Puur voor de emotie
In 1909, precies honderd jaar geleden, rolde bij Harley-Davidson de eerste V-twin van de band. Een motor die uitgroeide tot een icoon. Maar biedt deze machine ook motorplezier?
We schrijven 1900. William Sylvester Harley en Arthur Davidson besluiten om samen een motorfiets te bouwen. Drie jaar later is Harley-Davidson een feit. Het eerste product van de motorfabriek is een eencilinder 405 cc. In 1909 rolt de eerste V-twin van de band.
Imposant en groots
Vandaag, precies honderd jaar later, is Harley-Davidson synoniem van zware V-twins, machines met een heel specifieke sound. Het Amerikaanse motormerk staat voor imposant en groots. Terwijl de Europese en Japanse fabrikanten tot in de jaren zestig vooral lichte motoren maakten, legde Harley-Davidson de klemtoon op zware modellen, met als topper toen de 1200 cc Electra Glide. Die motor had alles om op te vallen: veel cc’s, een breed stuur, een fors windscherm, treeplanken in plaats van voetsteunen en grote koffers. Harley was ambigu: enerzijds leverde het bedrijf motoren aan de ordediensten, anderzijds reden ook de rebellerende Hell’s Angels ermee rond. De aandacht van de media voor het Hell’s Angels-fenomeen werkte mee de naamsbekendheid van Harley in de hand. Toch is de Amerikaanse motorbouwer in onze contreien nog altijd een nichespeler: nog geen 10 % van de nieuw ingeschreven motoren is een Harley. Honda, Yamaha, Vespa, Suzuki, BMW en Kawasaki zijn stuk voor stuk succesvoller. Maar niemand zal je bewonderend vragen of je met een van die merken rijdt.
Dashboard met radio
We konden twee nieuwe V-twinmodellen testen: de Ultra Classic Electra Glide en de Road King. Allebei motoren met een tijdloos design die een ‘king of the road’-gevoel genereren.
De Ultra Classic Electra Glide heeft nog altijd de klassieke lijnen uit de jaren zestig. Het enige uiterlijke verschil is de kleurstelling. Qua mechaniek zijn er wél belangrijke wijzigingen: de aandrijving gebeurt nu met een riem en het motorblok is van het Evolution-type: veel cc’s (1584 om precies te zijn) maar met veel minder trillingen.
De Ultra Classic Electra Glide is een mastodont van een motor. Hij heeft meer weg van een auto, maar dan op twee wielen. De rijder zit achter een enorm windscherm. In dat scherm tref je een volledig dashboard aan, inclusief radio. De valbeugels bevatten opbergruimte en aan weerskanten van de motor zijn koffers gemonteerd. De duopassagier kan zijn rug laten rusten tegen een steun die deel uitmaakt van een enorme topkoffer. En aan die koffer zijn ook nog eens twee radioantennes geschroefd.
Maar al die accessoires en koffers hebben een prijs. Letterlijk, want de Ultra Classic is met 26.295 euro de duurste in het Harley-gamma. En figuurlijk, want al die toeters en bellen zorgen ervoor dat deze motor niet de makkelijkste is om mee te rijden. Je moet spierballen hebben om deze machine stilstaand in bedwang te houden. De Ultra Classic weegt 400 kilo, en dat merk je nog altijd als je stapvoets rijdt. Heb je wat meer snelheid, dan voel je dat aantal kilo’s gelukkig minder. Het is een motor waarop je lekker onderuitgezakt kunt zitten en waarmee je kunt cruisen. En het blok heeft behoorlijk wat trekkracht. Zes versnellingen heeft deze machine, en eigenlijk zijn dat er twee te veel. In vierde versnelling bereik je makkelijk 120 kilometer per uur op de snelweg, en dan nog bij een laag toerental.
Een lege snelweg is overigens de ideale plaats om met een Harley van dit kaliber te cruisen. De Ultra Classic is geen motor waarmee je de dagelijkse file kunt attaqueren. Een ritje in de binnenstad van Brussel levert veel zweetdruppels en een vermoeide linkerhand op: de koppeling bedienen vergt kracht. Bovendien is de zitpositie niet ideaal voor fileverkeer. Neen, dit is geen motor die je voor de praktische kant – rijden naar kantoor bijvoorbeeld – koopt, wel voor de emotie.
Rechte Amerikaanse wegen
Hetzelfde geldt voor de Road King, hoewel dat model toch iets minder imposant is. Het windscherm is eenvoudiger (geen dashboard, geen radio) en volledig doorschijnend. De tellers en de verklikkerlampjes hebben een plaats gevonden op de tank. Lastig, omdat je naar beneden moet kijken en dus even de blik op de weg verliest. En er is minder bagageruimte: slechts twee zijkoffers en geen topkoffer. De zitpositie is vergelijkbaar met die van de Ultra Classic. Doordat een topkoffer en een groot windscherm ontbreken, is deze machine wel lichter (ze staat te boek voor 355 kilo). Bovendien is het gewicht beter verdeeld. De topkoffer en het windscherm zorgden bij de Ultra Classic voor een hoger zwaartepunt.
Het gevolg is dat de Road King makkelijker te besturen is, zeker in de bochten. Je gaat er zowaar wat brutaler mee aan de slag. Het prijskaartje: 21.695 euro. De hamvraag blijft of je voor dat bedrag ook veel motorplezier koopt. Voor wie vaak op kalme momenten de autosnelweg oprijdt, zijn de Road King en Ultra Classic fraaie motoren. Maar wie met de motor naar het werk wil en ermee door de file wenst te laveren, doet met deze twee modellen een miskoop.
+
Imago, koppel
–
Niet praktisch, gewicht
Door Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier