Personeel in farmasector maakt zich terecht zorgen
Ondanks het recente zware jobverlies bij Janssen Pharmaceutica en UCB, is de afslankingskuur van de Belgische farmagrootheden ongetwijfeld nog niet ten einde. y
Nadat Janssen Pharmaceutica begin deze maand 558 jobs op de helling had gezet, was het vorige week de beurt aan UCB, dat in ons land 174 banen schrapt. Daarmee wordt een donkere traditie in ere gehouden. Voor Janssen is het al de derde afslankingsoperatie in evenveel jaar, en ook UCB haalt de tweede keer in twee jaar het snoeimes boven. Samen hebben die ingrepen zowat 1900 banen gekost.
Wat is het probleem?
De farmasector worstelt al een handvol jaren met een identiteitscrisis als gevolg van een imploderend businessmodel. De grote producenten stellen zichzelf ter discussie door een aanzwellend tekort aan nieuwe beloftevolle geneesmiddelen. Het low hanging fruit is geplukt en het wordt steeds moeilijker om innovatieve geneesmiddelen te ontdekken. De ontwikkeling wordt ook steeds duurder, mede omdat de goedkeuringsautoriteiten striktere veiligheidseisen stellen. Daardoor beslissen farmabedrijven ook vaker en sneller om medicijnontwikkelingsprogramma’s te stoppen, omdat een weigering van de autoriteiten een enorme financiële impact heeft. Bovendien beknibbelen overheden en consumenten op hun gezondheidsbudgetten, en is de concurrentie van de producenten van generische middelen moordend. Zodra de octrooibescherming op een product wegvalt, smelt de omzet, zeker in de Verenigde Staten, als sneeuw voor de zon. Wat in België ook speelt, zijn de hoge loonkosten. Die overschaduwen zwaar de gunstmaatregelen van de regering, zoals de notionele-intrestaftrek en de korting van 75 procent op de bedrijfsvoorheffing op lonen van onderzoekers.
Hoe kunnen onze farmabedrijven zich verdedigen?
De ordewoorden, zowel bij Janssen Pharmaceutica als bij UCB, zijn ‘open innovatie’. Anders gezegd: het samenwerken met onderzoeksinstituten en universiteiten, andere farmabedrijven en biotechbedrijven, in de hoop dat die samenwerking op termijn zal uitmonden in nieuwe producten. De farma is trouwens een achterblijvertje in het ontwikkelen van gemeenschappelijke platformen. Voorlopig is open innovatie echter ook geen wondermiddel gebleken. UCB werkt al jaren aan een breed samenwerkingsnetwerk, wat het bedrijf niet heeft verhinderd om het snoeimes al herhaaldelijk boven te halen.
Is het ergste achter de rug?
Weinig waarschijnlijk. Tom Heyman, de CEO van Janssen Pharmaceutica, weigert te beloven dat er geen afslankingen meer komen. Terecht. De omzet en winstgevendheid van heel wat farmamultinationals krijgen de komende jaren nog forse klappen door het vervallen van octrooien op topproducten en de groeipijnen van het nieuwe businessmodel. Dat zal de zenuwachtigheid in de sector alleen maar doen toenemen, vooral ook omdat de productenpijplijn hoogstwaarschijnlijk aan bloedarmoede zal blijven lijden.
Dreigt de farmasector in ons land op termijn helemaal weg te kwijnen?
De sector ontkent ten stelligste, maar alvast bij Janssen Pharmaceutica is niemand er nog gerust in. Nadat eerder de ondersteunende diensten werden uitbesteed, lijken ook de overblijvende jobs in productie gedoemd om op termijn te verdwijnen, omdat in andere contreien vaak goedkoper kan worden gewerkt. Maar ook de onderzoekers zitten niet safe. De farmabedrijven zullen bij gebrek aan succes in eigen rangen steeds meer teren op kennis van buitenshuis, waardoor sommmige onderzoekers intern overbodig worden. UCB is al gestart met die omschakeling naar nieuwe werknemers met andere kennis en competenties.
Door Bert Lauwers
Voorlopig is open innovatie geen wondermiddel gebleken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier