Over karaokebars, dubieuze Chinese schonen en jaren van eenzaamheid
Jan Dheedene (33), manager bij Alcatel, heeft zijn droom waargemaakt. Met ‘Fraude in Shanghai’ mag hij zich eindelijk schrijver noemen.
eXtra informatie op www.trends.be Het eerste hoofdstuk van ‘Fraude in Shanghai’.
Jan Dheedene, manager bij Alcatel, wist amper waaraan hij begon. Na de principebeslissing over het schrijverschap, zo’n twee jaar geleden, nam hij een jaar loopbaanonderbreking en zocht tevergeefs een agent. Tegelijk vroeg hij aan enkele uitgeverijen of ze hem geen voorschot konden geven. Hij had toch een prachtig verhaal? Maar het enige wat hij te horen kreeg, was: “Begin maar en kom terug als het af is.”
“Nu ik weet wat zo’n boek opbrengt, is me helemaal duidelijk waarom uitgeverijen geen voorschotten geven aan een onbekende Vlaamse debutant,” aldus de 33-jarige auteur. In de periode dat hij fulltime schreef, werkte zijn echtgenote gelukkig nog als manager voor Philips. Uiteindelijk vond Dheedene toch nog een uitgever: Van Halewijck.
“De kans van mijn leven”
Fraude in Shanghai is, zoals dat heet, een niet onaardig debuut. De auteur compileerde waargebeurde verhalen over zakendoen in China in een sleutelroman. Dheedene vertelt het verhaal van Hendrik, een Vlaamse manager die trouwt met een bijna revolutionaire Chinese studentenleidster (die uitgroeit tot een inhalig burgertrutje) en uiteindelijk in de gevangenis terechtkomt wegens fraude.
“Het kan iedereen overkomen,” waarschuwt Dheedene. Nadat pas een nieuwe wet was goedgekeurd die het maximale promille alcohol deed dalen naar 0,6 reed een Belg ooit een taxi aan. Hij had maar een beetje te veel op, maar vloog – als voorbeeld voor alle expats – twee weken de cel in. “Het werd een nachtmerrie, waarover hij vandaag met niemand wil spreken,” aldus Dheedene.
Het is maar een van de vele verhalen die Dheedene tijdens zijn sabbatjaar optekende. “Ik ben Alcatel ongelooflijk erkentelijk, want ze gaven me de kans van mijn leven. Bovendien kon ik mijn ervaringen van me afschrijven. Iedereen zegt wel eens: hierover publiceer ik ooit nog eens een boek. Welnu, ik heb het gedaan.”
Bij de start van zijn schrijverschap hoopte Dheedene zijn tweede studententijd te beleven: ‘s avonds uitgaan, overdag schrijven als het uitkomt en toch goed presteren. “Dat viel dik tegen. Uiteindelijk heb ik me de discipline opgelegd om zoals iedereen braaf vanaf 9.00 tot 18.00 uur te werken. Dat heeft zo’n acht maanden geduurd. Oef, dacht ik toen. Het werk is gedaan. Ook dat bleek een verkeerde inschatting. De redactie duurde nog vier maanden. Ik had typische fouten gemaakt: herhalingen, passief woordgebruik… soit: dingen die elke ervaren schrijver na zijn eerste boek vermijdt.”
Bordelen en hypocrisie
Dheedenes boek is in ieder geval zeer herkenbaar voor de Chinareiziger. De drankgelagen onder zakenlui, de commerciële bordeelbezoeken, de valse mystiek, de hypocrisie, de dubieuze Chinese schonen en de eenzaamheid van de expats zijn dagelijkse kost in het milieu van de buitenlandse ondernemers en kaderleden.
“In de karaokebars, de zogenaamde kapperszaken, de nachtclubs en gewone cafés in de westerse wijken wemelt het van de prostituees die flink wat omzet draaien,” getuigt Dheedene. In het boek laat een jonge manager een amoureuze kelk, aangeboden door een zakenpartner, aan zich voorbijgaan. Volgens Dheedene is dit “een getuigenis uit mijn eigen leven gegrepen, want ik ben een zeer brave jongen”.
Er gelden in China zeer strenge wetten tegen prostitutie. Peking is echter liever ziende blind dan dat het optreedt of de wet aanpast. Ook de fiscale wetten, milieuvoorschriften, bouwreglementen, sociale regels en zelfs verkeersboetes worden volgens de schrijver soepel gehanteerd. “Grote bedrijven houden zich aan de regels van corporate social responsability, maar willen ook zakendoen. Ze zullen dus relaties kopen via derde partijen. Die regelen de flexibele aanpak.”
In die zin is het boek ook een waarschuwing. De jonge zakenman doet eigenlijk iets wat een standaardpraktijk is van de hele zakengemeenschap: een beroep doen op guanxi (relaties). Maar hij gaat een stap te ver en belandt in de nor. Dheedene: “Als westerling doe je niet rechtstreeks aan corruptie, want je zal maar eens de pech hebben dat een ambtenaar verplicht wordt om op te treden. Het Chinese strafrecht is als een loterij, en wie ongewild het grote lot trekt, kan serieus in de problemen geraken.”
In een gouden kooi
Zijn boek beschrijft ook het ietwat trieste leven van de expats. Dheedene: “De meeste expats werken keihard, zien amper iets van het land en leven compleet geïsoleerd. Het is een wereld van navelstaarders, met heel wat verborgen eenzaamheid. De man blijft ‘s avonds laat hangen en is dikwijls dagen onderweg. Zijn vrouw leeft thuis in een gouden kooi van de compound.”
Echte Chinese vrienden heeft echter ook Dheedene niet gehad. “Je blijft een toerist in China en wordt nooit helemaal aanvaard. ‘Wat doe ik hier?’ vroeg ik me af. Na een jaar of tien in Australië, word je beschouwd als een Australiër. Maar geen enkele Vlaming wordt ooit een Chinees. Dat is mijn grootste frustratie. En ook de reden waarom ik na zes jaar uiteindelijk weg wilde.”
Leven van het schrijverschap?
Dheedene is volop bezig met zijn nieuwe opdracht bij Alcatel (digitale televisie). Zijn literaire sabbatical heeft hem geen kwaad gedaan, integendeel. “Je ontgroeit in een jaar – een eeuwigheid in de IT – je sector en staat opeens voor een nieuwe keuzemogelijkheid. Terug naar af. Dan ga je best voor een niche die nieuw is voor iedereen. Ik zou nooit in mijn huidige functie zijn beland als ik het vaste stramien had gevolgd.”
Ondertussen geniet Dheedene van het succes van zijn boek, dat een tweede druk kent en dat werd geselecteerd voor de ‘Literaire Lente’, de door boek.be geselecteerde lijst van Vlaamse romans. Tijd om zijn literaire ambities verder te ontplooien heeft hij niet. “Maar ooit komt het er nog van,” grinnikt hij. “Een fulltime job zal het niet worden. Ik heb geleerd dat je van het schrijverschap niet kan leven.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier