Rare beestjes, die congresgangers
De internationale congressector heet sterk vervuilend te zijn. De KMDA, eigenaar van de Antwerpse Zoo en de Elisabethzaal, trekt met het Flanders Meeting & Convention Centre Antwerp de kaart van maatschappelijk verantwoord ondernemen en scoort daarmee ook internationaal.
‘Room with a ZOO’ is het thema van de marketingcampagne waarmee de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) het nieuwe Flanders Meeting & Convention Centre Antwerp sinds 2016 internationaal onder de aandacht brengt. Met succes, want de International Congress and Convention Association honoreerde dat congrescentrum op 15 november met de prijs van de beste marketingaanpak. De jury was gecharmeerd door het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) dat in het zakenmodel van het congrescentrum verwerkt zit. Alle inkomsten van het congrescentrum gaan naar de conservatieprogramma’s van de Zoo van Antwerpen. Daarmee speelt de dierentuin in op de toenemende aandacht voor duurzaamheid in de congressector.
“Er is een direct verband tussen de omzet van een congres en het conservatiewerk van de stichting”, zegt Anja Stas, chief commercial officer van het Flanders Meeting & Convention Centre Antwerp en van de KMDA. “Aangezien we een privaatrechtelijke vzw zijn, wordt de winst niet uitgekeerd aan de stakeholders. Onze missie is natuurbehoud en wetenschappelijk onderzoek daarrond. De opbrengsten worden geïnvesteerd in het dierenhabitat, in conservatie. Een congresorganisatie kijkt tegenwoordig ook naar haar ecologische voetafdruk en denkt groen. Bij ons hoef je daarvoor niet veel extra’s te doen. Je hoeft geen boom te planten of extra actie te ondernemen. Er is hier onmiddellijk een duurzaamheidscomponent. Dat is in de sector ingeslagen als een bom. Marketingtechnisch is het product een congrescentrum en met de Zoo hebben we een bijkomende, heel emotionele verhaallijn. Dat nieuwe initiatief is goed ontvangen.”
Voetafdruk
Het Flanders Meeting & Convention Centre Antwerp is een redelijk nieuwe speler in de markt en gebruikt maatschappelijk verantwoord ondernemen om zich te onderscheiden van concurrenten. “Je moet de sector begrijpen, weten welke kansen en welke problemen er zijn, en zien hoe je die problemen kunt oplossen, ” zegt Anja Stas. “In een groter geheel zoekt de wereld ook naar duurzaamheid. De meetingindustrie is, als je alles meetelt, heel vervuilend over de hele lijn: reizen, hotels, afval van drank en eten, of incentives. De sector is op zoek naar spelers die met iets nieuws komen.”
Jan Samyn, de CEO van de internationaal opererende evenement- en congresorganisator Seauton, bevestigt dat de ecologische voetafdruk van de eventindustrie groot is. “We zitten in een sector waar mensen van en naar congressen gaan. Dat op zich kan moeilijk duurzaam zijn”, zegt hij.
Dan zijn er ook nog de transfers tussen het vliegveld en de locatie waar het evenement gehouden wordt. Er is de catering, waarbij vaak te veel voedsel wordt geleverd en dus ook eten wordt weggegooid. Er is een poging naar papierloze congressen te gaan. Apps vervangen deels het papier waarmee deelnemers worden geïnformeerd. “Als je die duurzaamheidsdiscussie gaat voeren, is het de vraag of mensen nog samen mogen komen. Zal dat verdwijnen? Ik denk van niet. Mensen blijven elkaar opzoeken. Het klopt niet dat videoconferenties en conferencecalls alles overnemen. Maar de ontmoetingen zijn wel anders geworden. De grote congressen worden nu een climax van de communicatie die eraan voorafgegaan is. De online-communities versterken onze jaarlijkse congressen.”
Dat ervaart het FMCCA ook. “Congressen gaan niet alleen om kennis delen, maar ook om de persoonlijke contacten”, ziet Anja Stas. “Waarom vlieg je naar de andere kant van de wereld? Om elkaar te zien. Er gebeurt iets als mensen samenkomen. Ondanks de digitale wereld groeit het persoonlijke contact.”
In de eventsector wordt wel meer gedacht aan duurzaamheid, maar het staat niet boven aan het prioriteitenlijstje. Jan Samyn van Seauton wijst erop dat eventorganisatoren veeleer streven naar meer efficiëntie en dat duurzaamheid daar een neveneffect van is. Moet een congres bijvoorbeeld wel zeven dagen duren? Congressen zijn tegenwoordig korter, bijvoorbeeld drie dagen. Bij grote congressen zie je ook dat deelnemers niet het volledige programma volgen, maar twee of drie dagen uitkiezen. Beslissingsnemers gaan geen acht dagen meer op reis, weet Jan Samyn: “En is het nog wel nodig voor elke spreker apart een taxi van en naar het vliegveld in te zetten? Moet er niet aan carpooling gedaan worden? In mijn beeld van de toekomst wordt duurzaamheid belangrijker, maar op dìt moment speelt dat nog niet.”
Een groen congres
Het Antwerpse congrescentrum FMCCA brengt dankzij de link met en de directe nabijheid van de zoo de natuur binnen in het congres. “Je zit bij een congres meestal ‘opgesloten’ in een bunker. Je denkt productief te zijn, maar op een gegeven moment zijn je hersens vol. Groen en natuur zijn heel belangrijk voor je cognitieve capaciteit, ” zegt Anja Stas. “Nature nurtures, de natuur voedt. Dat bevestigen ook onderzoeken aan Harvard. Groen maakt productiever, is functioneel en werkt herstellend.”
Vanuit de Marmeren en Darwinzaal van het Antwerpse complex heb je zicht op de dierentuin. Tijdens pauzes kunnen congresgangers rondwandelen in de groene tuin van de zoo. “De deelnemers kunnen ‘s morgens joggen in een ontwakende zoo”, zegt Stas, die vorig jaar genomineerd was voor de titel van Marketeer van het Jaar. “Ze kunnen dineren bij het aquarium. Je hebt er alle mogelijkheden om een congres zo aangenaam mogelijk te maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier