PRIJZEN KELDEREN. Uitgevist ?

De Rederscentrale hing onlangs aan de alarmbel. Heel wat rederijen zouden de zomer niet overleven, luidde het. De krisis in de visserij is erger dan ooit.

Te veel vissers voor te weinig vis. Zo kan men sterk simplifiërend de visserijproblematiek schetsen. De visvangst is in de voorbije veertig jaar wereldwijd gestegen van 20 tot 80 miljoen ton. “Krisissen heeft de visserijsektor altijd gekend, ” zegt reder Willy Versluys die onlangs de laatste ijslandvaarder aan het droge heeft gelegd (zie Trends 24 april 1995). “Op het ritme van de zeven magere en zeven vette jaren zijn generaties lang vissers opgegroeid. Maar de huidige krisis is wel de ergste die de moderne visserij ooit heeft meegemaakt. “

Elke visserijnatie uit de Europese Unie wordt er nu mee gekonfronteerd. Maar België krijgt dubbel rake klappen omdat de vloot zo klein is.

BENEDENGRENS.

De Belgische visserijsektor telt momenteel nog 750 vissers die ca. 32.000 ton vis aanvoeren, goed voor 3 miljard frank. De vloot bestaat officieel nog uit 154 vaartuigen, een historisch dieptepunt. Maar er ligt nog een aantal boten aan de kaai te verloederen. Ook zijn er Nederlandse reders die onder Belgische vlag varen, maar met een Nederlandse bemanning. Hoewel ze op de Belgische kwota vissen, wordt de vangst in Nederlandse veilingen verkocht. De effektieve vlootsterkte mag daarom op amper 130 schepen geschat worden.

De sektor zelf legt z’n benedengrens de laagste leefbaarheidsdrempel op 160 vaartuigen. Aangenomen wordt dat de direkt van de vloot afhankelijke nevenondernemingen als scheeps- en herstelwerven, toeleveringsbedrijven voor brandstof, netten en ander vistuig, vismijnen, transport- en verwerkingsfirma’s onder die grens niet meer leefbaar zijn.

De “uitverkoop” van vissersvaartuigen is het gevolg van het Europees visserijbeleid dat beperkingen oplegt inzake de vlootsterkte en de toegelaten vangsthoeveelheden van de diverse lidstaten (de zogenaamde kwota). België moet bijvoorbeeld tegen eind volgend jaar het totale motorvermogen van zijn vissersvloot afslanken tot 92.260 pk. Om dat streefcijfer te halen, probeert de Europese overheid de reders met de uitkering van een beëindigings- of slopingspremie uit de sektor te weren.

IMMOBILISME.

De Belgische visserij, veruit de kleinste van de Europese Unie, ziet machteloos toe hoe de markt overspoeld wordt met vis uit niet-EU-staten of ontwikkelingslanden. “Dat is een betrekkelijk nieuw fenomeen dat vissers, politici en Europese ambtenaren niet kunnen verhelpen, ” meent Versluys. “Ik denk dat het marktaandeel van de ontwikkelingslanden in de toekomst nog zal toenemen waardoor onze marktprijzen nog verder naar beneden zullen gedrukt worden. ” Half juni liet de Rederscentrale, de federatie van de reders, hieromtrent een forse alarmkreet horen : “Als de huidige situatie (nvdr de lage prijzen) voortduurt, zullen vele bedrijven de zomer niet overleven. De financiële toestand van zowat 50 % van de rederijen is dramatisch. Brandstofleveranciers zouden overwegen geen brandstof meer te leveren. “

Een koherente aktie daartegen ontstaat niet. “Er wordt te veel gepraat en vergaderd, ” zegt Willy Versluys. “Soms krijg ik de indruk dat er meer ambtenaren dan vissers in onze sektor aktief zijn. ” Het visserijbeleid is dan ook danig versnipperd en dat werkt het immobilisme in de hand. Zo behoort de kontrole en het kwotabeleid tot de bevoegdheid van de federale minister van Landbouw en Visserij. Modernizering en nieuwbouw vallen dan weer onder de bevoegdheid van de Vlaamse regering.

HOOP.

Maar er zijn tekenen van hoop. Sinds een paar maanden is er een eigen “Vlaams Visserijkomitee” dat beleidsmensen groepeert uit de Rederscentrale, de werknemersorganizaties, de groothandel, het Redersfonds, de diverse visafslagen en de betrokken ministeries. Dat komitee moet de Vlaamse regering advizeren bij haar visserijbeleid.

Overigens ontbreekt het ook niet aan Europese steunprogramma’s : er is het communautair programma Pesca en de doelstellingen 5b. En dan zijn er ook de initiatieven van de Rederscentrale. Bijvoorbeeld het voorstel om de eurokotters die nu op tong vissen op garnaal te laten jagen. Of de idee om naar Nederlands voorbeeld de reders van de grote vaartuigen onderlinge afspraken te laten maken inzake de verdeling van de hen toegekende kwota. “Ik ben ook gewonnen voor het doorbreken van de maximale vermogensgrens van 1200 pk, want grotere en krachtiger schepen betekenen ook een snellere en versere aanvoer en meteen ook een kortere reisduur voor de bemanning, ” aldus Bart Schiltz, de nieuwe voorzitter van de Rederscentrale.

“Wat we vooral nodig hebben, is een lange-termijnvisie die niet buiten de vissers om mag opgelegd worden, want als die er niet achter staan, is die toch tot mislukken gedoemd, ” besluit reder Versluys.

MARC LOY

BELGISCHE VISSERIJSEKTOR Bedreigd in zijn voortbestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content