Plops, en weg waren de bijtjes
Volgend weekend opent Plopsaland de deuren. De Meli-bijtjes in Adinkerke hebben plaatsgemaakt voor mediafiguren als Kabouter Plop en Samson & Gert.
Half april 2000. Het terrein waarop ooit Melipark stond, is één grote modderpoel. Vrachtwagens rijden af en aan. In het lege restaurant zijn de ambachtslui druk aan het overleggen. Buiten krijgt het hekwerk een nieuwe, blauwe verflaag.
Plopsaland, de nieuwe benaming van het park in Adinkerke, is al aangebracht op het gebouw bij de ingang. Maar een bord met daarop verboden toegang en park gesloten maakt meteen duidelijk dat Plopsaland nog geen gasten kan ontvangen. De opening is gepland voor 29 april, en marketing & sales manager Wim Wauters heeft er alle vertrouwen in dat die datum wordt gehaald.
Plopsaland is de opvolger van Melipark, het oudste attractiepark van het land. In 1999 kwam de vorige eigenaar (de familie Florizoone van het honingmerk Meli) in contact met Studio 100 (maker van tv-hits als Samson & Gert en Kabouter Plop). Studio 100 nam samen met de Vlaamse Media Maatschappij(VMM) Melipark over en herdoopte het in Plopsaland. “Conceptueel is Plopsaland géén pretpark,” zegt Wim Wauters, “maar een themapark. Een themapark gaat uit van een sfeer, en daaraan worden dan attracties gelieerd. Hier zijn dat de figuren van Studio 100.”
De vorige eigenaars van het Melipark konden of wilden de investeringen niet langer doen om het park aantrekkelijk te houden. Dat leidde tot een neergaande spiraal: geen nieuwe attracties, minder bezoekers, waardoor er opnieuw minder inkomsten binnenkwamen om te investeren. Studio 100 zag kennelijk wél mogelijkheden in het park en nam samen met de VMM het Melipark over. Studio 100 brengt de vier tv- formats in (Samson & Gert, Kabouter Plop, Big & Betsy en Wizzy & Woppy) en rond die figuren worden zones in het park gecreëerd. Wauters: “We zullen de leefwereld van de tv-personages evoceren. Plop is een kabouter en op tv zit die in een paddestoel. Dus hier komt een reuzenpaddestoel van Plop.”
Het park moet op termijn op zichzelf kunnen staan. Vandaar dat niet voor de naam Samsonland werd gekozen. “We hebben lang over de naam gediscussieerd,” aldus Wauters. “Plopsaland is een samentrekking van Plop en Samson, gewoon een leuke naam.”
Het Meli-product wordt aangepast aan het nieuwe concept. En dus zijn alle attracties die naar thrills neigen (zoals het vliegend tapijt) verdwenen. “We zijn geen sensatiepark. Wij richten ons specifiek tot kinderen van drie tot twaalf jaar, hun ouders en grootouders. En dus moeten zowel de kleinkinderen als de grootouders in de attracties kunnen. Onze sleutelwoorden zijn verwondering, veiligheid, gemoedelijkheid en show. We gaan voor de fantasie van de kinderen,” zegt Wauters. “Tegelijk nemen we de kleine irritaties weg. Zo zijn er bijvoorbeeld geen attracties meer waarvoor je extra moet betalen. We hebben nu één prijs voor alles. We willen niet dat kinderen om de tien minuten aan hun ouders 20 frank moeten vragen.”
Plopsaland zoekt een andere niche dan pretparken als Walibi. Die mikken ook – en zelfs vooral – op adolescenten, een publieksgroep die in Plopsaland alvast haar gading niét zal vinden. Toch is de concurrentie groot. In de kuststreek kan de consument niet alleen naar Plopsaland, maar ook naar het Boudewijnpark of Bellewaerde (onderdeel van Walibi). Wordt er wat breder gekeken, dan zijn er Walibi in Waver zelf, Bobbejaanland en De Efteling in Nederland. “Als je ons met een park wilt vergelijken, dan is het De Efteling,” aldus Wauters. En Euro-Disney? “Neen, wij moeten het vooral hebben van dagrecreatie, Disney is meer een bestemmingsdoel.”
Heeft Plopsaland marktonderzoek laten uitvoeren om meer te weten te komen over de verwachtingen van de klant? “Een echte marktstudie hebben we niet laten maken, maar het is ook geen impulsieve daad. Plopsaland is beredeneerd impulsief: we gaan immers uit van sterke figuren,” aldus Wauters. Bovendien is er de link met VMM. Die brengt onder meer mediaruimte in van de twee mediagroepen die VMM vormen: De Persgroep en Roularta Media Group. Het gaat niet alleen om tv-ruimte ( VTM, Kanaal2 en regionale zenders), maar ook om ruimte in de diverse persproducten (van Het Laatste Nieuws tot Onze Tijd/Notre Temps). Die ruimte hoeft niet te worden aangekocht. Dat is een voordeel. Terwijl andere parken daarin moeten investeren, kan Plopsaland dat geld aan andere dingen besteden.
Televisie vormt het belangrijkste medium. De helft van de campagneactiviteiten verlopen via de buis. Op VTM en Kanaal2 zijn spotjes te zien die de kijkers de openingsdatum van het park moeten inprenten. Dat gebeurt onder meer met filmpjes waarin de bekende figuren voorkomen. De boodschap is redelijk eenvoudig. “We zeggen gewoon dat Plopsaland bestaat,” aldus Wauters. “We spelen het in onze campagnes subtiel en niet plat commercieel. Kabouter Plop zal nooit zeggen: bezoek mij in het park. Zo zitten de personages niet in elkaar. In Vlaanderen en Nederland maken we gewoon duidelijk dat de vier figuren in het park hun thuishaven hebben.”
Toch zal Plopsaland ook moeten investeren in reclame: behalve Vlaanderen behoren immers ook Nederland, Noord-Frankrijk en Wallonië tot het verzorgingsgebied van het park. En buiten Vlaanderen moet de knip wél open om mediaruimte aan te kopen. Voordeel is dat in Nederland de figuren al bekend zijn: bij onze noorderburen zendt de Tros de programma’s van drie van de vier figuurtjes uit. En daar maakt men ook gebruik van de middelen die merchandisingpartners bieden: zo fabriceert Lu een Samson-koekje en op de verpakking daarvan staat momenteel de boodschap dat Plopsaland te bezoeken is.
Anders is de situatie
in Noord-Frankrijk en Wallonië. Daar zijn de Plopsaland-figuren niet of nauwelijks bekend. En dus moet de consument daar diets worden gemaakt dat er een themapark rond enkele sympathieke figuurtjes is opgezet. “We hebben een overeenkomst met de vroegere uitbaters dat we nog twee jaar gebruik kunnen maken van de naam Melipark,” zegt Wauters. Op die manier kan Plopsaland de link maken tussen oud en nieuw. “In Frankrijk en Wallonië brengen we de boodschap dat de bezoekers een park zullen terugvinden dat veel aantrekkelijker, veel frisser en veel beter is dan vroeger. Dat zal misschien wat meer werk vragen, maar een kabouter is een universeel gegeven, net zoals een ventje met zijn hond. Alleen die televisiebekendheid, die is er niet bij.”
ad van poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier