Alain Mouton
Pensioenrechten van werklozen staan terecht ter discussie
In een interview met Le Soir zet Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank, de aanval in op de pensioenrechten die werklozen opbouwen zonder dat ze aan het systeem bijdragen. Terecht.
Jarenlang was het een van de heilige koeien van de vakbonden: de zogenoemde gelijkgestelde periodes. Die houden in dat de jaren dat iemand niet gewerkt heeft, door werkloosheid, loopbaanonderbreking, tijdskrediet of invaliditeit, toch worden meegeteld voor de berekening van het pensioen. Zo worden pensioenrechten opgebouwd zonder dat daarvoor bijdragen geleverd worden. Dit systeem woog de voorbije jaren steeds zwaarder op de sociale zekerheid.
De regering-Di Rupo deed twee jaar geleden een paar voorzichtige stappen om die gelijkgestelde periodes af te bouwen. Een aantal vormen van tijdskrediet en langdurige werkloosheid leiden sindsdien tot minder pensioenrechten. Maar experts waarschuwen dat dit niet voldoende is. Pensioenrechten moeten gebaseerd zijn op periodes waarin daadwerkelijk gewerkt werd.
Die gelijkgestelde periodes zijn geen marginaal verschijnsel. Ze maken momenteel méér dan een derde uit van de jaren waarvoor pensioenen worden betaald. In België moet 45 jaar gewerkt worden voor een volwaardig pensioen. In de praktijk zijn dat er gemiddeld slechts 28 jaar. En dus worden er voor 17 gelijkgestelde jaren pensioenrechten opgebouwd terwijl daar geen bijdragen voor werden betaald. Duitsers die met pensioen gaan hebben gemiddeld 34 jaar gewerkt, Nederlanders 37 jaar en Zweden 39 jaar.
Luc Coene heeft in een interview met Le Soir duidelijk grote problemen met die gelijkgestelde periodes: ‘Wanneer u werkloos bent, bouwt u ondanks alles toch pensioenrechten op, zonder dat u bijdraagt aan het systeem. Er is een hele reeks regels die rechten toekennen zonder dat daar bijdragen tegenover staan. Dat is niet normaal. We moeten die rechten inperken.’
Mag dan geen enkele periode van inactiviteit worden meegeteld voor de berekening van het pensioen? Dat ligt moeilijk als men het principe van evenwicht tussen verzekering en solidariteit in de sociale zekerheid wil bewaren. Dat bijvoorbeeld één of zelfs twee jaar werkloosheid en zes maanden of een jaar invaliditeit worden meegeteld voor de berekening van het pensioen, is de logica zelve. Maar zeker niet alle jaren waarin men niet bijdraagt tot de sociale zekerheid. Zowel financieel als moreel kan een systeem enkel in stand worden gehouden als de band tussen bijdragen en uitkeringen duidelijk en sterk is. Dat is in België nog veel te weinig het geval. Wieden in de gelijkgestelde periodes wordt een prioritaire klus voor de volgende regering.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier