Overvraagde democratie
VRT-journalist Dirk Barrez wijst de tekortkomingen en bedreigingen in de wereld aan. Hij zoekt ook oplossingen – soms scherp en controversieel, soms vaag en naïef.
Wie zelfs maar een lichte neiging tot depressiviteit vertoont, laat Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw van VRT-journalist Dirk Barrez beter gesloten. De auteur staat nagenoeg permanent aan de klaagmuur en maakt een inventaris van bijna alles wat er momenteel misloopt in de wereld. Van het broeikaseffect tot moslimfundamentalisme, van de overbevolking tot hongersnood, van economische scheeftrekkingen tot vluchtelingenstromen – Barrez registreert wat er fout gaat, stoot soms wat snel en daardoor al te ruw door naar de oorzaken, en geeft finaal een aanzet in welke richting een oplossing mogelijk is. Gaandeweg wordt duidelijk dat je niet zozeer getuige bent van een ellenlange jammerklacht, maar van een bijwijlen wat naïef pleidooi voor duurzame economie en bovenal duurzame democratie.
De klagende burger.
Dat lang niet alle vormen van economische activiteiten gericht zijn op duurzaamheid, hoeft helaas niet meer omstandig bewezen te worden. Nog te veel onverlaten verwarren economie met een pak-de-poen-en-vlucht-mentaliteit. Maar ook de democratie wordt misbruikt door politici die er alleen maar een verborgen agenda op na houden. Er dreigt nog een gevaar van een heel andere kant. Een democratie kan ook overvraagd worden. Legt Barrez uit: “Dat iedereen zeggingschap heeft over waar hij zelf bij betrokken is, is maar goed ook. Tot de democratische boodschappenmandjes overvol raken of alleen nog maar klachtenlijstjes bevatten. Dan dreigt een democratie overvraagd te raken. Meer en meer duikt een nieuw soort burger op. Sommige burgers neigen ernaar altijd hun kommer en kwel op een overheid te gooien. Alles wat fout loopt, is de schuld van de overheid. Zo wordt het spel van rechten en plichten natuurlijk eenrichtingsverkeer, alleen rechten voor de burgers en alleen plichten voor de overheid.”
Ongezouten kritiek op overheden die slecht presteren, noemt Barrez nodig en gezond. Maar de verwende en klagende burger overstelpt de overheid ook met grotendeels onterechte vragen en verwijten, met eisen die de politiek nooit aankan. “Overheden kunnen nu eenmaal niet alle problemen oplossen en nog minder kunnen ze garanderen dat mensen niets onaangenaams zal overkomen, dat er bijvoorbeeld geen verkeersongevallen zullen gebeuren of geen kinderen ontvoerd zullen worden. Verder dan een goed wegennet uitbouwen voor alle weggebruikers en zorgen voor een degelijke politie kan de overheid in die concrete gevallen onmogelijk gaan, die plicht is al moeilijk genoeg te vervullen.”
Massa uitgeslotenen.
Democratisering en emancipatie hebben een hoge vlucht genomen. Die opmerking vormt een lichtpunt. “Maar de wereld is ingewikkeld en complex genoeg om ook het tegengestelde gezicht te tonen,” stuurt Barrez meteen bij. “Onder meer het fenomeen dat de samenleving steeds maar ondoorgrondelijker wordt, doet steeds meer mensen uit de boot vallen. Ze missen aansluiting met de informatiemaatschappij, kunnen het snellere levens- en arbeidstempo moeilijk aan, hebben het moeilijk om zich op duizend en één dingen te kunnen concentreren.”
Door de steeds hogere eisen voor jobs, dreigt de groep buitenstaanders en uitgeslotenen veel groter te worden. “Vroeger was er veel meer werk – en dus inkomen en zelfrespect en alles wat samenhangt met werk – voor minder begaafde mensen, vandaag is dat minder en minder het geval.” Barrez vindt dat werk opnieuw moet aangepast worden aan wat mensen kunnen. Het blijft een wat vage zin, zoals hij er wel meer formuleert in dit boek, maar de waarschuwing maakt hij dan weer kraakhelder: “Als dat niet gebeurt, kiezen we ervoor om op de duur geen 5%, maar enkele tientallen procenten van de mensen uit te sluiten.” En verder: “Hoeveel mensen een samenleving kan uitsluiten voor ze ophoudt democratisch te zijn, is een vraag die zich opdringt, maar helaas zonder sluitend antwoord blijft.”
Nationaal-populistisch.
Zoveel uitsluiting voedt zelfs in welvarende landen de extreem-rechtse partijen. Vele mensen vinden geen werk en geen plaats meer voor hen en voor wat zij waardevol vinden. Hun cultuur blijkt van geen tel meer. Vooral in armere streken (zoals Zuid-Italië) zet de vlucht in een nationalisme zich af tegen de moderne staat. In rijke regio’s kan dan weer het argument uitgespeeld worden dat de centrale staat en de andere streken aan de haal gaan met de vruchten van het harde labeur. Ze worden gebrandmerkt als parasieten.
“Hoe divers ook, telkens is wel gemeenschappelijk dat men iets als bedreigend ervaart of afschildert,” vindt Barrez. “Succesvolle nationaal-populistische partijen drijven op bedreiging. En bijna overal kleuren extreem-nationalisten die dreiging nu ook racistisch. Vreemdelingenhaat is vandaag in Europa de beste smeerolie voor extreem-rechts nationalisme.”
Dirk Barrez, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw – Over leven in de 21ste eeuw. Globe, 238 blz., 699 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier