Polyfonie wordt steeds internationaler
Vlaanderen blinkt uit in oude muziek. Vooral de polyfonisten uit de vijftiende en zestiende eeuw scoren almaar beter. Een reden te meer om Laus Polyphoniae, de jaarlijkse hoogmis van de polyfonie in AMUZ – internationaler te maken. Grote baas Bart Demuyt gaat daarom op zoek naar Europese centen.
Wie een onderdompeling wil in de wetenschap van de oude vocale muziek, is in de Abdij van ‘t Park in Heverlee aan het juiste adres. In de gerestaureerde Mariapoort is sinds kort het Huis van de Polyfonie actief. Hier ruik je de adem en hoor je de sfeer van de renaissance: ze piept door de muren en kruipt krakend door de schitterend vernieuwde houten vloeren, galmt door het grandioze gewelf. Gastheer in deze heerlijke biotoop voor liefhebbers van oude muziek: Bart Demuyt, directeur van de Alamire Foundation (het internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen) én directeur van AMUZ (het muziekcentrum in de ontwijde Augustinuskerk in Antwerpen). Hij studeerde gitaar, koordirectie en zang aan het Lemmensinstituut en werd medewerker aan de afdeling musicologie bij de befaamde Ignace Bossuyt. Vandaag is hij baas van een festival en een onderzoeksinstituut. Zijn dada bij uitstek is de vocale renaissancemuziek uit de Lage Landen.
HIP
Oude vocale muziek is hip, leren we uit zijn betoog. Van 20 tot 28 augustus organiseert AMUZ voor de achttiende keer Laus Polyphoniae, een festival van internationaal niveau dat een week lang de loftrompet van de polyfonie steekt. “De bezoekersaantallen blijven stijgen”, weet Demuyt. “En dat ligt onder andere aan onze aanpak van dit festival. In alles wat wij doen, staat de historische getrouwheid centraal.” Die aanpak kreeg de term ‘HIP’ mee: historically informed performance.
De terugkeer naar de authenticiteit weet zowel uitvoerders als toehoorders te bekoren. Demuyt legt uit welke klemtoon zijn festival dit jaar wil leggen: “We richten ons op Portugal. Vlaanderen had in de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw nauwe handelscontacten met dat land. Portugese componisten – zoals Duarte Lobo – lieten hun partituren drukken bij Plantijn in Antwerpen.” De focus op Portugal zorgt voor een dertigtal boeiende concerten. Onder andere Currende en de Capilla Flamenca passeren de revue, maar evenzeer komen Portugese ensembles hun weemoedige ziel tonen. En in Café Saudade kan je literaire gesprekken bijwonen met onder andere Paul Van Nevel.
Laus Polyfoniae pakt ook met een ‘Concerto para Bebes’ uit. Pardon? Inderdaad, oude muziek op maat van baby’s. Demuyt: “De musici zitten in het midden van de zaal, en op kussens daaromheen zitten de ouders met hun baby’s. Op een zachte, geleidelijke manier komen ze met de muziek in contact. Klanken uit het Portugal van de zestiende en zeventiende eeuw vinden hun weg naar de allerkleinste oortjes. Muziek en baby’s kruipen lieflijk naar elkaar toe.”
Augustinus
AMUZ – Festival van Vlaanderen Antwerpen is een beetje de vreemde eend in de bijt van de koepelorganisatie Festival Van Vlaanderen. Het is het enige festival met een eigen concertzaal; de restauratie van de ontwijde Augustinuskerk is eind dit jaar volledig klaar. En AMUZ is ook het enige festival dat een jaar lang actief is. Demuyt: “Wij doen meer dan enkel Laus Polyphoniae. Ook in het voorjaar en het najaar organiseren we concerten en kleinere festivalletjes. Nu de Augustinuskerk helemaal afgewerkt is, hebben we nieuwe mogelijkheden om concerten te organiseren.” De nadruk zal daarbij gaan naar multidisciplinariteit: muziek in confrontatie met architectuur, beeldende kunsten en nieuwe media.
Maar daar is natuurlijk geld voor nodig. AMUZ krijgt van de Vlaamse overheid 450.000 euro. Demuyt: “Dat is uiteindelijk zo’n 430.000 euro geworden, want de fameuze kaasschaaf heeft bij alle gesubsidieerde cultuurorganisaties een klein stukje van de centen afgeroomd.” De stad Antwerpen investeert 680.000 euro in de werking van AMUZ, en de provincie Antwerpen doet er nog eens 100.000 euro bij. Alles samen draait AMUZ een omzet van om en bij 1,6 miljoen euro. Verkoop van tickets zorgt voor een kwart van de omzet. “Sponsoring moet nieuwe mogelijkheden opleveren, we hebben daar tot nu toe nauwelijks ervaring mee.” Demuyt wil de uitbreiding van het aanbod financieren door meer Vlaamse subsidies aan te vragen en Europese fondsen aan te spreken.
Laboratorium
En die vindt hij niet alleen voor AMUZ. Ook het Huis van de Polyfonie en de Alamire Foundation zijn in hoge mate van overheidsgelden afhankelijk. Vooral met het prachtig gerestaureerde Huis van de Polyfonie heeft Demuyt grootse plannen. “Er komt een Laboratorium: een plaats waar musici in alle rust kunnen oefenen en nieuwe dingen uitproberen. Professionele ensembles hebben daar meestal te weinig tijd en middelen voor. Ze repeteren drie à vier dagen en geven dan een concert. We willen muzikanten, maar ook taalkundigen, scenografen, wetenschappers en allerlei andere artiesten samenbrengen en ze stimuleren om nieuwe dingen uit te proberen zonder de bindende voorwaarde van een resultaat. Er hoeven dus niet onmiddellijk concerten uit voort te vloeien. Laat hen gewoon experimenteren.” Naast een festival en een studiecentrum moet zo’n labo voor vernieuwing en complementariteit zorgen.
En ook dat kost allemaal geld. De locatie wordt aan Alamire ter beschikking gesteld door de stad Leuven met de steun van de KU Leuven. Demuyt: “En we zijn constant op zoek naar projectsubsidies en privégelden. Denk aan banken, maar ook aan stichtingen en privépersonen. Ik vind het absoluut noodzakelijk dat de inventarisatie en valorisatie van dit belangrijk stuk cultureel erfgoed financieel goed onderbouwd wordt. Het is mijn droom dat we evolueren naar een gezonde combinatie van projectondersteuning en structurele subsidie uit Vlaanderen en Europa.” Internationale subsidies passen daarbij in de internationale uitstraling die almaar meer professionele ensembles uit Vlaanderen aan polyfonie geven. In die zin wordt polyfonie een cultureel exportproduct. Polyfonie wordt polynationaal.
AART DE ZITTER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier