POLITIEKE ONTSPORINGEN, ECONOMISCHE GROEIKRAMPEN

De politieke onrust in Midden-Europa lijkt buitenlandse investeerders niet af te schrikken. Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije stevenen dit jaar af op recordcijfers (ook al overweegt bijvoorbeeld Slowakije zijn vlaktaks van 19 % ter discussie te stellen en voordelen aan buitenlandse investeerders terug te schroeven). Met een gemiddelde groei van 5 % blijven de Nieuwe Lidstaten (NLS) ‘Oud Europa’ bijbenen. De levensstandaard is er bijna 40 % hoger dan in 1989. Hoewel ze nog 45 % onder het gemiddelde van West-Europa zitten, is de achterstand in dit tempo binnen één generatie weggewerkt.

Waar loopt het dan fout? Nu Roemenië en Bulgarije, de twee laatste NLS uit het voormalige Oostblok, de Europese Unie mogen vervoegen, krijgen we uit die hoek niets dan deprimerende beelden: volksopstanden in Hongarije, xenofobische en populistische turbulenties in Polen en Slowakije, onderling ruziënde Tsjechen. Zelfs de Baltische staten, met groeicijfers tussen 8 % en 13 %, sputteren.

Er was een tijd dat Nieuw Europa zich superieur waande aan Oud Europa en dat beeld ook in de rest van de wereld gangbaar was. Ironisch genoeg zijn Roemenië en in mindere mate Bulgarije, nog de enige NLS met min of meer hervormingsgezinde regeringen. Alle overige lijden aan hervormingsmoeheid – wat zich vertaalt in nationaal-populistisch opbod, zowel van links als van rechts, en uitstel van broodnodige hervormingen om Schengen (vrije personenverkeer) en de eurozone te kunnen vervoegen.

Snelle veranderingen stellen de zenuwen op de proef en in landen waar het communistische vangnet verscheurd werd, is niet iedereen er beter van geworden. De hervormingen werden bovendien opgedrongen door de Europese Unie. Regeringen consulteerden Brussel, niet hun kiezers. Het resultaat is een breuklijn tussen een ‘corrupte elite’ en ‘het volk’ (niet tussen ‘links’ of ‘rechts’). Nu voor de eerste lichting uit mei 2004 de EU-gelden binnenstromen, laten ze de teugels vieren. Begrotingstekorten zijn de regel. En dat is riskant, want de economische groei is krachtig, maar zou onder voortgezet beleid van hervormingen, krachtiger en duurzamer zijn. De private sector is vitaal, maar kan niet concurrerend blijven tegenover Rusland, China of India als de belastingen niet omlaag gaan – een probleem voor heel Europa, oud en nieuw.

Cynisme en terughoudendheid tegenover noodzakelijke hervormingen, en een toevlucht tot extremistische en populistische partijen, blijven zeker niet beperkt tot Nieuw Europa. Ook in het centrum van Europa is er een malaise. Niet omdat de kiezers zich afkeren van de Europese gedachte, wel door een gebrek aan staatsmanschap. Het ontbreekt beleidsmakers aan moed om pijnlijke hervormingen en aanpassingen aan het kiespubliek uit te leggen. “Het moet van Europa” was ook bij ons een bliksemafleider, die de positieve verwezenlijkingen van de Europese eenwording in een globaliserende wereld naar de achtergrond drukt.

Populistische bewegingen zijn zorgelijk, maar veeleer dan een aanval op de democratie, zijn ze meestal een roep om meer democratische inspraak. Het wordt tijd dat ze dit in Brussel (niet alleen in de Berlaymont, ook in de Wetstraat 16) gaan beseffen. Daar is méér voor nodig dan praatjes over ‘tolerantie’.

Erik Bruyland

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content