Private equity moet transparanter
De sfeer op het jaarlijkse EVCA-symposium was dit keer licht bedrukt. Niet zozeer de kredietcrisis weegt op de sector, maar de roep naar meer zelfregulering en transparantie zetten in Madrid de toon. Een overzicht.
Naar jaarlijkse gewoonte blies de fine fleur van de private equity en venture capital, geassocieerd in de EVCA, verzamelen. Dit jaar was Madrid het decor voor het groots opgezette symposium en netwerkevenement. De algemene verwachting was dat de kredietcrisis een domper op het gebeuren zou zetten. Alle verhoudingen in acht genomen viel dat relatief goed mee. Eminence grise Douglas Miller van International Private Equity Ltd. suste de gemoederen door erop te wijzen dat de sector zowat elke zeven jaar tegen een crisis aankijkt. Vandaag is dat de kredietcrisis, maar wie iets verder in het geheugen graaft, stoot op gelijkaardige crises aangezwengeld door ‘junk bonds’ of niet-renderende emerging markets.
België status quo
Ook voor GIMV-voorzitter Herman Daems, een opgemerkt en prominent aanwezig panellid in tal van discussies op het symposium, ging het niet over de kredietcrisis. Het echte debat ging voor hem over het grote verschil tussen venture capital en buy-outs. “Het is nu het moment om te bewijzen dat private equity zorgt voor waardecreatie. Talloze statistieken en analyses bewijzen dat, maar dat debat raakt telkens weer ondergesneeuwd in de discussies over grote megadeals in de buy-outsector, die eigenlijk maar een verwaarloosbaar percentage van de hele sector uitmaken.”
Dat de kredietcrisis niet meteen weegt op de sector van het durfkapitaal, komt voor een flink stuk omdat de bedragen die daarin omgaan niet van die aard zijn dat een syndicaat van private-equityfondsen nodig is om de deals rond te krijgen. Ook voor de GIMV is het niet zozeer een kwestie van kapitaalmiddelen, maar eerder van het vinden van goede deals met de juiste entrepreneurs. Een stelling die veel bijval kende, en die door de cijfers werd onderbouwd. Over 2007 werd voor zowat 73,8 miljard euro geïnvesteerd door Europese private-equityfondsen, een surplus van 3,7 % tegenover het jaar daarvoor. Het aantal dossiers klokte af op 8166.
Specifiek voor België investeerden de Belgische fondsen 939 miljoen euro in 2007, zowat een status quo. Daarvan nam het durfkapitaalsegment 326 miljoen euro voor zijn rekening, 612 miljoen euro werd gereserveerd voor buy-outs. Als we rekening houden met de investeringen van buitenlandse fondsen in België, bedraagt het totale investeringsbedrag door de private-equitysector in Belgische bedrijven 2,1 miljard euro.
Public Equity
Behoorlijke bedragen dus. Door de grootte van de deals, die door hun omvang meer dan ooit publiek worden, evolueert private equity meer en meer richting public equity. De sector moet dus noodgedwongen communiceren met veel meer stakeholders dan vroeger.
Jonathan Russell, managing partner bij het Britse beursgenoteerde private-equityfonds 3i nam in Madrid de EVCA-voorzittershamer over van de Oostenrijker Helmut Shüsler (TVM Capital). Tijdens zijn maidenspeech hamerde Russell op het belang van meer openheid en transparantie voor de sector. Een vorm van zelfregulering is nodig, wil men een eerlijk debat aan kunnen gaan met de diverse lidstaten van de Europese Unie waar tal van regeringsleiders de sector negatief bejegenen en allerhande taksregularisaties op het getouw zetten. Dat Russell nu voorzitter wordt, is alvast een belangrijk signaal: 3i is beursgenoteerd, en heeft dus een hoge graad van transparantie en communicatie in zijn genen.
Een belangrijk onderdeel van de discussie werd aangewend om te wijzen op twee relatief nieuwe fenomenen: de opkomst van de zogenaamde sovereign funds (staatsfondsen) en van hedge funds (hefboomfondsen). Zeker die laatste zijn voor velen een doorn in het oog. Terwijl de financiële sector onder almaar meer regelgeving wordt bedolven, lopen de hefboomfondsen nagenoeg vogelvrij rond. Er is geen vorm van controle, een situatie die onhoudbaar wordt, klinkt het.
De opkomst van de staatsfondsen als investeerders is volop aan de gang, maar is als thema zelf niet zo nieuw. Al in 1987 werden deals beklonken met staatsfondsen als financiers. Wél nieuw is dat door hun opmars die fondsen nu ook direct of indirect in politiek gevoelige sectoren – als defensie en energie – opduiken. Indien voldoende openheid aan de dag wordt gelegd hoeft dat geen probleem te vormen, stelt EVCA. Het kan daarentegen het geopolitieke debat aanzwengelen.
Is Cleantech een zeepbel?
Een ander debat dat gevoerd moest worden, betrof de eventuele oververhitting van bepaalde sectoren. In amper vijf jaar tijd is het segment van de cleantech geëvolueerd naar de tweede grootste investeringscategorie in de private-equitymarkt. Voor sommigen hét signaal om de knipperlichten te laten branden, en te spreken van een mogelijke nieuwe zeepbel.
Ja, er zullen bubbles zijn, en ja, er zullen tranen vloeien, was de opmerkelijke conclusie van het EVCA-gelegenheidspanel, met vertegenwoordigers van onder meer Emerald Technology Ventures, Cleantech Group Europe en CleanTech Capital Group. Maar, er is een belangrijke nuance. Cleantech is een verzamelnaam voor tal van sectoren die actief zijn in hernieuwbare energie, waterzuivering, nieuwe technologieën, enzovoort. Landbouw en automotive zijn twee compleet verschillende markten en sectoren, toch zijn innovatieve bedrijven uit die sectoren actief in cleantech. Het gaat voor een stuk ook over marketing. Dat er vandaag enkele subsectoren overgewaardeerd zijn, betekent nog niet dat het hele cleantechpotentieel ter discussie staat.
Vandaag is het nog te vroeg om te benchmarken omdat er nog geen exits worden gerealiseerd. Daarvoor is het segment te jong, zijn er te weinig mature bedrijven, en is er bijgevolg geen dealflow. Maar het businesspotentieel voor cleantech is relevant, wat van de vele dotcombedrijven niet steeds gezegd kon worden, luidde de afrondende boodschap. (T)
Door Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier