PRIVéGEVANGENISSEN: EFFICIëNTER EN GOEDKOPER
Verhalen over agressieve cipiers in de strafinrichting van Merksplas, een grootschalige ontsnappingspoging van een aantal gedetineerden in Dendermonde, overbevolking in bijna alle penitentiaire instellingen… Het Belgische gevangeniswezen is de voorbije maanden op een negatieve manier in het nieuws gekomen. Structurele voorstellen om dat te verhelpen, worden amper gelanceerd. Tot minister van Financiën Didier Reynders (MR) vorige week een lans brak voor een vorm van publiek-private samenwerking om een eind te maken aan de lamentabele toestand van onze gevangenissen. Hij wil de privésector betrekken bij de bouw en renovatie ervan.
Zijn voorstel is een stap in de goede richting. Zoals bekend dateren de meeste penitentiaire instellingen in België uit de negentiende eeuw. De gevangenis van Merksplas heeft zelfs een vleugel die als monument beschermd is. Reynders kan voor zijn voorstel in elk geval te rade gaan bij zijn Britse collega’s. In Groot-Brittannië werd begin jaren negentig een aantal gevangenissen gebouwd door privébedrijven. Die verhuurden de instellingen dan door aan de overheid. Die privé-inbreng was meer dan welkom. De bouw van gevangenissen door de Britse overheid nam tien tot twaalf jaar in beslag. Wanneer hiervoor privébedrijven werden aangesproken, bleek dat die een penitentiaire instelling in minder dan een jaar tijd uit de grond konden stampen. Het netwerk van privégevangenissen heeft daardoor op zeer korte tijd paal en perk gesteld aan de overbevolking. Die had vijftien jaar geleden in Groot-Brittanië zulke proporties aangenomen dat zelfs de cellen van de lokale politie vol zaten.
Maar de Britten zijn een stuk verder gegaan dan het voorstel van Reynders. De voorbije jaren werden ook de bewakingstaken door meer en meer privébedrijven waargenomen. Momenteel zijn tien van de bijna 140 Britse gevangenissen in privéhanden. Zeven procent van de gedetineerden bevindt zich in de private instellingen. Een voorbeeld dat in België navolging verdient, ook al blijft er heel wat kritiek op privégevangenissen bestaan. Zo blijkt dat het privébedrijf dat de gevangenis van Fazackerly bij Liverpool gebouwd had, haar investering na twee jaar tijd al had teruggewonnen. Dreigt de staat hier dan geen te zware factuur te moeten betalen? De cijfers wijzen op het tegendeel. Onderzoek toont aan dat de kostprijs van een Britse inmate in een privégevangenis 13 % lager ligt dan in staatsinstellingen. De lonen liggen lager, er wordt meer een beroep gedaan op camerabewaking. Bovendien halen privégevangenissen uitstekende scores inzake drugsgebruik, geweld en overbevolking. In vier privégevangenissen beschikken alle gedetineerden (100 %) over een eigen cel, terwijl het nationale gemiddelde minder dan 80 % bedraagt. Het beheer van privégevangenissen is overigens geen blanco cheque. De werking ervan wordt regelmatig door een publieke inspectiedienst geëvalueerd.
De uitbesteding van gevangenistaken (bouw en beheer) zou ook in België meer dan welkom zijn. Uit internationale vergelijkingen blijkt ons land sowieso een veel te klein deel van de overheidstaken uit te besteden, terwijl dat juist zou leiden tot een efficiëntere en goedkopere overheid. We denken dan aan schoonmaaktaken, beveiliging, koeriersdiensten… Probleem is dat het hier om een categorie van ambtenaren gaat die politici kwistig gebruiken voor politieke benoemingen. Vandaar dat een verregaande uitbesteding van overheidstaken wellicht nog lange tijd taboe zal blijven.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier