Pesten.
De minzaam glimlachende PS-coryfee Laurette Onkelinx is als een politieke Pandora. Open de doos die ze jou zo aanlokkelijk aanbiedt, en een hele resem kwalen, rampen en smarten overspoelen de arbeidsmarkt.
Neem nu de door haar ingevoerde wet die werknemers beschermt tegen geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag op het werk – mobbing in één woord. Die wet trad op 11 juni 2002 in werking. Een edel initiatief, ware het niet dat de federale minister van Arbeid drie maanden later in de pers pleitte voor mobbing als een beroepsrisico. Tal van alerte ondernemers verslikten zich bijna in hun ochtendkoffie, want dit impliceerde dat elk officieel erkend slachtoffer voortaan 90% in plaats van 60% van zijn of haar loon zou uitgekeerd krijgen.
Haar aanpak van de arbeidsongevallen is een ander heikel punt. Bedrijven die door een zwaar ongeval worden getroffen, zo pleitte de vurige PS-dame vorig jaar in een wetsontwerp, moeten een boete van 300 euro betalen. Verstomming alom op de werkgeversbanken. Onkelinx hield even de adem in en paste daarna haar ontwerp aan. De klemtoon kwam te liggen op de aanstelling van een externe deskundige en – zo stipuleerde de wet – de verzekeraar moest hiervoor de honoraria betalen. Dat die bedrijfskosten in de praktijk – ‘maximaal’ tot 300 euro, aldus het wetsontwerp – integraal zullen worden afgewenteld op de verzekerde, staat echter buiten kijf.
Laurette ‘Pandora’ Onkelinx wil blijkbaar de bedrijfswereld pestvrij maken door de werkgevers te viseren (lees: ‘pesten’). Arbeidsongevallen wil ze aanpakken door met boetes te zwaaien. En van tijdskrediet heeft ze een recht gemaakt, wat leidt tot perverse neveneffecten: meer zwart werk, oneigenlijk gebruik van het (vervroegde) brugpensioen, verlies aan productiviteit en een hogere werkdruk voor de blijvers. Hoeft het nog te verwonderen dat 75% van de patroons zich werkelijk gepest weet door de overheid, zoals uit een recente enquête in de Trends Top 30.000 bleek (zie Trends, 23 januari 2003)?
Uit elke maatregel van Onkelinx blijkt haar fundamentele en diepgewortelde wantrouwen tegenover werkgevers en bedrijfsleiders. Een van haar recente wapenfeiten zijn de twaalf geboden die ze in een stenen tafeltje beitelde om de jacht op valse zelfstandigen te openen (zie blz. 60). In een voorontwerp van wet somt de politica twaalf typische kenmerken op die iemand catalogeren als ‘werkzaam onder een arbeidscontract’. Wie aan zeven van de twaalf criteria voldoet, hoort eigenlijk op een arbeidscontract te staan. Het is dus aan de werkgever om te bewijzen dat het ‘wantrouwen’ van de overheid onterecht is en dat hij of zij niét met nepzelfstandigen werkt.
Zonder over de eventuele juridische angels en technische haken van dit dossier uit te weiden, valt één ding op: Laurette Onkelinx laat faliekant na om het probleem van de schijnzelfstandigen bij de wortels aan te pakken. “We zijn perfect bereid om de voorafgaande controle op de inschrijving als zelfstandige op te voeren,” beaamt VBO-directeur-generaal Pieter Timmermans. “Maar als er in België zoveel schijnzelfstandigen zijn, dan komt dat omdat de loonkosten te hoog zijn.” En in één ruk verlegt hij daarbij het debat naar de delicate knelpunten waar patroons en vakbonden in de sectorale onderhandelingen lijnrecht tegenover elkaar blijven staan (zie blz. 56).
Laten we optimistisch blijven. De verkiezingen komen eraan. En een nieuwe mandaatperiode brengt in de Wetstraat – net zoals bij elke prille lente – andere zeden en gewoonten met zich. Zelfs mocht dame Onkelinx daarna op post blijven – en dat wensen we geen enkele werkgever of schijnzelfstandige toe – dan is er tenminste één voordeel: de inhoud van haar Pandora-doos wordt steeds beter voorspelbaar.
Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]
Uit elke maatregel van minister van Arbeid Laurette Onkelinx blijkt haar fundamentele en diepgewortelde wantrouwen tegenover werkgevers en bedrijfsleiders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier