ORTOPEDIE. Stoorzender mutualiteit

Twee marktleiders : een zuiver Belgisch bedrijf en een filiaal van een Zweedse holding. En een olifant in de porseleinenwinkel : een door de mutualiteit overgenomen ortopedisch atelier. Een ekonomische schets van een minisektor in de gezondheidszorg.

Het budget ’95 voor de ortopedie ligt momenteel ter ondertekening bij de minister van Sociale Zaken. Met 3,08 miljard frank minder dan 1 % van de totale begroting van de ziekteverzekering is het budget nauwelijks gestegen tegenover het voorgaande jaar. De Beroepsvereniging voor Orthopedisten en Bandagisten van België heeft (voorlopig ?) kunnen verhinderen dat er 14 % bespaard moest worden, zoals opgelegd door het begrotingskonklaaf van begin ’94. “Dat was ronduit onmogelijk, ” zegt sekretaris-generaal Eddy Weyn. Reden ? De merkwaardige situatie waarin deze sektor goed voor een duizendtal werknemers zit. Enerzijds liggen de prijzen vast, anderzijds hebben de ortopedisten geen kontrole over de kostprijs (lonen en materialen).

De markt wordt beheerst door twee grote ondernemingen : het Brusselse LIC Cebelor en het Gentse CTO (Centrum voor Technische Ortopedie). Traditioneel staat LIC Cebelor sterk in Wallonië, CTO is de marktleider in Vlaanderen. LIC Cebelor heeft 112 werknemers en een omzet van 320 miljoen, CTO doet het met 81 mensen en publiceert geen omzet (het laatst gekende cijfer is dat van ’91 : 199 miljoen). Dan volgen een aantal bedrijven met een omzet tussen 50 en 200 miljoen, onder andere het Limburgse Spronken (zie Trends, 28 april 1994) en het Brusselse Ortec (zie Trends, 17 oktober 1994). Volgende groep zijn de familiale bedrijven met maximaal 30 mensen, die een regionale dekking hebben. Tenslotte is er de grote massa van zelfstandige ortopedisten die alleen of met twee werken.

LIC CEBELOR.

LIC Cebelor was ongetwijfeld het grootste ortopedisch bedrijf in België, en is dat nog altijd, ook na de overname en herstrukturering in ’91.

Cebelor opgericht in 1910 onder de naam Ritschard, later Ritschard & Van Rolleghem geraakte in de traditionele opvolgingsproblemen toen eind jaren tachtig de 60-jarige Jacques Van Rolleghem geen opvolger had. Bovendien was Cebelor in de financiële problemen verzeild. Van Rolleghem stelde zijn bedrijf te koop. Maar gezien de omvang kon enkel een kapitaalkrachtige groep in aanmerking komen. In ’91 hapte het Zweedse LIC toe. LIC is volgens Xavier Berteele, marketing manager van LIC Cebelor, ‘s werelds grootste ortopedisch bedrijf, met 27 servicecentra in Zweden en 8 in Groot-Brittannië.

Na de overname werden tientallen mensen ontslagen. De onderhoudsploeg werd afgestoten en ook in het lager geschoold ortopedisch personeel werd gesnoeid. LIC Cebelor opteerde voor een specializatie in de grote en moeilijke ortopedie.

Het centrale produktie-atelier in Zellik en de lokale patiënteneenheden in Ganshoren en Kontich werden volledig gemodernizeerd. Een nieuw informaticasysteem, dat een betere marktopvolging en service waarborgt, werd geïnstalleerd. “Wij hebben internationale werkgroepen opgericht die know-how uitwisselen, ” zegt Xavier Berteele. “Nu weet je wat je doet, hoe je het doet en waarom je het doet. Traditionele werkmetodes worden in vraag gesteld. En de high tech heeft zijn intrede gedaan : CAD/CAM en lasertechnieken. We klimmen weg uit het artisanale. “

Cebelor was Franstalig, LIC Cebelor niet meer. De direktie is bijna volledig Nederlandstalig en de voertaal met de Zweden is het Engels. Wat niet belet dat het bedrijf zijn traditioneel bastion in Wallonië behoudt. De centra in Charleroi en Luik zijn met resp. 10 en 19 werknemers sterker bemand dan Kontich (8). Het Brusselse Ganshoren doet het met 17 mensen. In de centrale kantoren en het atelier in Zellik zijn 58 mensen aan de slag.

De grootste klip die LIC Cebelor moest nemen, was het wegwerken van de financiële schulden. De balans toont 100 miljoen frank kortlopende schuld. “We hebben in de periode ’91-’93 zwaar geïnvesteerd. Bovendien wordt die schuld elk jaar verlengd, ” verklaart Ann Pollentier, kersvers general manager. “Maar in ’94 heeft LIC 50 miljoen overgenomen en de andere 50 miljoen wordt op termijn gezet. De kredietlijnen en de cash flow zijn in het laatste kwartaal van ’94 fors verbeterd. Ook de circulatie van de produkten en het leverancierskrediet wordt strikter bekeken. Onze balans oogt weer mooi. “

De omzet is stijgend : 210 miljoen in ’91, 292 miljoen in ’92, 298 miljoen in ’93 (herberekend want ’93 was een verlengd boekjaar) en 310 miljoen in ’94. Een stijgende omzet in een stabilizerende markt. LIC Cebelor wint dus marktaandeel.

CTO.

CTO (Centrum Technische Orthopedie) is een KMO en een familiebedrijf. Ook na de overname in oktober 1994 door Jan Ruysschaert, schoonzoon van oprichter Jan Vanhouteghem. CTO werd gesplitst in twee vennootschappen : een nieuw CTO en Finagro. Het nieuwe CTO, dat de exploitatie overneemt, wordt volle eigendom van Jan Ruysschaert. Finagro blijft bij de familie Vanhouteghem.

De middelen van Jan Ruysschaert om CTO over te nemen, kwamen uit de firma die hij in ’90 opstartte : Euromobility, een invoerder van rolstoelen en revalidatiemateriaal, met een eigen produktielijn in onderaanneming. “Als invoerder ben ik de grootste, ” zegt Ruysschaert, die een manager heeft aangetrokken om zijn taak bij Euromobility over te nemen. Kritiek op mogelijke belangenvermenging tussen CTO dat rolstoelen verkoopt en Euromobility, wuift Ruysschaert weg.

CTO 81 mensen werkt in heel België, met de klemtoon op Vlaanderen. De produktie is gecentralizeerd in Gent (49 werknemers). “We hebben twee filialen, ” zegt Jan Ruysschaert, “één in UZ-Gent (8 werknemers) en één in UZ-Leuven-Pellenberg (24 mensen). ” UZ-Leuven is ondergebracht in een aparte vennootschap : OCRT (Ontwikkelingscentrum voor revalidatietechnologie). In ’88 stootte de UZ-Leuven zijn afdeling ortopedie af, in ’92 gebeurde hetzelfde in Gent. Telkens kon CTO overnemen. In Gent werken ook vijf dokters die de patiënten onderzoeken, maar er is geen enkele formele binding tussen hen en CTO.

De overname door Jan Ruysschaert was naar eigen zeggen geen revolutie. Er werkten twee van de vier kinderen van Jan Vanhouteghem in het bedrijf en die zijn gebleven. Zijn vrouw Lieve Vanhouteghem beheert de administratie en de informaticasystemen en haar zus Nele een erkend ortopedisch technieker is verantwoordelijk voor alle medische toepassingen.

Ruysschaert heeft met zijn opleiding als ekonoom meer de ondernemingsgeest binnengebracht. Hij heeft wel even de handboeken moeten vergeten. “Dit is een heel speciale sektor, we kunnen geen vraag creëren, je breekt je been of je breekt het niet. Heel wat ekonomische wetmatigheden spelen hier niet. “

In ’91 afficheerde de balans van CTO een omzet van 199 miljoen en die van OCRT 28 miljoen (op vijf maanden). Vanaf ’92 vermeldt CTO geen omzet meer, enkel de brutomarge : 87 miljoen in ’92, 110 miljoen in ’93. In dat laatste jaar boekte OCRT een omzet van 102 miljoen. “Ook al is de sektoromzet stabiel gebleven, wij zijn gegroeid, ” zegt Jan Ruysschaert. “We winnen dus marktaandeel. “

Jan Ruysschaert heeft een eenvoudige verklaring voor die positieve evolutie : kwaliteit en service. “De technische ortopedie is zeer ambachtelijk en vergt groot vakmanschap, ” licht hij toe. “De laatste vijf jaar echter is er een grote evolutie in materialen en produktietechnieken. We hebben daar goed op ingespeeld. Ons produktiesysteem een CAD/CAM-systeem voor de protesen bijvoorbeeld is zeer modern, ook voor het buitenland. ” Wat de service betreft, is Ruysschaert erg trots op zijn “loopschool”. In een aparte ruimte wordt de patiënten geleerd hoe ze hun protese moeten gebruiken. Bovendien mogen ze een protese twee à drie weken uittesten.

EXPORT.

In CTO werd vier jaar geleden een speciaal soort silikoon ontwikkeld dat perfekt bruikbaar is voor protesen, omdat het de huidskleur perfekt benadert en vooral omdat het niet scheurt. In ’92 nam Jan De Cubber, die toen verantwoordelijk was voor deze aktiviteit, het heft in eigen handen en richtte hiervoor Silicon House op, scheurde zich af van CTO, maar bleef in de gebouwen gehuisvest. In ’94 boekte Silicon House 17,2 miljoen frank omzet en maar liefst 6,6 miljoen nettowinst.

“Ons silikoon is uniek in de wereld, ” zegt Jan De Cubber. “We willen weg van de kerktoren. Nu al exporteren we tot in Saoedi-Arabië. ” Belgische gezondheidszorg aan de wereldtop.

GUIDO MUELENAER

ANN POLLENTIER EN XAVIER BERTEELE (LIC CEBELOR) Na periode van zware investeringen werd eind vorig jaar de balans opgekuist.

JAN RUYSSCHAERT (CTO) Schoonzoon van oprichter heeft CTO oktober vorig jaar overgenomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content