Pingpong tussen kabinet en Hoge Raad

De Hoge Raad voor de Justitie en het kabinet-Verwilghen liggen met elkaar in de clinch, onder meer over de benoeming van magistraten. Ondertussen blijven belangrijke plaatsen vacant.

De wrijvingen tussen de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) en het kabinet van minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) lopen op. Vorige week nog haalde de Raad stevig uit naar de VLD-politicus, omdat zijn ministerie de eindverantwoordelijkheid opeist over de vorming van de magistraten. Verwilghens woordvoerder ontkent dat er “een oorlog” is met de Raad, “wel een stevige discussie”.

De HRJ adviseert de minister over de benoeming van magistraten. De Raad bestaat uit magistraten en externe (politiek gesteunde) adviseurs. Hij werd door deze regering opgericht als een dam tegen de politieke benoemingen “oude stijl”.

Een van de hete hangijzers is het voorzitterschap van de Turnhoutse rechtbank van koophandel. De HRJ stelde eerder Ludo Goossens voor deze functie voor. Het kabinet-Verwilghen weigerde hem te benoemen, maar de Raad stelde hem opnieuw voor. Na een tweede ministeriële weigering werd het voorzitterschap van de Turnhoutse rechtbank van koophandel opnieuw vacant. En jawel: de HRJ schoof Goossens naar voren. Daarop volgde nogmaals een ministeriële weigering. Op 13 februari 2002 stelde de HRJ Goossens een vierde keer voor. Vóór 13 april moet de minister zich uitspreken. Als hij bij zijn standpunt blijft, dan wordt de plaats opnieuw vacant. Bij het ter perse gaan was nog onduidelijk welke positie Verwilghen deze keer inneemt in de benoemingspingpong.

Er zijn nog andere gevallen bekend van magistraten in spe die de minister niet lust. Het dossier van Maria Beerens, kandidaat-raadsheer van het Gentse arbeidshof, bijvoorbeeld, werd al viermaal heen en weer geschoven tussen het kabinet en de HRJ. Beerens haalde eind januari haar gelijk voor de Raad van State, die de tweede ministeriële weigering schorste.

Spelen politieke redenen mee bij Verwilghens halsstarrigheid bij benoemingen van magistraten, zoals in de Kempen wordt gefluisterd? De kabinetswoordvoerder doet dit af als een wild gerucht. En: “Volgens een ander gerucht zou de HRJ soms partijpolitiek gemotiveerd zijn. De minister oordeelde alleen dat bepaalde kandidaten niet de beste waren, omdat de motivatie van de HRJ zwak was. Dat is alles.” Een medestander van Goossens, die liever anoniem blijft: “We hebben de indruk dat het kabinet alleen wil laten voelen wie de baas is van Justitie.”

Hugo Lamon, woordvoerder van de Vereniging van Vlaamse Balies, wijst erop dat “de huidige benoemingsprocedure wordt gekenmerkt door weinig transparantie”. De advocaat zegt het niet met zoveel woorden, maar eigenlijk luidt zijn kritiek dat de schimmige vergadering van de Hoge Raad de rol heeft overgenomen van de al even schimmige partijcenakels die vroeger hun kandidaturen doordrukten.

Het kabinet schreef enkele weken geleden een wetswijziging die een oplossing moet bieden aan enkele mankementen aan de werking van de HRJ. Vreemd genoeg zwijgt het ontwerp over de benoemingen. “Ik weet niet of een wetswijziging voor benoemingen een goede zaak is,” aldus Edith Van den Broeck, bureaulid van de HRJ en verantwoordelijk voor dit domein. “Iedereen zoekt nog een rol binnen de huidige structuren. We kunnen beter het systeem evalueren als het een tijd op kruissnelheid draait.”

Van den Broeck houdt wel voet bij stuk: “De niet-benoeming van bepaalde magistraten dreigt een straatje zonder einde te worden. Onze stelling beantwoordt aan de geest van de wet: de Hoge Raad selecteert kandidaten op basis van haar eigen criteria. De ministeriële weigering kan alleen gebeuren bij wijze van hoge uitzondering: ter correctie van grove fouten, bijvoorbeeld. De Raad van State steunt die stelling. Maar blijkbaar ligt het loslaten van de politieke inmenging nogal gevoelig.”

H.B. [{ssquf}]

“Het loslaten van de politieke inmenging ligt blijkbaar nogal gevoelig.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content