PMU waagt een gok op leven en dood
Waregem Koerse wordt volgende week weer een commercieel succes. Het Belgische rencircuit galoppeert echter door een diep dal. Topman Livinus Impens plant een buy-out van het gokbedrijf PMU. Hij werkt aan een fusie met Tiercé Franco-Belge.
Volgende week dinsdag verzamelt ondernemend Vlaanderen (vooral West-Vlaanderen) op de jaarlijkse Waregem Koerse. Het gokbedrijf Pari Mutuel Unifié Belge (PMU) beleeft er een topdag. Toch laat CEO Livinus Impens zich er waarschijnlijk niet zien. “Waregem Koerse doet pijn aan mijn hart,” klinkt het bitter. “Men houdt er de schijn op dat de paardensport groeit en bloeit. Ook politici laten zich er graag zien. Ondertussen laat Vlaanderen de sector doodbloeden.”
De Waalse politiek komt wel over de brug. De Nationale Federatie van Belgische Paardenwedrennen en het management van de renbaan in Ghlin hebben een jaar geleden de nv Euro Tiercé opgericht. Enkel dit bedrijf mag de gokwedstrijden van de zeven jaar oude Naamse renbaan organiseren. Dat is geen klein bier als men weet dat volgens de meest recente informatie in Ghlin jaarlijks 150 miljoen euro wordt vergokt, en het daarmee de Europese nummer vier is. Ter illustratie: Wallonië is goed voor 56 % van de gokinzetten in België (Vlaanderen: 23 %). “De Walen zijn de grootste gokkers en hadden geen eigen renbaan,” zei renbaandirecteur Achille Cassart ooit in Trends-Tendances. “Dat was een aberratie.”
Impens: “In Ghlin krijgen de koerswinnaars zotte prijzen. De Waalse regering stopt jaarlijks 2 miljoen euro in de renbaan en laat toe dat het privékapitaal zich via allerhande belangenverstrengelingen verrijkt. Als privé-investeerder moet ik opboksen tegen een door de overheid gesubsidieerde concurrent. Ondertussen betaal ik me blauw aan belastingen.”
PMU + Tiercé Franco-Belge
Impens werkt aan een grondige herstructurering van PMU, dat het gokken op Belgische koerswedstrijden organiseert. Binnenkort wordt deze coöperatieve een nv. De grote meerderheid van de aandeelhouders (de renverenigingen) staan op het punt zich terug te trekken. Ze werken met Impens aan een terugbetalingsplan voor de 1,2 miljoen euro schulden die ze bij PMU hebben uitstaan. Die worden geleidelijk kwijtgescholden als de gokonderneming op de renbanen actief kan blijven.
Impens plant een overname van hun aandelen voor een symbolische euro. Hij werkt intussen aan een fusie met Tiercé Franco-Belge (TFB). Dit bedrijf, dat het gokken op buitenlandse koersen organiseert, wordt voor 55 % gecontroleerd door de met hem gelinkte Luxemburgse Holding Promotion Hippique Internationale. “Eind september hoop ik de fusie af te ronden,” voorspelt de ambitieuze manager, die overigens ook meewerkt aan een consolidatie van het imperium van Roger Lambrecht en andere families uit de bandensector.
PMU en TFB doen het niet al te best. Beide staan achter met RSZ-betalingen. Tiercé Franco-Belge haalt op 57,04 miljoen omzet een negatieve cashflow van 351.000 euro en heeft een negatief eigen vermogen van bijna 5 miljoen euro. Met 5,15 miljoen omzet en 158.000 euro cashflow en een (beperkt) positief resultaat doet PMU het iets beter. Het lijkt onmogelijk dat het kleine PMU grote broer TFB kan redden. Voormalig PMU-bestuurder Thierry Storme: “Ik geef dit reddingsplan geen schijn van kans.”
Impens geeft grif toe dat een en ander verkeerd loopt. De RSZ-schulden duidt hij als een gevolg van een conflict met de overheid dat blijft aanslepen. De verkoop van het vastgoed van beide maatschappijen kan de grootste schulden delgen. Verder wil Impens synergieën in het gezamenlijk informaticabeheer van beide gokmaatschappijen. “Maar eerst wil ik een akkoord met de fiscus. TFB en PMU moeten een omzetbelasting van 15 % betalen. Op een normale bedrijfswinst van 19 % houd ik amper 4 % over voor de vaste kosten. Dat is onhoudbaar.”
Alain Dhooghe, bestuurder bij concurrent Ladbrokes (161 miljoen omzet, geconsolideerd): “Zelf maken we nog winst, zo’n 2 miljoen euro. Elk jaar doen we het slechter. Zonder een nieuw wettelijk en reglementair kader voor de wedrennen dreigt ook voor ons bedrijf een catastrofe.”
Politieke wezen
De sport bestaat uit vier takken: military, jumping, dressuur, en mennen en rennen. Enkel op die laatste wordt legaal gegokt. De drafrennen worden georganiseerd door de Belgische Federatie van de Paardensport via de drafverenigingen van elke renbaan (Kuurne, Waregem, Oostende, Ghlin). De galopkoersen in Ghlin, Waregem en Oostende worden georganiseerd door de Jockey Club. De sector wordt gereguleerd door het ministerie van Landbouw (fokkerij). De regionale overheden beslissen hoeveel belasting er wordt geheven op het gokspel, maar de federale overheid int de taksen.
Philippe Casier, voorzitter van de Jockey Club (en zoon van de 98-jarige peetvader van Waregem Koerse, baron Jean Casier): “De bevoegdheden van de sector zijn kriskras verspreid over verschillende ministeries. De liefhebbers van de paardensport zijn politieke wezen. Ooit werden we geadopteerd door Vlaanderen, maar de vreugde was van korte duur.”
Het Vlaamse parlement werkte immers onder auspiciën van André Denys, liberaal politicus en huidig gouverneur van West-Vlaanderen, in 2003 een nieuw statuut uit. Het kwam erop neer dat de helft van de belastingen van gokbedrijven (ook voor wedstrijden in het buitenland) zouden vloeien naar een organisatie van de Vlaamse paardensport. De Raad van State vernietigde de hoofdlijnen van de regeling.
In dit scenario was PMU de spil van de (Vlaamse) paardensport. Net zoals het dat vroeger was. Op zijn top boekte dit bedrijf 150 miljoen euro omzet, of dertig keer meer dan vandaag. De draf- en galopverenigingen van de acht renbanen hadden het gokmonopolie immers aan vzw PMU uitbesteed, die de gelden deed terugvloeien naar investeringen in de renbanen en hoge prijzen voor de winnaars van de wedstrijden.
“PMU was de kip met de gouden eieren,” aldus Joseph Van Den Broecke, directeur van de Koninklijke Waregemse Koersvereniging. “Heel wat verantwoordelijken verrijkten zich op kap van de sport. De aandeelhouders knepen de onderneming leeg als een citroen, zonder oog voor de bedrijfseconomische toekomst. Ook nadat de Lotto een einde maakte aan het feest, bleven velen potverteren.”
Nadat een rechtbank begin jaren tachtig het vzw-statuut ophief, moest PMU zich ontwikkelen tot een echt bedrijf. De (huidige) Vlaams Belangpoliticus Freddy Van Gaever werd CEO en werkte nauw samen met Livinus Impens, toen boekhouder bij PMU. Die laatste bracht Van Gaever op de hoogte van interne fraude, werd directeur-generaal en kreeg de opdracht te onderzoeken wie de winnaars waren van de grootste gokwedstrijden.
Dat laatste gebeurde eerder vanuit marketingoverwegingen, maar al gauw bleek dat alle topwinnaars hun ‘geluk’ vonden bij een beperkt aantal PMU-kantoren. Het duo ontdekte dat bij wedrennen waarmee de gokkers het meeste geld konden winnen (omdat er nog geld ‘in de pot’ zat), een aantal meer getalenteerde jockeys werd omgekocht om slecht te rijden. Van Gaever: “We hadden het bewijs dat een select groepje gokkers de Belgische rennen manipuleerde. Met een klacht bij het parket wilde ik met een schone lei te starten. Ik mocht niet. Daarom stapte ik op. De paardensector bestaat uit amateurs die elkaars wederzijds falen en fraude toedekken.” Impens: “Van Gaever wilde de beerput leegmaken, maar wordt gestopt. Ook bepaalde maçonnieke banden tussen de top van de PMU en het gerecht speelden een rol. Men wilde de zaak intern regelen.” Storme, toenmalig PMU-bestuurder: “Het gaat niet op om de Lotto of deze omkoperij als de enige reden van het failliet van de wedrennen naar voren te schuiven. De combinatie van factoren – vooral het gebrek aan economisch draagvlak – was fataal. Zodra de financiële motor van de PMU begon te pruttelen, kon geen hoog prijzengeld meer worden gegeven, bleven de betere paarden weg, werden de Belgische wedstrijden tweederangs en verdwenen de meeste renbanen van de kaart. Behalve Waregem, omdat het zijn jaarlijkse event heeft” (zie kader: Stuiptrekkingen van de paardenrennen).
Waregemse middenstand
Na het vertrek van Van Gaever bij PMU trok Impens stap voor stap de lakens naar zich toe. Door het wegvallen van actieve aandeelhouders kan hij eigenlijk zijn gang gaan. Casier. “Op het vlak van corporate governance liep het compleet verkeerd. Manager Impens voerde de strategie zonder dat de aandeelhouders er enig zicht op hadden. Ik heb nog even geprobeerd het ene aandeel van de vzw in PMU te verzilveren en het management over te nemen. Dat bleek onmogelijk, want het bedrijf is de paardensport ontgroeid.”
Hij verwijst naar het feit dat Impens andere gokproducten, zoals Bingoal, in aparte vennootschappen ontwikkelt. “Ik hoop daarmee de informatica van PMU optimaal te laten renderen,” verklaart Impens. “Net daarom is ook een fusie met Tiercé Franco-Belge cruciaal.”
Joseph Van Den Broecke, directeur van de Koninklijke Waregemse Koersvereniging, is kritisch tegenover het wereldje van de paardenrennen, waar hij “te veel corporatisme en te weinig professionaliteit” ziet (zie kader: Het bedrijf Waregem Koerse). Maar: “Impens doet op zijn manier zijn best.” Als nieuwe manager van de Waregemse Ren- en Rijvereniging stelde Van Den Broecke onlangs vast dat hij wel erg nauw betrokken was bij de fusie tussen PMU en TFB. De vzw had immers 150.000 euro vrijgemaakt voor een participatie in TFB. De verbijsterde advocaat Van Den Broecke: “Van die participatie stond geen letter op papier. Het sociaal secretariaat Wij Helpen uit Waregem is met een indirecte participatie van 750.000 euro mede-investeerder in TFB. Toen dat enkele maanden geleden uitkwam, kon hun voorzitter Arthur Vanhauwere ontslag nemen.”
De bejaarde apotheker Vanhauwere, ex-voorzitter PMU, leidt de cvba Waregem Sport die een jaar geleden werd opgericht. Deze coöperatieve participeert direct voor 45 % van Tiercé Franco-Belge. PMU-topman en mede-investeerder Impens: “Plots blijkt dat een groep investeerders rond Vanhauwere (sommige van Wij Helpen en andere van de drafvereniging) een deel van de aandelen van de oorspronkelijke eigenaars van TFB heeft gekocht. Het ziet ernaar uit dat de Waregemse middenstand investeert in een gokmaatschappij. Vanhauwere wordt nog de nagel aan mijn doodskist als er geen einde komt aan de onduidelijke transacties. Ik ben accountant en eis transparantie.”
Vanhauwere staat ons aanvankelijk erg vriendelijk te woord, tot we hem meer details vragen over de investeringen in TFB. Dan gooit hij de telefoon neer. Diens opvolger bij Wij Helpen José Dewaele benadrukt: “Elke investering in Tiercé Franco-Belge is privékapitaal. Het sociaal secretariaat heeft niet de ambitie een gokbedrijf te runnen.”
Illegale concurrentie
Het gefuseerde PMU/TFB zal moeten opboksen tegen de sectorgenoten Ladbrokes, Dumoulin (10 miljoen omzet), Vincennes (2 miljoen) en Euro-Tiercé (nog geen cijfers bekend). Ladbrokes-bestuurder Dhooghe, ook voorzitter van de Beroepsvereniging van Wedkantoren: “Wij werken nu al goed samen met onze agent PMU. Bovendien werkt drievierde van ons netwerk van wedkantoren op verscheidene plaatsen. We hebben veel meer last van de maffieuze netwerken, waar het gerecht – zo vernam ik onlangs in de media – geen vat op krijgt. De echte concurrentie is niet het reguliere gokbedrijf, wel de honderden illegale concurrenten.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier