PUBLIC AFFAIRS. LOBBY’S AAN BANDEN ?
Vóór einde september zou het Britse europarlementslid Glyn Ford (Labour) klaar moeten zijn met een voorbereidend rapport over de invoering van een reglementering die de Europese lobbyisten aan banden legt. Dit dossier sleept, sinds de Vlaamse socialist Marc Galle het op zijn bureau kreeg, al ongeveer vijf jaar aan. Dankzij de inspanningen van de naar schatting 10.000 eurolobbyisten in Brussel ? Jean-Leopold Schuybroek, algemeen direkteur van Interel (een van de grotere PR- en lobbyingbureaus in Brussel) ontkent.
– JEAN-LEOPOLD SCHUYBROEK. Het uitbijven van die reglementering is vooral te wijten aan het verdwijnen van Marc Galle uit het europarlement. Ook zijn opvolger als rapporteur, Yves Galland, verdween na een tijdje naar de regering-Chirac. Wij vragen niet liever dan een reglementering voor lobbyisten, of beter : public affairs-specialisten.
– In de VS zijn lobbyisten gebonden aan strenge regels. Zo moeten ze bijvoorbeeld hun buitenlandse klanten en de erelonen die ze aanrekenen bekendmaken. Europa hinkt achter op het vlak van lobbying. Hoe komt dat ?
– Het zuivere lobbyen is een vrij recent fenomeen. Maar sinds de kreatie van de interne markt en de resem harmonizeringen kwam het beroep écht op gang. De ambtenaren van de Europese Kommissie beschouwen de ernstige lobbykantoren, samen met de beroepsfederaties, als leveranciers van informatie. Had de Europese administratie onze hulp niet gekregen, was ze vandaag nog niet klaar met de voorbereiding van de interne markt.
– Het is het europarlement dat om een reglementering vraagt. Waarom niet de Kommissie, die toch bij uitstek te maken heeft met de sektor ?
– Ik vind het ook vreemd. Eén en ander hangt samen met het feit dat er enkele misbruiken zijn gesignaleerd in het europarlement. Er zouden bijvoorbeeld vertrouwelijke dokumenten verdwijnen richting lobbyisten, wat uiteraard niet kan. Zo waren er ook nogal wat parlementsleden, wiens medewerkers waren gedetacheerd door het bedrijfsleven. Ik weet dat dit in België tot de courante praktijken behoort, of alleszins behoorde denk maar aan het kabinet van Gaston Geens (CVP) destijds. Maar voor de meeste landen kan dat echt niet door de beugel.
Wat de Kommissie betreft, zijn er overigens regels voor lobbyisten. De Brusselse topkantoren hebben mét de Kommissie een code of conduct uitgetekend. Zo moeten we ons kenbaar maken als lobbyist, zeggen wie we vertegenwoordigen en wat we willen bereiken. Ik steek mijn hand in het vuur voor de grote lobbykantoren. Wij kunnen het ons gewoon niet veroorloven om ons onetisch te gedragen. Onze belangrijkste troef is de geloofwaardigheid. Wie zich eenmaal te ver waagt, zal de grote multinationals onmiddellijk als klant verliezen.
Uiteraard is er een schemerzone. Zo heb ik soms vragen bij de corporate hospitality-events, waarbij bedrijven één of andere grote sport- of andere manifestatie sponsoren en daarop ambtenaren en politici uitnodigen bij een lekker etentje.
– Bestaat er bij uw kollega’s in alle lidstaten zo’n strikte houding ?
– In de meeste lidstaten is lobbyen een onbekend bedrijf. Nederland en Groot-Brittannië en, zoals gezegd, recentelijk Brussel hebben op dat vlak een traditie én strikte regels. Maar in de meeste zuiderse landen kan je met informele netwerken meer verkrijgen dan met een professionele lobbyist. Frankrijk is op dat vlak de uitschieter. Alle grote bedrijven hebben enarquen, afgestudeerden van de ENA (Ecole Nationale d’Administration) in dienst, die ooit een topfunktie hebben bekleed in de administratie. Vandaar dat de Interel-zetel in Parijs ook enkel en alleen enarquen en afgestudeerden van andere elitescholen in dienst heeft. En, toevallig of niet, vooral grote buitenlandse ondernemingen zonder Frans netwerk als klant heeft. Dat geldt overigens ook voor onze aktiviteiten in België. Blijkbaar hebben Franse (en Belgische) ondernemingen genoeg entrées bij de administratie.
Zo werkt de enarque Pascal Lamy, gewezen kabinetschef van Jacques Delors, vandaag in de top bij Crédit Lyonnais. De bank zat immers in een moeilijk parket, omdat de nieuwe kapitaalinjektie moest worden verdedigd bij de Kommissie. Wat met sukses gebeurd is, overigens.
– Zegt u nu dat er zoiets bestaat als de “French connection”, een Frans netwerk binnen de Europese administratie ?
– Inderdaad. Maar dikwijls mispakken onze zuiderburen zich. Zo hadden wij ooit een Franse klant, BSN, die al jaren een dossier (de erkenning van een type van joghurt) trachtte aan te kaarten bij de Kommissie. Alle mogelijk Franse ambtenaren hadden ze aangeklampt. Tevergeefs. Pas toen ze een beroep deden op onze expertise, kwam er schot in de zaak. We trokken de zaak open naar àlle lidstaten. We maakten van een nationaal probleem waar de Kommissie meestal nogal huiverig tegenover staat een Europees dossier. En onze klant haalde net als zijn Europese kollega’s gelijk.
– Hebt u trouwens een vermoeden hoe de gedragskode, die het parlement zal opstellen, eruit ziet ?
– Ik heb totaal geen idee.
– Is dat niet wat vreemd voor een lobbyist, wiens taak het toch is om als eerste van dergelijke dingen op de hoogte te zijn ?
– Het zou me verwonderen dat het dossier einde september klaar is. Maar ik weet het niet. Het is iets dat opduikt, om even later weer te verdwijnen. Bovendien vrezen we de nieuwe regels niet. Onze interne gedragskode is zo strikt, dat het me zou verbazen als de Europese richtlijnen strenger zouden zijn. Het verwondert me wel dat de sektor zelf niet werd gekontakteerd door het parlement.
– Er bestaat overigens geen Europese beroepsfederatie van de public affairs-kantoren, een lobby van de lobby’s.
– Neen. En daar is wél dringend nood aan.
HANS BROCKMANS
JEAN-LEOPOLD SCHUYBROEK (INTEREL) Er is dringend nood aan een lobby van de lobby’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier