Outsourcing breekt niet door
Belgische bedrijven besteden vaak delen van hun informatica uit aan gespecialiseerde dienstverleners, maar staan weigerachtig tegenover andere outsourcingtrends. Dat blijkt uit een bevraging van adviesbureau Quint Wellington Redwood.
Het adviesbureau Quint Wellington Redwood ( QWR) deed een enquête bij 350 grote bedrijven uit de Benelux en verzamelde de antwoorden van chief executive officers (CEO’s), informaticadirecteuren en financieel directeuren. Ook de twintig grootste dienstverleners in België en Nederland werden aangeschreven om hun visie op outsourcing te horen.
Het uitbesteden van informaticataken aan lokale dienstverleners blijkt goed ingeburgerd. Zeven op tien bedrijven maakt er gebruik van en QWR schat de omzet in de Benelux op 4,2 miljard euro voor 2004. Toch kijkt niet minder dan 35 % van de ondervraagden uit naar een nieuwe leverancier, 16 % wil een aantal diensten opnieuw zelf uitvoeren. Volgens de managers komen de leveranciers hun beloftes niet altijd na, omgekeerd klinkt het verwijt dat veel bedrijven door een gebrek aan interne organisatie en managementervaring niet klaar zijn om een outsourcingcontract af te sluiten.
Geen goede voedingsbodem dus voor nieuwe trends op het vlak van outsourcing. Vooral het gebruik van overzeese aanbieders – uit India of Oost-Europa – blijft beperkt. Volgens QWR gaat het in de Benelux om een omzetcijfer van 150 miljoen euro per jaar. Meer dan de helft daarvan is toe te wijzen aan tien grote Nederlandse bedrijven – banken, industriële multinationals en telecombedrijven.
Enthousiaste gebruikers van uitbesteding aan buitenlandse leveranciers ( offshoring) wijzen op de flinke kostenbesparing en de hogere productiviteit. Bedrijven die de boot afhouden, citeren vooral een taalbarrière en de vrees dat de afstand tot de leverancier extra kosten met zich brengt. Toch worden de voordelen vaak te dik in de verf gezet of gewoonweg overschat. Besparingen van meer dan 30 % zijn volgens de auteurs bijna niet haalbaar en in veel gevallen duurt het minstens een jaar voor men zelfs kan spreken van een besparing van 20 %.
Voor business process outsourcing (BPO), het uitbesteden van bedrijfsprocessen, is al even weinig enthousiasme te bespeuren. Minder dan een derde van de ondervraagden (28 %) maakt er momenteel gebruik van, met name voor de verwerking van betalingen en andere administratieve taken. De komende twee jaar zou dat percentage met amper 10 % stijgen, aldus QWR. Bedrijven vrezen vooral dat BPO hen te afhankelijk van hun leverancier zal maken. Daarnaast ontbreekt het volgens de bedrijfsleiders aan ervaring en maturiteit bij de aanbieders.
De onderzoekers dichten outsourcing een mooie toekomst toe, op voorwaarde dat dienstverleners het over een andere boeg gooien. Een verdere consolidatie moet de prijzen drukken en de ervaring doen toenemen. Dat informaticaspecialisten zich ook op de BPO-markt wagen en omgekeerd maakt het beheer van outsourcing voor bedrijven heel wat makkelijker, stelt QWR. In de toekomst zullen klanten vooral terechtkomen bij lokale bedrijven die zelf een deel van de diensten laten uitvoeren in lagelonenlanden. Dat schept kansen voor spelers uit de Benelux, maar opent ook deuren voor Indiase en Oost-Europese aanbieders die zich hier komen vestigen.
R.C.
Besparingen van meer dan 30 %? In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, zijn die met outsourcing bijna niet haalbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier