Populisme en het saneringsbeleid
Populisme is het hypewoord in politieke kringen. Dat woord laten vallen is voldoende om iedere discussie te beëindigen en het grote gelijk te krijgen. Zo wordt, bijvoorbeeld, bij de uitslag van de Franse verkiezingen een hoerakreet geuit omdat de populiste niet heeft gewonnen. Vreemd, want een verkiezing gaat om de winnaar. Maar dat lijkt bijzaak, hoewel we weinig weten over het programma van de nieuwe president. Het blijft dus afwachten om te weten of de Fransen uiteindelijk niet de keuze hadden tussen twee populisten. Vandaag moeten we de nieuwe Franse president het voordeel van de twijfel geven.
Dat voordeel kunnen we onze beleidsvoerders niet meer geven. Zij hebben decennialang beloftes gedaan over het saneringsbeleid: herhaaldelijk werd het einde van de saneringstunnel vooropgesteld, maar vandaag zien we nauwelijks licht. Economisch of financieel populisme. Vooral de pijnloze oplossingen voor het begrotingstekort bleken achteraf onjuist of werden niet uitgevoerd. De afkeer van traditionele partijen is dan ook eenvoudig te verklaren. Maar het groeiende succes van niet-traditionele partijen werd door de traditionele partijen gecounterd door ze als ‘populisten’ te omschrijven. Of hoe de pot de ketel verwijt…
Het einde van voorgaand verhaal is dat we nog altijd met een hoge overheidsschuld opgezadeld zitten en dat zelfs het overheidstekort moeilijk onder controle te brengen is. We laten hier de overjaarse populistische strekkingen die pleiten om de overheidsschuld te ‘vergeten’ of om uit de crisis te groeien door de overheidsinvesteringen fors te verhogen, buiten beschouwing.
Het zal er in de nabije toekomst – na de verkiezingen in 2019 – op aankomen een nieuwe saneringsstrategie te ontwikkelen en, vooral, uit te voeren. Die oefening kan niet meer van de huidige coalitie worden verwacht. Wel mogen we verwachten dat deze regering de fundamentele krijtlijnen van de sanering uittekent. Die kunnen niet sterk verschillen tussen de partijen als men het eens is over het fundamentele principe dat de overheidsfinanciën gezond gemaakt moeten worden en duurzaam in evenwicht moeten blijven. In zo’n saneringsplan is geen plaats voor populistische voorstellen, zoals een forse belasting op vermogen of een sterke afbouw van de sociale zekerheid om op een simplistische wijze de financiële problemen op te lossen. Voor de rest moeten alle mogelijkheden open liggen om evenwichtige belasting- en uitgavenstructuren uit te bouwen waar het overgrote deel van de burgers zich in kunnen terugvinden.
De problemen zijn gigantisch. We mogen die niet onderschatten, want hoe gemakkelijk het ook is het beleid een onvoldoende te geven, er werd jarenlang toch wel ‘iets’ gedaan. Niet genoeg om de problemen op te lossen, wel om te verhinderen dat we door de financiële markten in een Griekse desastreuze negatieve spiraal werden geduwd. De conclusie moet vandaag zijn dat het overlevingsbeleid zijn limieten heeft bereikt, zodat het verder prutsen aan de bestaande structuren onvoldoende zal opbrengen. Hoe men het draait of keert, macro-economisch gezien zullen zowel de overheidsuitgaven als de belastingen omlaag moeten, de uitgaven iets meer dan de belastingen. Dat alles met aandacht voor de tewerkstelling en dus de groei.
Nu de financiële crisis grotendeels achter de rug lijkt en de vooruitzichten verbeteren, moet de aandacht uitgaan naar het versterken van onze economische en financiële structuren. Een nieuwe crisis, van welke aard ook, zal catastrofaal zijn als we er niet op voorbereid zijn. Komt de crisis niet, dan kan dit enkel ten goede komen aan de komende generaties. De erfenis die we hen nalaten zal enkel minder belastend zijn.
Uiteindelijk kan het populisme toch voordelen opleveren als men er de juiste de lessen uit leert. Populisme bestrijdt men niet doeltreffend door in de media te schelden, wel door een beleid te voeren dat in overeenstemming is met de vooropgestelde programma’s. Kiezers moeten weten wat ze na de verkiezingen kunnen verwachten. Maar in de huidige omstandigheden bevatten geloofwaardige verkiezingsprogramma’s vooral pijnlijke maatregelen. Hebben onze ‘niet-populistische’ beleidsvoerders daarvoor de nodige moed?
De auteur is hoogleraar economie aan de VUB.
Jef Vuchelen
Het overlevingsbeleid heeft zijn limieten bereikt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier