Redactie Trends

Politici wurgen de euro

Ik ben geen tegenstander van de euro. Ook al luidt de titel van mijn jongste boek Het einde van de euro, het is absoluut fout daaruit de conclusie te trekken dat ik mij principieel tegen het concept van een Europese eenheidsmunt kant.

Het voortbestaan van de euro staat op het spel omdat de politieke wereld er een potje van maakt. Zonder politieke beslissingen knalt de euro tegen de muur. En dat terwijl er principieel genoeg argumenten zijn om de eenheidsmunt te verdedigen.

Er zijn twee zaken die voor een euro pleiten. De voorbije eeuwen kende Europa met de regelmaat van een klok militaire conflicten die massaal dood en vernietiging brachten. De naoorlogse Europese integratie droeg ontegensprekelijk bij tot de breuk met deze traditie.

Ten tweede is het idee om de economische unie te versterken met een monetaire unie en een eenheidsmunt zinvol en potentieel een bron van sociaaleconomische vooruitgang. De politici vertikten het echter om de juiste volgorde te respecteren. Zonder een hechte politieke unie is er geen kans op een duurzame en efficiënte monetaire unie. Die stelregel gold in 1999, toen de monetaire unie van start ging, en blijft onverkort van kracht.

De essentie van het boek Het einde van de euro is dat net omdàt de politici de monetaire unie van bij het begin verkeerd monteerden en er nu duidelijk niet in slagen om de bakens alsnog te verzetten, het einde van de euro helaas een reëel perspectief is. Sommigen wijzen die mogelijkheid compleet af. Herman Daems, gerespecteerd professor emeritus en voorzitter van de raad van bestuur van BNP Paribas Fortis, zegt bijvoorbeeld duidelijk dat het einde van de euro ondenkbaar is. De kosten van een implosie van de monetaire unie zouden zo groot zijn dat de politici uiteindelijk zullen doen wat moet om de euro te redden. Hij vertolkte zijn visie nog helder en krachtig in een recent interview met ons zusterblad Knack.

Ik ken Herman Daems al ruim dertig jaar. Het respect voor de man en zijn visie nam in die periode alleen maar toe. Hij behoort tot het beperkte kringetje van mensen naar wie je altijd aandachtig luistert. Het is dan ook met enige schroom dat ik nu vaststel dat onze visies substantieel verschillen. Ten gronde gaat het om de visie op het politieke gebeuren. Elke nieuwe actie vanwege de Europese leiders sterkt mij in de overtuiging dat politieke leiders zich finaal niét laten leiden door de maatschappelijke kosten die hun beslissingen (of niet-beslissingen) kunnen uitlokken. Doorheen heel de geschiedenis hebben politici veel van de miserie die de mensheid overkwam, kunnen voorkomen door rekening te houden met die grote kosten. Het lijkt me naïef te veronderstellen dat politici nu plots niet meer aan die myopie lijden.

Nemen we het voorbeeld van de Franse president Nicolas Sarkozy. Het ziet er in de aanloop van de presidentsverkiezingen in mei 2012 voor hem niet te best uit. Het dilemma waar hij voor staat, is dat als hij doet wat hij moet doen om de eurocrisis te helpen keren, hij meteen een kruis kan maken over zijn herverkiezing. De Franse openbare financiën zijn nauwelijks beter dan de Italiaanse. Alle projecties tonen aan dat de Franse schuldgraad tegen pakweg 2040 absoluut desastreus wordt, nog veel erger dan bijvoorbeeld Italië. Frankrijk heeft dan ook dringend behoefte aan stevige structurele besparingen, vooral in het loodzware ambtenarenapparaat en in de sociale zekerheid. Het onlangs voorgestelde saneringspakket schiet, gemeten aan die normen, hopeloos tekort. Het gaat over in totaal 113 miljard euro, waarvan hooguit 30 miljard reële besparingen en voor de rest vooral belastingverhogingen.

Drukt Sarkozy de maatregelen door die zich voor het welzijn van Frankrijk én dat van de euro opdringen, dan zal zijn populariteit gegarandeerd verder dalen en kan hij zijn herverkiezing echt wel vergeten. Sarkozy zal die maatregelen dan ook niet doorvoeren, ondanks alle retoriek. De kans dat Frankrijk eerstdaags ook in de problemen komt, neemt dan ook dag na dag toe.

Wil Europa ontsnappen aan de nationale dynamiek die het onmogelijk maakt om de euro te redden, dan is enkel een grote sprong voorwaarts mogelijk. Een groot stuk van de nationale soevereiniteit moet dan opgegeven worden. Zeker in de grote landen van de eurozone is de publieke opinie daar absoluut niet klaar voor.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content