Opiniepeilingen doen het nog zo slecht niet
De Britse opiniepeilers stonden met hun billen bloot. Iedereen was het erover eens: ze zaten er glad naast. Laten we even naar de feiten en de cijfers kijken.
Als opiniepeiling heb ik diegene genomen die ik speciaal had bijgehouden: de laatste die werd gepubliceerd in The Evening Standard, en verschenen is op de dag van de verkiezingen.
Wat kan je zeggen? Proficiat opiniepeilers! De exitpoll: perfect. Grootste onderscheiding! Een heel kleine onderschatting van UKIP, maar dat fenomeen kennen we van het Vlaams Belang/Vlaams Blok. De Britten noemen dat een gordijnstemmer. Zodra het gordijntje van het kieshokje dichtgeschoven is, stemmen deze kiezers zonder gêne voor de partij van hun hart. Blijkbaar waren vroeger vele Tory-stemmers gordijnstemmers. Maar die tijden liggen ver achter ons. Opvallend was dat Labour bij het begin van de verkiezingsnacht de exitpoll niet geloofde. Die was volgens hen zeker fout. Hoe konden ze dat beweren? Dat kon toch enkel omdat ze die resultaten vergeleken met de opiniepeilingen. Politici geloven nooit in opiniepeilingen en noemen ze graag volksvermaak. De opiniepeiling behaalt toch nog een onderscheiding: één zwak vak (Labour), maar voor de overige partijen meer dan behoorlijk en voor vele partijen zelfs perfect.
Men zoekt koortsachtig naar een verklaring voor de 4,5 procentblunder bij Labour. Vooral natuurlijk omdat, uitgedrukt in zetels, dit procentueel verschil zich vertaalde in honderd zetels. Vele verklaringen raken kant noch wal. De ‘beschaamde’ Tory-kiezer. Niets van. Het ingewikkelde kiessysteem. Zou kunnen, maar de procenten worden niet beïnvloed door het ‘winner takes all’-fenomeen. Zetels wel. En denk nu niet dat de Britten uilen zijn. Als zij zetels voorspellen, gebruiken ze zeer gesofisticeerde methodes. En net daar waren de resultaten catastrofaal verkeerd. Alle onderzoeksbureaus, zonder uitzondering, en met grote stelligheid, voorspelden een hung parliament. Geen enkele partij zou een volstrekte meerderheid kunnen halen. Ik denk dat zelfs premier Cameron dat begon te geloven. Maar achteraf bleken zelfs die supergesofisticeerde modellen er glad naast te zitten. Lezer, als u nog eens leest over de weldaden van big data, besef dan dat een juiste interpretatie van die monsterverzamelingen belangrijker is dan de cijfers zelf. Data spreken zelden voor zich.
Wat is er dan toch fout gelopen? De ironie wil natuurlijk dat men deze vraag pas echt kan beantwoorden door de kiezers te bevragen. We kunnen speculeren zoveel we willen, maar we zullen een opiniepeiling nodig hebben om te weten wat er fout zat (bij een enkele partij). Heeft men enkel vaste telefoonnummers gebeld? Vooral ‘s morgens? Hebben Labour-kiezers meer interesse in het internet? Zijn mensen beschaamd toe te geven dat ze níet voor Labour zullen stemmen? En zodra het gordijntje toe is, stemmen ze dan op alles behalve Labour?
Ik heb een stout vermoeden. Het is een weldaad voor de pers als het spannend is. En ook een weldaad voor de onderzoeksbureaus. Hoe dichter de resultaten bij elkaar liggen, hoe sensationeler de krantenkoppen, hoe meer studies besteld worden. Hoe meer studies, hoe bedenkelijker het niveau. Zou het kunnen dat de negatieve resultaten voor Labour gewoonweg niet werden gepubliceerd? Klinkt vreemd, maar dat gebeurde jarenlang in de farmaceutische industrie, en daar staat toch meer op het spel dan een voorspelling. Zou het kunnen dat net de opiniepeilingen van verdacht allooi in het voordeel van Labour speelden? Leuke samenzweringstheorieën, en daar zijn we met zijn allen toch dol op?
De opiniepeilers hebben één enkele fout gemaakt en worden aan het kruis genageld. Enkel bij piloten is het nog erger. Eén ernstige fout en ze worden samen met hun fout begraven. Dan ben ik liever chirurg. Die begraven hun fouten.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.
MARC BUELENS
Politici geloven nooit in opinie-peilingen en noemen ze graag volksvermaak.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier