“Politiek vergiftigd, maar economische troeven”
In Argentinië dreigt een diepe politieke crisis de sterke economische groei van de voorbije jaren te ondermijnen. Uitgerekend op dat moment bezoekt een Belgische handelsmissie het land.
In Buenos Aires doet Bekaert Textiles goede zaken. “We draaien op volle capaciteit voor de lokale markt en groeien rustig”, zegt vicevoorzitter Hugo Ballarolo. Het land stoomt voor het eerst in honderd jaar vooruit op vijf uitzonderlijke jaren van ononderbroken groei. Maar de kramp zit erin. De dalende grondstofprijzen laten zich voelen en hoewel Argentinië grotendeels immuun is voor de instorting van de Amerikaanse huizenmarkt en andere kwalen van Wall Street staat het niet helemaal los van de globale economische malaise. Vooral door onbezonnen maatregelen van presidente Cristina Fernàndez de Kirchner.
Argentinië bakt al een tijdje zijn eigen broodjes, losgekoppeld van de internationale financiële markten sinds de beslissing om de terugbetaling van zijn buitenlandse schulden stop te zetten. Met suc-ces. Nicolas Gilliot, marketingdirecteur van Desmet Ballestra, vindt dat “er geen sprake zou moeten zijn van een economische inzinking, als de regering haar verstand zou gebruiken”.
De Belgisch-Italiaanse multinational uit Zaventem maakt in Buenos Aires en Santa Fe al meer dan veertig jaar olieverwerkende installaties voor de Argentijnse agrovoedingsindustrie. 3700 kilometer lang en 1400 kilometer breed is het land één gigantische agro-industriële machine: ‘s werelds belangrijkste producent van sojaolie, nummer twee in maïs en de derde leverancier van sojabonen. 90 % van de sojaproductie wordt geëxporteerd. Tot drie jaar geleden verkocht Desmet Ballestra reuzeninstallaties aan bijzonder efficiënte industriële concerns, “maar sinds vorig jaar zijn de bestellingen – uitgezonderd voor biodiesel – stilgevallen”, vertelt Gilliot.
De voorbije vijf jaar groeide de Argentijnse economie gemiddeld met 8,5 %, hoofdzakelijk gedreven door een stijgende export van landbouwgewassen (+ 48 % sinds 2003). Dat hielp de Argentijnse economie er bovenop na de zware economische depressie van 2001, toen het land zijn internationale betalingen staakte. Buenos Aires keerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de rug toe en kroop uit het dal met een voorzichtig monetair beleid, prijscontroles en een zwaar gedevalueerde, kunstmatig lage peso. De begrotingsoverschotten en surplussen op de lopende rekeningen stapelden zich op. Tussen 2003 en 2007 daalde de stedelijke armoede van 48 % naar 27 %, de werkloosheid van 33,8 % tot 9,8 %. De binnenlandse investeringen verdubbelden en alle economische sectoren boerden goed, vooral toerisme, de bouw en de uitvoer van landbouwproducten.
Tot presidente Cristina Fernàndez de Kirchner in maart 2008 de exportheffingen op graan en sojabonen optrok van 35 tot 44 %. “We hadden al een belastingverhoging gehad, maar daar konden de grote producenten toen nog mee leven”, zegt Gilliot. “De extra belasting was de druppel die de emmer deed overlopen. Argentinië boette in aan competitiviteit tegenover Brazilië.” De boeren en truckers wierpen maandenlang wegblokkades op. De presidente vond dat de rijke exporteurs hun hoge winsten moesten delen met de rest van de bevolking, meer in eigen land moesten verkopen om zo de inflatie helpen te bedwingen.
Nieuw pragmatisme
Landbouw en agro-industrie staan in voor twee derde van de Argentijnse uitvoeropbrengsten. De staking kostte de staatskas miljarden dollars en de schaarste werd voelbaar tot in de hoofdstad Buenos Aires. De president, die na haartriomfantelijke verkiezing in oktober een oververhitte economie erfde van haar echtgenoot, de linkse populist Néstor Kirchner, zag haar populariteit wegsmelten.
Naast de landbouwexport stimuleerde de binnenlandse consumptie de economische boom van de voorbije jaren. Maar wie het zich kon permitteren, begon Amerikaanse dollars op te kopen, veeleer dan de nieuwste elektronische snufjes.
Dante Sica van het consultancybureau abeceb.com merkt op dat de verkoop in grote winkelcentra de voorbije maanden is teruggevallen met 10 %. Vorig jaar was er nog een klim van 17 %. De verkoop van personenwagens vertraagt. Onzekerheid is er ook in de huizenmarkt en aanverwante sectoren, zoals binnenhuisinrichting. De economische groei wordt geraamd op 5 tot 6 % en zou volgend jaar hooguit 4 % zijn. Analisten schatten de kapitaalvlucht op ongeveer 11 miljard dollar. De intresten op overheidspapier zijn met een derde omhooggeschoten.
De grote boerenorganisaties waren lang de enige oppositie tegen de Kirchners. Nu worden zelfs in de peronistische partij, waar Néstor Kirchner voorzitter van is, proteststemmen hoorbaar. In de senaat brachten ook peronisten de omstreden exportheffing terug tot het vorige tarief van 35 %. “Het gevaar bestaat dat de publieke perceptie omslaat in economische realiteit”, waarschuwt Sica, “want feitelijk doet onze economie het goed en heeft de staat voor 47 miljard dollar aan reserves opgebouwd.” Die hoge reserves worden in regeringskringen naar voren geschoven om geruchten weg te wuiven dat Argentinië, zoals in 2001-’02, nieuwe schuldaflossingen niet zou nakomen.
Kennelijk is het de presidente duidelijk geworden dat ze een meer pragmatische koers moet varen. Cristina Fernàndez de Kirchner verraste vorige maand vriend en vijand toen ze aankondigde dat Argentinië de 6,7 miljard dollar schulden aan de Club van Parijs (Japan, Duitsland en Nederland zijn de belangrijkste schuldeisers) in één klap zou terugbetalen. Dat kan de poort openen voor buitenlandse kapitalen en investeringen. Brazilië lokt immers in één maand meer buitenlandse investeringen dan Argentinië over een heel jaar. Grote infrastructuurwerken, die onder Néstor Kirchner nog met binnenlands privé-kapitaal gefinancierd werden, zouden dan een beroep kunnen doen op buitenlands geld tegen interessantere voorwaarden. En dat is nodig omdat onder meer de energiesector, door de prijscontroles en subsidies, achterophinkt. In Argentinië is elektriciteit 40 % goedkoper dan in de buurlanden, maar stroomonderbrekingen remmen de industriële groei af.
Eigenzinnige stijl
Een akkoord met de Club van Parijs is een stap in de goede richting en kan buitenlandse kredietagentschappen en financiers gunstiger stemmen. Er zal echter meer nodig zijn om het internationale vertrouwen te herstellen. Het Frans-Belgische nutsbedrijf Suez bijvoorbeeld zit nog altijd met een kater nadat contracten eenzijdig verbroken werden. Volgens Hugo De Clercq, een gewezen Vlaamse bankier in Buenos Aires (er zijn geen Belgische banken meer in Argentinië), zouden Argentijnse bedrijven minder betalen dan de 20 % die ze nu neertellen voor kortetermijnkredieten als een schuldenregeling met de Club van Parijs er eerder was gekomen. “Eigenlijk is er momenteel weinig krediet beschikbaar voor ondernemingen. De regering geeft een signaal dat er een oplossing gezocht wordt voor de 26 miljard dollar aan privéschulden die Argentinië sinds de schuldherschikking van 2005 bevroren houdt”, meent Declercq. Op de petrodollars van de Venezolaanse president Hugo Chàvez na (die met leningen over de brug komt tegen gepeperde intresten) geraakte het land geïsoleerd van de internationale kapitaalmarkten.
Critici merken op dat terugbetalingen aan de Club van Parijs perfect in schijven mogelijk zijn. Cristina’s aankondiging om alles in één keer te betalen, getuigt vooral van de typisch eigenzinnige regeerstijl van de Kirchners, en minder van een gezond langetermijnmanagement. Afkeer van de internationale financiële instellingen kenmerkt hun beleid. Mocht Néstor Kirchner begin 2006 niet de 9,5 miljard dollar IMF-schulden in één klap hebben vereffend, dan had hij niet bij Chàvez moeten lenen. In bedrijfskringen blijft het wantrouwen groot, omdat onafhankelijke economen stellen dat de regering de inflatie-index manipuleert. In een land dat getekend is door cycli van hyperinflatie, is het onder controle houden van de levensduurte een gevoelig punt. Officieel is de inflatie niet hoger dan 9 %, maar in werkelijkheid zou ze pieken rond 25 %.
Elk percentage weggemoffelde inflatie biedt de regering de mogelijkheid tot 500 miljoen dollar per jaar te besparen op de terugbetaling van overheidspapier in Argentijnse peso. Om opnieuw met het IMF aan tafel te kunnen zitten, moet Argentinië eerst klaarheid scheppen over de berekening van zijn inflatiecijfers. Voor het IMF moeten de subsidies en ongedisciplineerde staatsuitgaven afgebouwd worden en moet de centrale bank de geldhoeveelheid in toom houden. Zo niet kan stagflatie om de hoek loeren.
Sommigen bestempelen Argentinië als een bananenrepubliek zonder bananen. Hugo De Clercq is het daar niet mee eens. “Wel als men daarmee de juridische onzekerheid bedoelt. Maar het opleidingsniveau is zeer goed. Argentinië heeft vijf Nobelprijswinnaars.” Hij blijft dan ook optimistisch: “De horizon is hier kort, je kunt moeilijk voorspellen wat er tegen 2010 te gebeuren staat, maar ik verwacht een groter pragmatisme van de regering en wie weet een toenadering tot het IMF en de Wereldbank. De situatie was de voorbije maanden politiek vergiftigd, maar economisch heeft het land heel wat troeven.”
Saïd Senussi, business development manager van het engineeringbedrijf Keppel Seghers, compenseert de groeivertraging van de voorbije maanden met bestellingen uit Peru en Chili. Het bedrijf uit Willebroek ontwerpt sinds het midden van de jaren negentig vanuit zijn dochterbedrijf in Mendoza industriële waterzuiveringsstations. “Op langere termijn zien wij goede perspectieven in Argentinië”, zegt Senussi. En dat is ook het geval voor de nieuwematerialengroep Umicore. Prins Filip huldigt volgende week een fabriek in buiten Buenos Aires voor zogenaamde API’s. Active pharmaceutical ingredients zijn op platinum gebaseerde katalysesamenstellingen voor geneesmiddelen tegen kankerbestrijding. Het gaat om een investering van 4 miljoen euro. (T)
Door Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier