bernard Finkelstein memoreert: “De Antwerpse douanedienst Diamond Office werd opgericht in 1946 om de handel in ruw naar Duitsland te controleren. Voordien gingen de diamantairs naar het postkantoor en verstuurden ze hun verzekerde goederen over de hele wereld zonder enige vorm van controle.”

Mark Van Bockstael: “Je moet een onderscheid maken tussen de controleerbaarheid van edelstenen en die van diamanten. De robijnen, saffieren en smaragden van Sri Lanka hebben bijvoorbeeld typische insluitsels die het mogelijk maken hun oorsprong te bepalen. Diamant ontstaat op diepten van 150 kilometer. Omdat de continenten over elkaar zijn geschoven, hebben de diamanten van Brazilië en Angola vergelijkbare eigenschappen. Toch kan het ruw op eenzelfde plaats nog sterk verschillen. Diamant ontstaat op grote diepten of in afzettingen langs rivieren. Enkel voor de eerste soort bestaan er wetenschappelijke aanduidingen om ze te identificeren. Australische wetenschappers passen de zogenaamde laser ablation toe, waarbij een laser een analyse maakt van sporenelementen op de huid van de ruwe steen. Het enige fundamentele onderzoeksrapport dateert van 1995. De HRD verfijnt die research met de deskundigen in fysico-chemische geologie van de KU Leuven. Over vijf jaar hebben we een gegevensbank om oorsprongen preciezer te markeren. We moeten deze kwestie uit haar politieke omgeving halen.”

De HRD zal de Afrikanen met raad en daad steunen tegen de smokkel. De eerste bijstand zal gegeven worden aan Angola en dat kan uitgebreid worden naar elf landen. Peter Meeus: “In Angola voeren we een niet-vervalsbaar oorsprongscertificaat, computerprogramma’s en opleidingen in. Dat moet leiden tot een meer doorzichtige en meetbare uitvoer van ruw. Wij zullen hier in Antwerpen kunnen vaststellen dat een geïmporteerde diamant niet door de handen van Unita is gegaan. De operatie zou een onderdeel van de nieuwe Belgische Afrika-politiek.”

“De statistieken tussen de productie en de uitvoer van de West-Afrikaanse landen stemmen niet overeen,” bevestigt Mark Van Bockstael. “De NGO’s kunnen de Afrikanen echter het recht op internationale handel niet ontzeggen. In de trading ontstaat meer toegevoegde waarde dan in de mijnproductie. De actiegroep PAC maakt geen onderscheid tussen de oorsprong en de herkomst van diamant. De herkomst is voor de Europese douanewetgeving hét criterium. De plaats waar de laatste maal een behandeling heeft plaatsgehad, is het land van herkomst. Als een pakket ruw in Liechtenstein is gepasseerd voor het in Antwerpen belandt, is Liechtenstein het land van herkomst. Dat zegt de wet al vele jaren en tenzij je naast elke diamantontginner een politieman zet, kan het niet anders.”

De diamantsmokkel is Peter Meeus’ eerste bekommernis, maar er is meer voor de nieuwe directeur-generaal: “Marketing wordt een prioriteit. Antwerpen heeft te veel geteerd op de algemene goodwill voor onze diamant. We starten specifieke campagnes en einde 2000 wil ik de eerste resultaten zien. Diamant is het laatste ‘witte product’ in de wereld. De Beers experimenteert met merkdiamanten, de Canadezen hebben diamanten met een ijsbeer en de HRD laat een Antwerps logo tekenen. Ons sterke certificaat met ISO-erkenning en een merknaam vormen een schitterende combinatie voor bijvoorbeeld de internethandel in geslepen diamant.”

Nog een omkeer. Peter Meeus: “Het is toch ongelooflijk dat we als wereldcentrum niet meteen, met cijfers in de hand, kunnen reageren op de vragen van de Verenigde Naties en de studies van Global Witness en PAC. Onze economen moeten pro-actief handelen of onmiddellijk reageren.”

De werkgelegenheid klimt opnieuw in de sector, Antwerpen heeft geprofiteerd van de millenniumgekte. “Op deze positieve wending spelen we in met een nieuw opleidingsplan. De gemiddelde leeftijd van de diamantarbeiders ligt bij de vijftig jaar, als we niet optreden is hij in 2010 zestig jaar. Dan moeten we Chinezen en Thais aanwerven voor Antwerpen. We moeten ook de vijver vergroten door te tonen dat het beroep aantrekkelijk is. Nu heeft het een zuiver blue collar-imago, terwijl de technologie en de nieuwste media ermee te maken hebben,” stelt Peter Meeus. Op 1 september begint bij de European Business & Management School een gespecialiseerde opleiding voor diamantmanagement. In het verleden werd er bitter weinig in die richting georganiseerd.

Het Sociaal Plan, operatief sinds halfweg 1999, is het sluitstuk van de modernisering van de branche in Antwerpen. Het hoofddoel van het Plan is de diamantnijverheid in België te verankeren. Zonder die nijverheid vloeit de handel op termijn weg. Eduard Denckens, voorzitter van het Syndicaat der Belgische Diamantnijverheid, de organisatie van de fabrikanten: “In de eerste helft van 1999, voor het Plan in werking trad, keken we naar een verlies van 15% tewerkstelling. Maar in het vierde kwartaal noteerden we al een toename van 30%.”

Twintig jaar geleden waren de diamantondernemers voor de helft handelaar en voor de helft industrieel. Ondertussen zijn de grenzen tussen de twee hoofdberoepen vervaagd, zegt Denckens: “Om de handel te verankeren, is er een oplossing voor de hoge loonkosten in de Belgische diamantindustrie nodig. Vandaar de solidariteitsbijdrage. De wet bepaalt dat die nooit hoger dan 0,1% van de transacties mag zijn. De bijdrage wordt gestort in een fonds voor de compensatie van de loonkosten van de fabrikanten. Alle andere patronale bijdragen worden normaal verder gestort. Ik denk niet dat het systeem toepasbaar is in andere branches in België. Jaren geleden bestonden plannen om het tekort van de RSZ te compenseren met een heffing van 1% BTW. Dat zou de doodsteek voor de diamanthandel geweest zijn. Met de 0,1% kunnen we leven.”

Ruwvoorzitter Finkelstein is kritisch: “In Antwerpen kost de diamantarbeid het meest en het Belgische sociale stelsel is verstikkend. Vijf procent van de diamantairs zal profiteren van het Sociaal Plan en 95% zal betalen. De heffing betoelaagt de arbeid met gemiddeld 1,3 miljoen frank per kop (nvdr. de SBD ontkent dit en zegt dat het bedrag maximaal 300.000 frank is. De ruwhandelaars hebben een klacht ingediend tegen het Sociaal Plan). Toelagen, monopolies en boycots werken nooit, ze leveren wel tussentijds voordelen op voor figuren in de schaduw. De Vlaamse arbeiders zijn bewonderenswaardig. Ik zie niet graag de fabricatie verschuiven naar India, maar de lagelonenlanden zullen de fabricage onvermijdelijk overnemen omdat ze ook investeren in de nieuwe technologieën. De vakbonden hebben spaken in de wielen van de fabrikanten gestoken door de thuiswerkers in Antwerpen en de Kempen te tergen. Vroeger gingen wij met onze ruwe goederen naar Borgerhout en daar slepen moeders en dochters tot in de jaren zestig gewoon in de keuken of in een werkplaatsje op de koer.”

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content