Psyche.
De ene chief executive officer (CEO) is de andere niet. Toch is de impact van hun persoonlijke psyche op het reilen en zeilen van een bedrijf vaak benauwend groot. In deze Trends legt confrater Willy Van Damme op ontnuchterende wijze de parallellen bloot tussen het faillissementsyndroom dat Hendrik Seghers (72) twee decennia geleden overkwam en het in elkaar klappen van de Seghers-groep anno 2002 (zie blz. 56). Het persoonlijke aandeel van deze patron – en zijn vaak hardleerse, koppige en blinde drang om de eigen zin te doen – speelt daarin een niet te onderschatten rol.
We schreven er al over in dit blad. Hendrik Seghers lijdt aan Türschlusspanik, een begrip dat Manfred Kets de Vries stopt in de pathologieën van topondernemers. Vooral oudere managers zoals Seghers en ook Albert Frère (75) – die twee weken geleden in deze kolommen een zeldzaam interview weggaf over 11 september – zijn daar onderhevig aan. “In hun doen en laten gaat een soort héhéhé, coucou me voilà-element schuil,” stelt Frans Crols, directeur van Trends, vast. Zijn analyse luidt als volgt: “Mensen zoals Seghers en Frère hebben de kaap van de zeventig gerond en blijven opmerkelijk gezond en fit. Toch zien deze machtsmensen ook in dat hun einde wenkt, de deur van een hiernamaals zal openzwaaien, en in dergelijke omstandigheden is de drang om een monument of mausoleum te bouwen om de eeuwigheid te verwerven een belangrijke drijfveer. Je zou kunnen spreken van een oldlife-crisis in tegenstelling tot de meer bekende midlife-crisis.”
Tal van topmanagers volgen tijdens hun carrièrepad naar de top een logische cyclus, die je evenzeer aantreft bij politici: 1. de sluwheid om er te komen, 2. de hardheid om de positie te handhaven, 3. de wil om de minder fraaie fases 1 en 2 te doen vergeten door geëtaleerde mildheid en wijsheid. Niet iedereen laat zich in dezelfde mate door dit patroon leiden. Sommigen slagen er zelfs in om er duidelijk afstand van te nemen, of wekken op z’n minst die indruk. Maar elke topmanager is er min of meer door beïnvloed.
Even kwam de problematiek ter sprake op de Trends Inside Lunch, vorige week, met Duco Sickinghe, topman van Telenet, als centrale gastspreker. Tijdens de vragensessie kreeg hij de volgende vraag voorgeschoteld:
– Heeft u op een bepaald moment op het punt gestaan om de deur hard achter u dicht te slaan?
– Sickinghe. “Neen, nooit. Een CEO die denkt dat hij aandeelhouder kan spelen, die wordt op een gegeven moment de laan uitgestuurd. Ik ben geen baas, maar wel de zetbaas van mijn aandeelhouders. En het is mijn taak om voor hen de grootste gemene deler te vinden.”
– Maar u bent en blijft een huurling. Heeft u uw eigen lot nog wel in handen?
– Sickinghe. “Kijk, ik ben opgevoed met de regel dat je het huis nooit in de steek laat, zeker niet als het gevaar bestaat dat de funderingen kunnen wegzakken. Ik las in de pers dat Michel Van Hemele overstapt van Solvus naar Carestel, en daarbij een bedrijf achterlaat waar de winst terugloopt. Toch wordt hij als een relatieve held ingehaald bij Carestel. Dat verbaast mij.”
Sickinghe heeft gelijk. Het vertrek van Michel Van Hemele bij Solvus ging gepaard met een forse koersinzinking. De vraag in hoeverre fase 2 – de hardheid om de eigen (markt)positie te handhaven – heeft meegespeeld om deze overstap te doen, is dan ook terecht. We hopen voor de aandeelhouders van Carestel dat de kersverse bestuursvoorzitter snel zijn overgang naar fase 3 – de mildheid en wijsheid – zal inzetten.
Piet Depuydt, Hoofdredacteur
“Topmanagers zoals Hendrik Seghers en Albert Frère lijden eerder aan een ‘oldlife’-crisis, in tegenstelling tot de meer bekende midlife-crisis.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier