OVERHEID. Minder regels, meer jobs
Hebben we het over werkloosheid, dan is steevast onze hoge arbeidskost de zwartepiet. Maar we hebben ook een overheid, die erg dynamisch is in het uitdenken van allerlei regels. Die omknellen de produkt- en arbeidsmarkt als een strak keurslijf.
Vergelijken we de “rigiditeit” van de ekonomie van 11 landen (waaronder België) in 1993 met de groei van het BBP in die landen van 1981 tot 1994, dan wordt een weinig verrassend verband nog maar eens blootgelegd : hoe hoger de rigiditeit, hoe lager de ekonomische groei. Nederland en België zijn trieste aanvoerders van het peloton. Zet overheidsregulering een rem op welvaartskreatie of is het er een onvermijdelijk nevenverschijnsel van ?
Herman Debode, direkteur van McKinsey & Company : “Zowat een jaar geleden begon het McKinsey Global Institute met een onderzoek naar de werkgelegenheidskreatie. Daaruit bleek dat Europa tijdens de jongste 25 jaar inzake produktiviteit zijn beste beentje heeft voorgezet, maar wat het scheppen van arbeidsplaatsen betreft, weinig presteerde. De VS kenden in die periode ook ekonomische en produktiviteitsgroei, maar creëerden ook enorm veel nieuwe jobs. En echt niet alleen minderwaardige “hamburgerjobs”, zoals nogal vlug wordt beweerd. In meer dan de helft van de gevallen betreft het vrij hoogwaardige funkties. Hoe komt het dat in de telekommunikatie, de kleinhandel, het bankwezen, de hele dienstensektor de werkgelegenheid ginds wél groeit en bij ons niet ? Gebleken is dat de arbeidskost een grote rol speelt, maar minstens evenveel de manier waarop een hele sektor erin slaagt nieuwe behoeften om te zetten in een nieuw aanbod. “
WETTELIJK KADER.
Over de grote plas lukt dat dus wel, hier niet. De voornaamste verklaring daarvan is wat mag en niet mag in een markt. De telekommunikatiesektor, weerom in de VS, is daarvan een schoolvoorbeeld. Konkurrentie tussen het telefoonverkeer plaatselijk en op afstand, kompetitie ook in de media door deregulering weegt even zwaar als de naakte loonkost. Het bevorderen van mededinging, van nieuwe toepassingen zet de deur open naar nieuwe jobs. Debode verwijst naar de start van VTM : “Het moeizaam toelaten van een commerciële zender naast de openbare omroep heeft niet, zoals gevreesd werd, arbeidsplaatsen vernietigd. Wel integendeel. Hoeveel produktiehuizen hebben zich rond VTM en andere zenders genesteld ? En of het gaat om tv-stations of taxibedrijven, het verminderen van het aantal regeltjes en vestigingsvoorwaarden drukt steeds de prijs tot vreugde van de konsument. Waarom rijden er in Brussel zo weinig en in Parijs zoveel taxi’s ? Regelgeving die het bestaande wil beschermen en monopolies vrijwaren, houdt jobs in stand die reeds lang verdwenen zouden moeten zijn. Dat gaat ten koste van nieuwe banen. Marktafscherming verlamt innovatie en het denken aan nieuwe toepassingen. “
Resultaat : België heeft een flinke achterstand. In het proces van meer openheid hadden kleine bedrijfjes het daglicht kunnen zien. Omdat dit niet gebeurde, moeten we buitenlandse kompetente partners aantrekken. Regels, die het nieuwkomers in een markt moeilijk maken, werken op termijn arbeidsvernietigend.
GROTE KUIS.
Herman Debode zet de kenmerken van “goede regels” op een rijtje : ze moeten fair en billijk zijn, glashelder, stabiel, voorspelbaar geen spagetti van uitzonderingen en afwijkingen. Meer moet dat niet zijn. Regelgeving is nodig : normen van hygiëne en gezondheid, sociale-zekerheidsregels, een kader voor eerlijke konkurrentie. “Een doorzichtige wetgeving waarborgt de beste kwaliteit en service voor de eindgebruikers. Een vestigingswetgeving werkt nefast, zeker voor de konsument. Konsistentie in de historisch gegroeide regelgeving onderstelt een grote kuis sektor per sektor en het struktureel herbekijken van een en ander. We zouden naar analogie met Nederland een ministeriële kommissie voor marktwerking en deregulering best kunnen gebruiken. Aansluitend kunnen omslachtige administratieve formaliteiten tot een minimum herleid worden. Samenspraak met de administratie en overleg met de doelgroep waarop de wetgeving van toepassing is, leidt ook tot betere regelgeving, ” vindt Debode.
In het licht van de Belgische staatshervorming en de Europese eenmaking dient de overheid ernstig af te wegen op welk bestuursniveau wat thuis hoort en waarom ? Die verschillende beleidsniveaus moeten “herverkaveld” worden en bevoegdheidspakketten moeten homogener gemaakt worden in funktie van de federale staatsstruktuur.
Een “Organizatorisch Rekenhof” zou hiertoe een blauwdruk kunnen uittekenen : heeft men op gemeentelijk vlak een objektief, op provinciaal vlak een ander, op gewestelijk niveau nog een ander en federaal nog andere doelstellingen, dan is de totale kostprijs van al die bestede (of verspilde) energie veel te hoog en het effekt ervan niet in te schatten. Debode : “De diskussie wie wat doet, moet ondergeschikt blijven aan de vraag wat men als maatschappij wil bereiken. Eens die doelstellingen duidelijk zijn kan men daaraan een bestuurlijke architektuur gaan koppelen. En hoe dichter bij de eindgebruiker, hoe beter. Eigenlijk is dat de kern. “
BDB
HERMAN DEBODE (MC KINSEY & COMPANY) “We zouden een ministeriële kommissie voor marktwerking en deregulering best kunnen gebruiken. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier