Politieke rechters
In een democratie zijn informele gewoontes even belangrijk als institutionele regels. De regels beletten niet dat de Amerikaanse president Donald Trump een overleden opperrechter laat vervangen op amper een maand van de presidentsverkiezingen. Maar de benoeming van Amy Coney Barrett door een verdeelde Senaat, aan de vooravond van een verkiezing die misschien voor het gerechtshof zal eindigen waarin zij zetelt, veegt de vloer aan met elke traditie. Trump verstoort het delicate evenwicht tussen de politieke voordracht en de rechterlijke onafhankelijkheid.
Het Amerika van Trump is een lightversie van Polen, Hongarije en Turkije: de rechtbanken worden er gemanipuleerd voor politieke doeleinden. Trump wil de samenstelling van het Amerikaanse Hooggerechtshof manipuleren om via de rechtbank te realiseren wat hij politiek niet vermocht, met name het terugdringen van de hervorming van de gezondheidszorg onder Obama en het beperken van het recht op abortus. Daarmee hoopt hij ook ultraconservatieve kiezers te mobiliseren voor zijn herverkiezing.
Maar onder die oppervlakte van verderfelijk opportunisme is meer aan de hand. De overleden rechter Ruth Bader Ginsburg was een bekende progressieve activiste toen ze in 1993 door de Senaat werd benoemd met 96 stemmen tegen 3. De in 2016 overleden rechter Antonin Scalia, met wie Coney Barrett zich graag vergelijkt, was een vermaarde conservatief toen hij in 1986 werd aangesteld met 98 stemmen voor en 0 tegen. Een generatie geleden stond politieke overtuiging de erkenning van juridisch talent niet in de weg. Een generatie geleden konden de senatoren hun politieke overtuiging nog scheiden van hun grondwettelijke opdracht om een opperrechter te benoemen.
Rechtbanken en rechters worden richting politiek gedreven sinds de opkomst van de welvaartsstaat.
Trump handelt schaamteloos politiek omdat de senatoren de benoeming van rechters schaamteloos hebben gepolitiseerd. Trump schoffeert de democratische normen omdat de Democraten en de Republikeinen elkaar het licht in de ogen niet meer gunnen. Het Hooggerechtshof wordt de afgeleide van de polarisatie die als een kanker door de Amerikaanse samenleving vreet. Als dat zo doorgaat, dreigt de legitimiteit van het hof in gedrang te komen en nadert het moment dat zijn arresten niet langer als eindoordelen aanvaard worden. Dan glijdt Amerika af naar anarchie en revolutie.
De legitimiteit van het Hooggerechtshof is cruciaal omdat het hof het eindstation is voor de grote splijtzwammen van de Amerikaanse politiek en samenleving. Wapenbezit, immigratie, gezondheidszorg, abortus, minderheden, vrouwenrechten, raciale kwesties, homohuwelijk: vroeg of laat beslist het Hooggerechtshof over de limieten van wat politiek mag of moet. Dat brengt ons bij de kern van het probleem. In Amerika worden veel fundamentele politieke keuzes gemaakt door rechtbanken en uiteindelijk door negen opperrechters. Is dat nog democratisch?
Rechtbanken en rechters zijn slecht geplaatst om politiek te bedrijven. Ze worden richting politiek gedreven sinds de opkomst van de welvaartsstaat. Die heeft de klassieke grondwettelijke vrijheden aangevuld met sociale en andere grondrechten die een politieke agenda van herverdeling vergen. In Amerika is het Hooggerechtshof een politieke machine sinds de New Deal van Roosevelt en de burgerrechtenwetgeving van de jaren zestig.
Ook bij ons beslechten rechters in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens of het Europees Hof van Justitie dagelijks grote politieke vragen. Over hun benoeming wordt nooit openlijk gedebatteerd. Hun juridische opinies worden nooit politiek gefileerd. Niemand kent hen als publieke figuren met een politieke opdracht. Wij benoemen ook politieke rechters, maar durven het niet te bekennen.
De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier