Pleiten voor een apart statuut
Medewerkers van advocatenkantoren zijn dikwijls slechtbetaalde bedienden zonder statuut. De Orde van Vlaamse Balies discussieert over een betere omkadering.
Binnen twee maanden bestaat de Orde van Vlaamse Balies (nu de feitelijke Vereniging van Vlaamse Balies, kortweg VVB) officieel. VVB-woordvoerder Hugo Lamon wil onder meer werk maken van de modernisering van het beroep van advocaat. “Ik pleit ervoor om een statuut voor de advocaten-medewerkers uit te werken,” zegt hij. “Het gaat volgens mij niet langer op dat advocaten worden ingeschakeld in een kantoor als bediende zonder een behoorlijk statuut.”
De VVB zelf, zo bleek uit een enquête vorig jaar, is sterk verdeeld over het feit of het statuut van zelfstandige moet gelden voor álle confraters. Senator Vincent Van Quickenborne ( Spirit), zelf advocaat, interpelleerde de regering al over wat hij noemt “de schijnzelfstandigen in de advocatuur”. De senator wijst erop dat heel wat beginnende stagiairs amper 500 euro per maand verdienen, geen eigen zaken kunnen aannemen, geen OCMW-steun mogen vragen, kortom: “alleen bestaan ter meerdere eer en glorie van de miljoenen verdienende topadvocaten van een kantoor”.
Helemaal geen voorstander van een werknemersstatuut voor advocaten is Thierry Claeys, advocaat van Claeys & Engels en een van de toonaangevende specialisten in sociaal recht. Claeys was bij Loeff Claeys Verbeke (nu Allen & Overy) jarenlang verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van stagiairs en medewerkers. “Onze medewerkers zijn wel degelijk zelfstandigen. Ze regelen zelf hun werkschema, nemen vakantie wanneer ze willen en worden beoordeeld op hun resultaten. Ze zijn specialisten die goed verdienen en makkelijk elders aan de slag kunnen. Die juristen hoeven echt niet te worden beschermd zoals de eerste de beste werknemer. En: ze beschikken over de vrijheid om een zaak al dan niet aan te nemen.”
Dat laatste is belangrijk. De zelfstandigheid wordt immers gekoppeld aan de onafhankelijkheid van de advocaat. Die moet in volle vrijheid een dossier kunnen behandelen en de cliënt adviseren volgens zijn eigen geweten. “Gezag, leiding en toezicht komen niet overeen met de aard zelf van het beroep,” aldus Claeys.
Deze redenering gaat volgens Lamon niet helemaal op. Hij wijst erop dat sinds kort de bedrijfsjurist – een werknemer – ook verplicht is een onafhankelijk advies te geven aan zijn onderneming. Ook dokters hebben de deontologische plicht tot onafhankelijkheid en kunnen als personeelslid in een ziekenhuis werken. Lamon pleit ervoor om, zoals in Frankrijk, een apart statuut uit te werken, dat rekening houdt met de deontologische plichten zoals de onafhankelijkheid en het beroepsgeheim.
Thierry Claeys is kritisch. Hij wijst erop dat zo’n statuut tot gevolg kan hebben dat er mimimumlonen gelden en dat er sociale lasten moeten worden afgedragen. “De kosten van een stagiair worden gewoon te hoog voor de kleine kantoren. Een halftijdse medwerker zal gauw 25.000 euro per jaar kosten. Welke patron wil onder die omstandigheden nog een stagiair aannemen?” Van Quickenborne doet die redenering af als “corporatistisch”. “Je gaat mij niet vertellen dat het hongerloon dat stagiairs verdienen, in hun eigen voordeel is,” zegt hij. “Zonder een minimumloon houd je de verdoken werkloosheid in stand.”
H.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier